‘Ik moet op reis,’ zei Hokusai Bon. ‘Je kunt je gang gaan en alle slechte dingen doen die je wilt. Ik ben er niet om je tegen te houden.’
Minnie had ons uitgelegd wat je in zo’n geval kon doen. Het was een stukje psychologie. De held stond zijn plaats af… aan de schurk die hiermee bewees dat hij nog zo slecht niet was. Het werkte altijd. Het was een kwestie van hierarchie. Geef de ander de macht en hij verandert ogenblikkelijk. Dat kon ten kwade zijn of ten goede. Hokusai Bon en Tattoo Joe waren elkaar tegengekomen voor het eethuisje van Tsoe. Dat was niet zo toevallig als het leek. Tattoo Joe kwam daar vaak. Hokusai Bon had rustig gewacht tot zijn grootste vijand was komen opdagen. Toen hij te voorschijn kwam sprong Tattoo Joe meteen in vechthouding, klaar om te proberen de slanke knuppel te ontwijken. Het was een grote forsgebouwde kerel in een soort soepjurk met een knuppel in zijn hand. Je kon de tatoeages zien op zijn blote armen. Maar de rustige ontspannen houding waarop Hokusai Bon voor hem stond duidde erop dat deze niet van plan was te vechten. Zo stonden ze daar op straat tegenover elkaar. Er was verder niemand te zien.
‘Op reis?’ gromde Tattoo Joe. Zijn gemene gezicht glom.
‘Op reis,’ beaamde Hokusai Bon. Zijn stem klonk ernstig.
‘Hoe lang?’ vroeg Tattoo Joe.
‘Dat weet ik niet. Lang genoeg om iedereen hier ongelukkig te maken.’
Tattoo Joe keek Hokusai Bon opeens op een vreemde manier aan.
‘Waarom geef je mij dan niet bij de politie aan! Of sla je me niet in elkaar? Als je dat toch weet!’
De ernstige trek op het gezicht van Hokusai Bon bleef. ‘Omdat je niet de enige bent die slecht wil.’
Tattoo Joe knikte. Daar had hij niet aan gedacht. ‘Dat is zo.’
‘En misschien kan het anders,’ zei Hokusai Bon.
Tattoo Joe keek hem vragend aan. ‘Wat bedoel je?’ Hij had langzaam zijn vechtlustige houding laten varen. Er was iets vreemds. Hokusai Bon stond daar of je hem zo een klap kon verkopen.
‘Misschien kun jij doen wat ik altijd heb gedaan?’
Het was doodstil. Ze keken elkaar recht in de ogen. Hokusai had er lang over nagedacht. Misschien was Tattoo Joe gewoon jaloers. Wilde hij belangrijk zijn. Hij moest proberen zijn tegenstander over te halen zijn kant te kiezen.
‘Je bedoelt dat ik dan de slechten straf?’
Hokusai knikte. ‘Ze zullen eraan moeten wennen. Maar ik heb gemerkt dat je slim en sterk bent. Ik denk ook dat je de moed hebt goed te zijn.’
Ze keken elkaar onderzoekend aan.
‘Maar als je terug bent…’ vroeg Tattoo Joe aarzelend.
‘Dat kan erg lang duren.’
‘Maar als…’
‘Dan kunnen we samenwerken.’
Plotseling veranderde er wat in Tattoo Joe. Hij rechtte zijn rug. Er blonk een ander licht in zijn ogen. Hij stond daar fier en onverschrokken. Hij was er klaar voor.
‘Je kunt op me rekenen Hokusai!’
‘Ik heb me niet in je vergist,’ knikte Hokusai tevreden. ‘Ik noem jou Hokusai Tattoo!’
‘Dat heb je mooi gedaan,’ las Connie over mijn schouder mee. ‘En er zit nog diepte in ook. Het is niet maar zo iets.
‘Ik heb er de hele nacht over nagedacht,’ bekende ik. ‘Toen Minnie het ons had uitgelegd zag ik he voor me. Nou moeten ze het nog spelen. Camera er op, goeie regisseur die de juiste accenten plaatst. Vooral de gezichtsuitdrukkingen zijn belangrijk.’
Connie lachte. ‘Laat dat nou maar aan die acteurs over.’
Ik knikte. Ik was er zo mee bezig dat het me moeite kostte het los te laten.
‘Weet je,’ zei Connie peinzend. ‘Alles wat we nu hebben gedaan om dit voor elkaar te krijgen is een goeie les geweest. We zullen nooit meer iemand ongevraagd op de foto zetten.’
‘Dat is zo,’ gaf ik ogenblikkelijk toe.
‘Bovendien kun je het goed gebruiken in het drama waarmee je bezig bent.’
‘Daar zat ik aan te denken,’ gaf ik toe.
‘Dan is het allemaal niet voor niets geweest.’
‘Maar je moet kunnen schrijven zonder sores aan je hoofd,’ zei ik. ‘De laatste weken zijn me te onrustig geweest.’
‘Dat brengt me bij een andere vraag,’ zei Connie rustig.
Ik knikte. Ik wist waar mijn verkeerslichtmeisje op doelde.
‘Het duurt niet lang meer voordat dit alles voorbij is,’ zei Connie langzaam. ‘Blijven we dan hier wonen of gaan we terug?’
‘Daar moet ik nog eens over nadenken,’ schoof de ik de beslissing voor me uit.
‘Eerst dat verhaal opsturen naar de Hokusai Bon club,’ knikte ze. ‘En dan zien we wel.’
‘Die band moet ook nog terug,’ merkte ik op.
‘Deurope, bliklos, bandterug,’ grijnsde Connie.
0 reacties