Alles is donker en stil. Mijn buren zijn nog niet thuis. Zwak licht van buiten schildert de blote vloer een beetje zilver. De meubels staan zwart om het midden. Als boze boeren langs een veld bij nacht. Ik begon met één oogje, een kleintje. Mijn buurvrouw heeft schrootjes tegen haar plafond, een dennenbos in ruste. Dan valt een kwast meer of minder niet op.
In de winkel had ik een extra lange boor gevonden, wel dertig centimeter. Zes millimeter doorsnede, precies genoeg. Één oog is géén oog dus dat werden er twee. Maar een paar is ook weer enkelvoud dus verdubbelen moest. En daarna nog eens, en nog eens, en nog eens, en nog eens, en nog eens.
Door kaarsrechte takken van lucht waait bij mij leven binnen.
Vanavond wordt dat een woud van licht.

Met de schaal zal ik spelen.
Als ik precies de juiste plek op mijn bank kies overzie ik al mijn sprookjesbossen. Vooral het licht-woud in de slaapkamer zal mijn aandacht gevangen houden. Een deelverzameling, door twee overlappende deurvensters als in een lus gevangen.
Maar deze reus wil graag ruilen. Minder overzicht voor meer nabijheid.
En dus zal ik dan mijn perspectief de bank af tillen. Ik laat me naar de grond glijden en deel mezelf in vier poten op. Ik ben te rusteloos om voor één bos te kiezen. Sluip van slaapkamer naar woonkamer naar eetkamer. Draai nerveuze rondjes om meerdere middens. Laat mijn staart met wilde precisie rakelings langs de lichtbundels zwiepen. Blijf overal zorgvuldig aan de rand.
Ik ben nog steeds te groot om in het bos te verdwijnen.
En dus zal ik mijn blik nog dichterbij brengen. Ik laat me op mijn buik zakken.
Ik breng mijn ogen zo dicht bij de vloer dat de geest mee moet. Ik stap naar binnen. Als Repelsteeltje zal ik dansen tussen de witte pilaren die scherp afsteken tegen de zwarte nacht. Ik zal stille liedjes zingen en mijn naam niet verraden. En na een tijdje kies ik dan een schacht, duw mijn hoofd dwars in de lichtstroom, kijk over de rand van de put, en zie alles beneden me levensgroot.
Het negatief van een sprookje.

As ik dronken ben van het licht dat mijn hoofd omhult zal ik mezelf weer terug brengen tot mijn eigen proporties. Ik zal opstaan, snel maar beheerst al mijn kleren van me afpellen en ze in hoopjes op de bank laten vallen. Naakt zal ik mij aan de vloer geven, gaan liggen, mijn armen boven mij uitstrekken tot ze samen met mijn benen één as vormen en ik zo min mogelijk weerstand ondervind. Al rollende neem ik mijn hele huis opnieuw in bezit; van woonkamer naar slaapkamer naar eetkamer rol ik, over mijn bossen, heen en weer en nog een keer, zodat geplette lichtkoeken zich als dekens om mij heen wikkelen. Verwarmd zal ik worden, door het leven dat zich buiten mij om afspeelt. Verwarmd, en gelukkig.

Boem. Terug op de bank. Dat was de benedendeur. Ik hoor gestommel op eerste trap. Gestommel op de tweede trap. Mijn buren! Ze komen thuis! Sleutel in het slot, dat duurt lang zeg, ja! De deur kraakt open! Slaat dicht!!! Nu! NU! NU! Nu-Wat- Het is nog steeds donker! Ze móéten de lichten al aan hebben gestoken, het móét! Ik hoor ze toch lopen, en praten, drie stemmen! Ze zijn toch thuis! Maar waar zijn mijn bossen dan?!! Waar?! Waarom? Waarom- Ik hoor iemand mijn trap opkomen! Er klopt iemand op mijn deur! Ik ben er niet! Ik ben er niet! Ik

Categorieën: Vervolg verhalen

7 reacties

pally · 15 januari 2007 op 09:59

Ha anne,

Je hebt het slot naar een climax toe , zoals ik hoopte en verwachtte absoluut waargemaakt.
Het is spannend ,obsessief en hier en daar onverwacht geestig.
De lezer is op het verkeerde been gezet : het gebeurt niet bij de buren , maar bij de ik- figuur.
Klasse!

Groet van Pally

arta · 15 januari 2007 op 11:14

Hier en daar verrassend in verwarring gebracht, mooie zinnen, mooi verhaal!
🙂

Bitchy · 15 januari 2007 op 15:42

Ik heb een beetje moeite met begrijpend lezen geloof ik. Of ik was bevooroordeeld en had ik een ander soort slot in gedachte.

Heb het stukje meerdere malen gelezen en nu begrijp ik het! :oeps:

Mooi!

pepe · 15 januari 2007 op 19:28

Een bijzonder vervolgverhaal, met een heel verrassend slot.

Met plezier gelezen. Op naar de volgende?

KawaSutra · 17 januari 2007 op 17:59

Een verrassende wending zoals Pally het al perfect omschreef. Ik twijfel alleen of je de column bewust met ‘Ik’ hebt laten eindigen. Daar is wel wat voor te zeggen, in de paniek van het moment, maar ik kan de twijfel niet van mij af schudden dat er ook iets mis kan zijn gegaan bij het inzenden.
Een bijzondere en intrigerende serie Anne, mijn complimenten voor je schrijfstijl en je creativiteit.

Anne · 17 januari 2007 op 18:10

Bedankt voor jullie reacties! Leuk om te lezen.
Het eind is zeer bewust gekozen, geen fout. Of dat een goede keuze is, tja, daar zal ik misschien nog eens over nadenken. Nooit gedacht dat dit aan een inzend-fout zou kunnen worden geweten! 😕

Nana · 19 januari 2007 op 10:44

Beste Anne een beetje late reactie, maar ik wil even zeggen dat het slot erg mooi is! Verwarrend en verassend.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder