Een jaar later staat Eshter weer bij de poort. Die gaat automatisch open, en weer dicht zodra het meisje is gepasseerd. Ze loopt door lange fabrieksgangen, opent een deur, en komt in een soort van laboratorium terecht. Daar ziet ze haar vriendin Judith terug. Met een baby op haar arm! De twee omhelzen elkaar. “Wat is er allemaal gebeurd?“ vraagt Eshter.

Judith vertelt, hoe Harold vanaf het begin elke nacht bij haar kwam, en haar tot gemeenschap dwong. Totdat die laatste keer, juist toen Harold zijn zaad in haar had geloosd, hij met een zucht boven op haar in elkaar zakte. Hartstilstand. Morsdood! Judith heeft het dode lichaam in een koelcel verstopt. Ze heeft uiteraard geprobeerd om het complex te verlaten, maar het lukte haar niet om over de omheining te klimmen. Gelukkig was alles voor levensonderhoud aanwezig, ze hoefde zich over voedsel en water geen zorgen te maken. De voorraadkelder bleek zodanig gevuld daar kon ze jaren mee vooruit.

Toen kwam ze er achter dat ze zwanger was, van die Harold! Ze heeft de baby zonder enige hulp ter wereld gebracht. Een jongen, die ze Sam heeft genoemd. Judith is blij dat Eshter weer bij haar is, maar hoe komen ze hier weg? Ze zoeken en zoeken, maar ook samen komen ze er niet uit. Bij de poort ontdekt Eshter een brievenbus. Impulsief opent ze deze en treft een envelop aan. Met een brief:

‘Beste Eshter en Judith. Vanaf het moment dat jullie voor mijn poort verschenen, wist ik wat er moest gebeuren. Het staat immers in de sterren geschreven. Deze fabriek is voor jullie, en voor de kleine Sam. Zorg er goed voor. Alles is hier voorhanden. Probeer het terrein niet te verlaten, want dat zal Sam niet overleven. Geloof me! Vertel mijn zoon op zijn 18de verjaardag wie ik ben en waar hij van vandaan komt. Harold Scalottie.’

De meiden kijken elkaar verbijsterd aan, en zijn voor even sprakeloos. Ze breken hun hoofd over het schrijven van Harold, maar ook nu weer komen ze er samen niet uit.

Na verloop van tijd leggen ze zich bij hun lot neer, en leven lang en gelukkig. Totdat … Totdat Sam 18 jaar wordt. Dan vertellen ze hem over de laatste wil van zijn vader. De jongen reageert rustig op het verhaal. “Waar is mijn vader nu?” vraagt hij. Judith vertelt hem dat diens lichaam ligt opgeborgen in de koelcel. Sam wilde per se zijn vader zien. Eshter en Judith kijken elkaar aan, en geven de jongen zijn zin. De dames openen de koelcel en daar ligt vader Harold, tenminste, wat er van over is. Ze laten de jongen alleen, met zijn vader, en kruipen zelf in bed. Ineengestrengeld vallen ze in slaap.

De volgende morgen schrikt Judith wakker. Ze ligt buiten, voor de gesloten poort. Alleen. Eshter is nergens te zien. En Sam. Ze schreeuwt haar hart uit, maar alles blijft stil en verlaten. Het meisje barst in tranen uit, en laat zich met haar rug tegen de poort op de grond zakken. Dan voelt ze in haar zakken, en vindt een briefje:

‘Kom over precies een jaar weer hier. Ik raad je aan: Laat ons verder met rust, want anders zie je jouw vriendin nooit meer terug! Sam Scalottie.’

Wanhopig kijkt Judith naar de fabriek achter de gesloten poort. Nu ziet ze ook de tekst op de pilaar naast de poort. Ze herkent het, het is Latijn: Quae volumus credimus libenter: De wens is de vader van de gedachte. Even later druipt ze af. Met haar ziel onder de arm.

***


Thomas Splinter

Verhalen zijn splinters uit mijn onderbewustzijn.

4 reacties

Esther Suzanna · 2 augustus 2018 op 10:49

Verontrustend Thomas, erg… verontrustend.. 😉

    Thomas Splinter · 4 augustus 2018 op 16:27

    Dankjewel, voor deze bijzonder … verontrustende reactie.

Lianne · 4 augustus 2018 op 13:15

Met Esther eens, verontrustend. 🙂
Maar wel leuk verontrustend, hoe zou het volgend jaar gaan? Ik voorzie vervolgen, die steeds meer op incest gaan lijken. Gelukkig begint Judith tegen die tijd de leeftijd van de overgang te naderen. 😉
Al met al heeft dit toch wel wat weg van een sprookje, maar dan zoals die in eerste instantie geschreven zijn. Niet de gekuiste versies, die in Nederland aan de kinderen worden voorgeschoteld.

Thomas Splinter · 4 augustus 2018 op 16:30

Bedankt. Wat mij betreft is het sprookje hiermee uit, maar je weet niet hoe het balletje rolt. Misschien volgend jaar weer verder.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder