Jouw leven was niet leuk. Van al mijn vrienden waarmee ik kon praten, lachen en huilen, kon ik met jou alleen maar praten en huilen. Het troosten gaf ik al snel op. Iedereen probeerde je al zoveel valse hoop te geven, dat je dat al lang niet meer geloofde. Dus liet ik het zitten en probeerde ik je zo nu en dan aan het lachen te maken. Maar zelfs zelfspot kreeg slechts een wrange glimlach. Als er eeuwige pech aan iemand is verbonden, dan ben jij dat. Willy E. Coyote, Tom van Jerry en de Romeinen uit Asterix en Obelix zijn slechts parodieën op jou. Als kind werd je gepest om je kleren, om je bril. Om alles dat zij konden vinden, eigenlijk. Je verschool je in stripboeken, kinderboeken en uiteindelijk ook in literatuur, nog lang voor je het verplicht voor school moest lezen.

De middelbare school bracht je niet meer geluk. Mijn masker bestond uit plexiglas. Het was doorzichtig, maar het bleek veerkrachtig genoeg. Jouw flinterdunne masker was gemaakt van gewoon glas. Het brak al bij de eerste steen. We werden vrienden. Niet omdat we elkaar al mochten. Toen nog niet. Niet echt. Maar het was beter dan niets. Toch groeide die vriendschap wel, bij elke keer dat ik jouw scherven voorzichtig bij elkaar veegde. Ik lijmde de stukken weer aan elkaar en sneed me soms aan jouw glas. Maar bij elke breuk raakten we stukjes kwijt, waardoor je masker verder en verder afbrokkelde.

Omdat ik mijn vriendenkring langzaam uitbreidde, zag ik je minder vaak. Daardoor miste ik je niet, toen jij onder schooltijd naar het station fietste. Later vertelde je dat je wilde springen. De trein had vertraging. Na zeven minuten wachtten, gaven je knieën het op. Op de achtste minuut kwam de trein eindelijk, maar je had jezelf te laat onder controle om het nog eens te proberen.

Hoe onfortuinlijk je echt was, bleek zes jaar later. We hadden onze diploma’s al even op zak en waren elkaar door de studie al bijna uit het oog verloren. Na een paar biertjes verklaarde je mij de liefde. Ik schoof het zo voorzichtig mogelijk af, om je niet te kwetsen.
“Je bent meer een broer van me. Ik zal niet verliefd op je kunnen worden, maar ik wil je ook niet kwijt.”
“Dat zal nooit iemand worden. Ik loop zelfs al blauwtjes op als ik het niet eens probeer.”

De daarop volgende weken stalkte je me. Per telefoon, E-mail, op elke profielsite waar je me kon vinden. Mijn moeder belde me zelfs, omdat ze zich zorgen om je maakte. Je bleef elk weekend voor de deur van mijn ouderlijk huis rondhangen. Toen ik niet meer op je reageerde, dreigde je voor de trein te springen.

Je hield voet bij stuk. Ik legde de telefoon trillend neer, toen ik hoorde dat je was gesprongen. Ik zie de foto in de krant nog zo voor me. Dat brilletje, zwaar verwrongen, met gebroken glazen, klem tussen de spoorbielzen. Maar het was nog niet voorbij. Waar eigenlijk de intercity had moeten razen, reed op die dag de stoptrein. Het moest precies jou overkomen om die te raken op het moment dat hij al afremde.

Intussen ben je, naar omstandigheden, weer aardig opgeknapt. Ik voel me nog elke dag schuldig, als jij weer met je karretje van de stoep af hobbelt. Toch ben je er al erg behendig mee. Ik kijk toe hoe je op het pleintje voor mijn ouderlijk huis je duim soepel over de stuurknop laat gaan. Je maakt schokkerige bewegingen, maar het oogt gecontroleerd. Je hele lichaam hangt willoos en zwaar naar links. Uit beide mondhoeken druipt een sliert kwijl.

Als ik mijn hand op je schouder leg, schiet je duim onwillekeurig naar voren. Ineens zie ik waar je mee bezig was. De tranen springen in mijn ogen. Op de grond staat jouw tekst in dubbele lijnen, synchroon gekwijld: “Ricardo hartje Julia.”

Als teken van echte vriendschap is er nu nog maar een ding dat ik voor je kan doen. Maar ik heb twee keuzes. Of ik zal je eeuwig gelukkig moeten maken door te trouwen, of ik zet je karretje alsnog voor de juiste trein. Ik zit met het dilemma. Want wat staat me nu beter: zwart of wit?


11 reacties

arta · 13 mei 2008 op 12:28

Een heftig verhaal, maar toch raakt het me minder dan het zou moeten doen…
Ligt het aan het feit dat je grotendeels vanuit zijn beleving hebt geschreven? Ligt het aan de afstand die je handhaaft gedurende het stukje? Ik weet het niet…
Deze quote vond ik echt geweldig:[quote]Toch groeide die vriendschap wel, bij elke keer dat ik jouw scherven voorzichtig bij elkaar veegde. Ik lijmde de stukken weer aan elkaar en sneed me soms aan jouw glas. Maar bij elke breuk raakten we stukjes kwijt, waardoor je masker verder en verder afbrokkelde.[/quote]
Verder begrijp ik dat de hoofdpersoon zich schuldig voelt, al is dat natuurlijk niet nodig: Ten koste van jezelf met iemand trouwen is natuurlijk te gek voor woorden. Daar maak je niemand gelukkig mee!
(Op de één of andere manier ga ik er vanuit dat dit (grotendeels) fictie is…)

Dees · 13 mei 2008 op 15:03

Tsja Nk, ik sluit me bij arta aan. Het begon goed, maar het eindigde te ongeloofwaardig om nog echt te raken. En je laatste grap, tsja, het is net alsof het niet helemaal past bij het stuk.

Ook denk ik dat mensen die dreigen niet uitvoeren en dat geen relatie gebaseerd op manipulatie stand kan houden. Dus take your parachute and jump 😉

Mup · 13 mei 2008 op 16:35

Juist door je nuchtere aanpak trekt het stuk me aan. Geen vals sentiment. De uitsmijter zette me weer met beide benen op de grond, misschien verkeerde woordspeling in dit geval. Ik denk dat blauw of beige je mooi staat,

Groet Mup.

Troy · 13 mei 2008 op 18:19

Met plezier gelezen. Er lopen overigens een aantal mensen rond die echt Ricardo Pol heten. Ik ben benieuwd wat ze hiervan vinden. 😉

Ik ben het overigens wel eens met vorige kritieken. Die middenweg tussen sentiment en zwarte humor pakt hier en daar net niet helemaal lekker uit. Het einde was niet bepaald geloofwaardig, maar aan de andere kant heeft dat absurde ook wel weer iets.

De_PessiMist · 13 mei 2008 op 18:39

Het gequoteerde stuk is inderdaad sterk. Herkenbaar.

Neuskleuter · 13 mei 2008 op 21:46

Hmm… De oorspronkelijke opzet was de zwarte humor, maar ik snap de reacties wel. Volgens mij liet ik me ter introductie te veel in het sentimentele deel vallen, waardoor dat stuk te veel is gaan leven. En ja, dan lijkt die humor nogal hard.

@Arta: het is geheel fictief 😉

Sheevasifa · 14 mei 2008 op 01:45

Ben nogal nieuw op de site, maar dit stuk schrijven belooft toch al ’t een en ander voor de rest van de content op columnx 🙂
Ik ga gegarandeerd meer van je lezen!

SIMBA · 14 mei 2008 op 08:47

Leest lekker weg NK, als je gestopt was bij: [quote]Het moest precies jou overkomen om die te raken op het moment dat hij al afremde. [/quote]
Had het een open einde gehad, hadden wij lekker kunnen fantaseren! (vind ik dan he)
(ik ben blij dat het fictie is!)

Fem · 14 mei 2008 op 10:24

[quote]Want wat staat me nu beter: zwart of wit?[/quote]

….zwart maakt slanker dus daar zou ik persoonlijk voor gaan …. 😀
(maar dat heb jij miss niet nodig :oeps: )

Li · 14 mei 2008 op 20:33

[quote]Mijn masker bestond uit plexiglas. Het was doorzichtig, maar het bleek veerkrachtig genoeg. Jouw flinterdunne masker was gemaakt van gewoon glas. Het brak al bij de eerste steen. [/quote]

Dit vind ik een bijzonder mooi stukje. Het maakt de tegenstellingen meteen zichtbaar!

Li

Shitonya · 15 mei 2008 op 15:55

De titel is belabberd, maar het verhaal is bijna voortreffelijk. Niet overdreven dramatisch. gevoelig of melijwekkend, maar vrij objectief, nuchter en zelfs een vleugje humor. Dat staat me zeker aan. Keep on working! :pint:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder