Het is zeven uur, een uur later dan was afgesproken met de vloerenman. Inmiddels lig ik aangekleed op bed, comfortabel met laptop en boek binnen handbereik. Aan de geluiden van beneden kan ik horen, dat lief nog ijsbeert. Plotseling hoor ik zijn mobiel afgaan. Even later hoor ik een klik, gevolgd door een schreeuw en een vloek.
“Hij komt niet, hij komt godverdomme gewoon niet,” schreeuwt lief naar boven. Ik kan wel huilen. Even snel naar beneden rennen om lief beet te pakken gaat niet. De trapruimte is afgetimmerd met een plank, doordat we geen hondenpootjes in het beton wilden. Machteloos kruip ik terug op mn bed en geluidloos stromen de tranen over mijn wangen. Ik kan niet meer.

Wat een ongelooflijke klotedag. De hele dag zijn we bezig geweest met voorbereiden, alles ging buitengewoon goed en nu moeten we weer zelf weer aan de gang. Van een dag uitstel kan geen sprake zijn, aangezien de voorstrijk al op de vloer ligt. Wanneer dat droog en uitgehard is, kun je er geen beton meer overheen gooien. Dat weten we inmiddels wel, na de eerste twee mislukte egalinesessies.

Het wordt stil beneden. Ik hoor helemaal niets meer, behalve wat vogels buiten, die vrolijk fluiten. Even later hoor ik lawaai in de vorm van mannenstemmen, klompschoeisel en geluiden van laarzen die aan de voorstrijk vast kleven. Het is mijn lief, gewapend met kanjers van buurmannen en buurjongens. De schatten hebben meteen hun bezigheden gestaakt en zijn met lief meegelopen, toen hij het vroeg. De stemmen sterven weer weg, blijkbaar lopen ze terug naar buiten.

Als een prinses op de erwt lig ik op bed te luisteren naar de geluiden die van beneden komen. Eerst hoor ik gegier van de betonmmixers. Het gaat dus toch echt beginnen. Een kleine tien minuten later hoor ik de klompen van de buurman over de vloer klossen en ik hoof een doffe plof. Dat is speciekuip nummer een. Jammer dat ik niets kan zien, maar ik kan alles wel horen. Ondanks alle ellende ben ik blij dat ik twee keer heb meegeholpen als betonvrouw, nu ken ik de procedures en de geluiden en kan ik een klein beetje inschatten wat er komen gaat.
Even later hoor ik opnieuw klompen lopen, gevolgd door een bekende doffe plof. Speciekuip nummer twee. Een kleverig geluid van laarzen brengen een nieuwe plof mee naar binnen. Kuip nummer drie ligt erin. Tot nog toe mis ik één geluid. Er komt wel een ander bekend geluid bij. Ik hoor iets rollen, met een sisje. Het is het geluid van de prikroller. Tot twee keer toe was dat mijn taak.

Ik zit maar te zitten boven, eigelijk wip ik heen en weer op mijn bed van frustratie. Heel heel vervelend dat ik de mannen niet kan aanmoedigen. Toch roep ik maar niks vanaf de trap; vooral niet afleiden.
Het is acht uur ’s avonds, drie kwartier na de start. Ik heb zes speciekuip-ploffen geteld en ik hoor nog steeds betonmixers draaien, afgewisseld door nog een doffe plof en een serie klompen. Ik hoor mannenstemmen die niet door elkaar praten en keurig aan elkaar vragen wat waar moet en hoe. En blijft nog altijd één geluid over, dat ik tot nog toe helemaal niet heb gehoord…..het geluid dat mijn lief maakt wanneer het niet gaat.

Om kwart over acht hoor ik nog maar een prikroller zachtjes heen en weer rollen. Blijkbaar rolt de zaak naar achteren, want het geluid verstilt en even later hoor ik niets meer. Behalve het slot van de buitendeur, die blijkbaar wordt afgesloten. Om half negen hoor ik geluiden van koffiebekers, mannenstemmen en rinkelende koffielepels. Stiknieuwsgierig steek ik mijn hoofd uit het slaapkamerraam in een poging om te vragen of het ging, en hoe. Ik word niet gezien, want de mannen staan achter en ik hang met mijn hoofd aan de zijkant van het huis. Een kansloze onderneming.

Om kwart voor negen hoor ik mannenstemmen onder het slaapkamerraam. Snel steek ik opnieuw mijn hoofd uit het raam en joel eventjes. Lachend kijkt een van de buurmannen omhoog. Grijzend komt het verlossende woord eruit: “gelukt”.
Kan mij het schelen, nu trek ik die witte wijn open. Op bed? Tuurlijk! Ik hoef toch niet meer te rijden. Ik hoef -correctie: ik kàn- tot morgenochtend toch nergens heen.

Categorieën: Vervolg verhalen

Odette

Overtuigd twijfelaar. Boetseert woordjes tot sprekende beelden.

8 reacties

Meralixe · 16 september 2011 op 10:36

“’t Is gelukt” roep ik van bovenaan de trap tot mijn
vrouw die bezig is met koffiezetten.” Wat is er gelukt?” vraagt deze daar ze niet weet dat ik op de computer bezig ben. “Diene vloer!!!” schreeuw ik haar toe met een klank van triomferende vreugde.
Even was dit belangrijker dan zelfs de Belgische politiek. :toeter:

Ontwikkeling · 16 september 2011 op 10:53

Amai, diene poltiek he…das gelijk mijne vloer. Maar ook da komt goe…. 😀

Geschaterd (op werkplek) om je reactie. Zo lief! Dank!

arta · 16 september 2011 op 15:21

Jaaaaaaa, de vloer ligt!
Gefeliciteerd!

Succes met je verdere verbouwing, ik volg je verhalen met veel plezier!

pally · 16 september 2011 op 16:54

Oh gelukkig, ont! Wat een lijdensweg! Maar wel prachtig columnvoer. Bijna jammer dat-ie er nu ligt… nee, niet voor jou , hoor. Voor jou ben ik blij. Dus een hardgrondig 😀 gefeliciteerd,

groet van Pally

Libelle · 17 september 2011 op 09:36

Wat lees je lekker!

sylvia1 · 17 september 2011 op 20:37

Heerlijke column, en dat van een oorgetuige!

LouisP · 18 september 2011 op 15:20

Goh, ‘k denk dat ik dit nu de beste vind van alle verbouwingsperikelencolumns
Goed omschreven, ‘k moest zo lachen met die geluiden onder…echt heel goed

Mien · 20 september 2011 op 20:44

En … hoe loopt ie … :hammer: :hammer: :hammer:

Zweef je nu van de egaline, mahonie of de witte wijn …?

Geslaagd opgetekend grondwerk!

Proficiat.

Mien

Geef een reactie

Avatar plaatshouder