Op weg naar huis strijk ik even neer op een terrasje. Best vermoeiend, werken met deze hitte, ik ben dan ook blij dat het erop zit voor vandaag. Mijn man is nog niet lang niet thuis, hij is naar een congres, vandaar dat ik niet zo veel aanstalten maak om naar huis te gaan. Bovendien is het bloedheet in huis. Waar ik nu zin in heb, is een cola met ijs. Veel ijs. Ik neem een slokje van mijn cola en onder de tafel schop ik mijn slippers uit. Mijn voeten doen pijn. Uit mijn tas haal ik mijn sigaretten en ik steek er eentje op. Onmiddellijk brengt de vriendelijke ober een asbak. Dan gaat hij weer naar binnen. Het gebeurt bijna nooit dat ik in mijn eentje op een terras ga zitten. Toch verveel ik me geen moment, er valt van alles te zien. Mensen kijken blijft altijd leuk.

Aan de overkant van de straat zit een grote tandartspraktijk. Ik zie daar steeds mensen in en uit lopen. In gedachten leef ik met ze mee. Een vrouw doet haar fiets omslachtig op slot. Ze kijkt steeds op haar horloge en maakt een nerveuze indruk. Logisch, wie vindt het nou leuk om naar de tandarts te gaan? Ze gaat uiteindelijk toch naar binnen. Even later komt er een man naar buiten. Die zal wel opgelucht zijn dat hij het weer achter de rug heeft. Raar toch, dat ik er altijd mijn eigen verhaal bij bedenk. Misschien werkt die man daar wel en is hij daar helemaal niet in de hoedanigheid van patiënt.

Ik kijk naar rechts. Daar komt een man aangelopen. Strak in het pak en dat met deze hitte! En het is ook niet dat deze heer net uit zijn werk komt of zo, want ik schat hem een jaar of zeventig, vijfenzeventig. Een leeftijd die voor mij niet makkelijk te schatten is, trouwens. Hij nadert het terras waar ik zit in een langzaam tempo. Zijn grijze haar strak achterover gekamd, een wandelstok in zijn hand. Zo eentje met sigarenbandjes eromheen. Hij zet de stok steeds bedachtzaam neer voor hij de volgende stap zet. In zijn andere hand draagt hij een boodschappentas.

Vanaf de andere kant komt een oudere dame aanwandelen. Volgens mij ook al een eindje richting de zeventig, vijfenzeventig. Ze draagt een gebloemde japon en glimmende zwarte schoenen met een hak. Een handtas met een grote glimmende gesp houdt ze omklemd in haar hand. Ze heeft kennelijk een beetje haast. Als ze vlak bij mijn tafeltje is, hoor ik haar ademen. Haar ferme boezem deint op en neer en ze veegt een lok haar van haar voorhoofd. Prachtig witgrijs haar heeft ze en ze draagt het losjes opgestoken. Ze ruikt naar lavendel en poederdoos.

Hij kijkt naar haar. Zij werpt een snelle blik naar hem maar loopt onverdroten verder. Hij niet. Hij blijft staan en kijkt haar helemaal na, een goedkeurende glimlach op zijn gezicht. Zijn blik kruist die van mij en hij grijnst. Het is echt zo’n: ‘zo, die mag er wel wezen’ grijns. En met ‘die’ bedoelt hij niet mijn persoontje, maar de dame die hem net gepasseerd is. Hij loopt verder, mij in gedachten achterlatend.

Op een of andere manier geeft hetgeen ik gezien heb een soort van troost. Op zich heb ik er niet veel moeite mee om ouder te worden, maar ik besef heel goed dat mijn ‘mooiste jaren’ – en dan heb ik het niet over de inhoud maar over het uiterlijk dat daar bij hoort – voorbij zijn. De rimpels zullen dieper worden, mijn figuur zal steeds meer gaan uitzakken, dat is gewoon een feit. Natuurlijk kan ik het wel eens jammer vinden dat ik niet meer dat figuurtje heb van vroeger. Of dat gladde gezichtje. Destijds zag ik dat helemaal niet. Iedereen van mijn leeftijd had een glad gezicht! Toen keek ik naar jongens van twintig jaar, nu heb ik kinderen in die leeftijd. Iemand van zestig was stokoud, maar iemand van veertig ook. Ik was heel onzeker over mijn uiterlijk in die periode. Dat vind ik nu zó jammer als ik de foto’s van toen terugkijk! Mijn dochter heeft precies hetzelfde: een mooi en slim meisje van zeventien, maar toch – onterecht- onzeker over haar uiterlijk.

Mijn schoonouders zijn al bijna vijfenvijftig jaar getrouwd. Vergroeid en vertrouwd met elkaar. Ze zijn de tachtig al gepasseerd, maar lopen nog steeds hand in hand. Geven elkaar een kusje midden in de woonkamer. Ze maken grapjes met elkaar, plagen elkaar goedmoedig en als er met een van hen beiden iets is, dan is de ander volkomen van slag. Ze zijn allebei grijs, gerimpeld, hun kunstgebitten gaan ’s nachts in een glaasje water naast het bed, maar ze vinden elkaar mooi. De allermooiste van de hele wereld, zelfs.

Als mijn lief en ik daar zijn en we bijvoorbeeld naar het winkelcentrum lopen, schoonouders hand in hand voorop, dan zeggen mijn man en ik altijd tegen elkaar: “Zó wil ik oud worden met jou.” En dat is toch ook het mooiste dat er is? Ik ben enorm kritisch op mezelf en wil me aantrekkelijk voelen voor mezelf en mijn man. Laatst, toen we in Antwerpen waren, werd ik constant geconfronteerd met mijn uiterlijk doordat onze hotelkamer vol met spiegels hing. Van die top-tot-teen spiegels. Ik vond dat helemaal niet prettig. Als ik uit bad kwam, dan zag ik de naakte waarheid. Op een van die avonden meende ik wat putjes in mijn benen te zien. “Schat, denk je dat ik cellulitis heb?”, vroeg ik angstig aan mijn lief die in bed de krant lag te lezen. “Nee hoor, dat heb je niet. Je bent gewoon mijn prachtige meisje,” antwoordde hij zonder van zijn krant op te kijken. “Je kijkt niet eens!”, riep ik verontwaardigd. Hij glimlachte en sloeg een bladzijde van zijn krant om. “Dat hoef ik ook niet. Ik ken elk detail van je lijf en ik vind je prachtig. Punt uit.”

Ik keek naar hem. Zoals hij daar rustig zijn krant lag te lezen. Mijn man. Ik ken ook alle details van hem. En ze zijn me allemaal even dierbaar. Dat moet ik mezelf voor ogen houden: zo kijkt hij ook naar mij. Wij kijken naar elkaar met onze ogen én met ons hart.

Ik reken mijn cola af en loop naar huis. De oude man van net komt met een volle boodschappentas de supermarkt uit waar ik boven woon. Hij keurt mij geen blik waardig. Natuurlijk niet. Wat moet hij ook met zo’n jong ding?


DreamOn

DreamOn publiceert sinds 2006 columns op het internet. Zij schrijft over alles wat haar bezighoudt. Vaak (te) breedsprakig, maar dat is een leerpunt! In het dagelijks leven is DreamOn pedagogisch coach en heeft ze haar man, kinderen, familie en vrienden lief.

11 reacties

SIMBA · 27 augustus 2012 op 07:17

Op die sigaretten na 😀 een leuk stukje DO!

Meralixe · 27 augustus 2012 op 07:38

Al die bedenkingen bij snikheet weer met één colaatje? O ja, met veel ijs!!! :hammer: :pint:

Genoeg gepest, mooie column waar ik met plezier een quote uit pluk. Ik zal dat wel eens moeten leren met dat aparte zwarte lijntje er rond…

Ze ruikt naar lavendel en poederdoos.

Ze maken grapjes met elkaar, plagen elkaar goedmoedig en als er met een van hen beiden iets is, dan is de ander volkomen van slag.

Mooi…Volgende keer onder de noemer “liefde” plaatsen. :eh:

Libelle · 27 augustus 2012 op 09:41

Ik zeg geen Do, en jij zegt geen Lib tegen mij.
Trouwens het zal je vriendin maar wezen die je je sigaretje misgunt.
Je schrijft kundig DreamOn en ongetwijfeld mooi voor velen, maar ik vind het te lief, te gelikt.
Mijn schoonouders zijn al twintig jaar dood en vochten elkaar het kot uit. Mischien ligt het daaraan.

wouterm · 27 augustus 2012 op 13:10

Als je columns op zou moeten noemen waar je in meegetrokken word dan is dit er zeker een!
Bovendien straalt het geluk ervan af. Geluk dat helaas niet iedereen is gegunt, daarom maakt het dit verhaal zo mooi.

lisa-marie · 27 augustus 2012 op 14:00

Spiegels ze zouden verboden moeten worden, vandaar ik er alleen maar een heb ter hoogte van je gezicht 😀
met plezier gelezen

Yfs · 27 augustus 2012 op 19:43

Zeer herkenbaar, op een terrasje zitten, observeren en in gedachten raken. Een mooi besef dat je partner naar jou kijkt zoals jij naar je partner kijkt! Naar elkaar kijken met ogen en hart! Heel mooi geschreven! :duimop:

Sagita · 28 augustus 2012 op 11:34

Ouder worden blijft een boeiend onderwerp en je hebt het met mooie details uitgewerkt.
Hoewel je het in de titel al weggeeft moest ik toch lachen bij: [quote]Wat moet hij ook met zo’n jong ding?[/quote]
groet Sa

sylvia1 · 29 augustus 2012 op 09:01

Graag gelezen!

arta · 29 augustus 2012 op 13:16

Heerlijk wegmijmeren op een terras…
Fijn stuk om te lezen, Do.

(Het viel me wel op dat in de eerste alinea wat veel ‘niet’-jes stonden)

Harrie · 29 augustus 2012 op 20:02

Ja, het nietmachien in alinea 1 viel mij ook op maar DO mooie column verder. Ik zag het voor me. Die lieve man in drie d kostuum. 😀

pally · 30 augustus 2012 op 12:47

Mij vielen 2x ‘huis’ en 1x ’thuis’ in de eerste alinea op.Maar dat is muggenziften. leuk stukje om te lezen, Do

groet van pally

Geef een reactie

Avatar plaatshouder