‘Mijn hart ligt in puin!’ hoor ik luid. Ik schrik, kijk op. Daar staat Han. Oor noch oog gaf mij signaal van zijn komst. Han is ’t junior kind van mijn schoonpa. Hij komt vast voor mijn man, maar mijn schat is op dit tijdstip uit huis. In zijn plaats waag ik ‘n troostpoging. Ik sta op, houd Han flink vast. Zijn lichaam schokt. Traan na traan drupt op mijn shirt. ‘Maar joch toch, wat ’n hartpijn!’ Hij knikt. ‘Vanwaar dit traandal?’ vraag ik. Hij wrijft zijn oog droog, schraapt dan zijn slokdarm in ’n poging tot ’n woord. Hij praat schor. In ’n monoloog had zijn schat, zijn droomvrouw, zojuist onthuld dat zij gaat. Voor altijd. Kordaat nam zij daarbij ook haar CD’s plus haar ros van staal al uit Han’s huis. In ’n half uur, van half vijf tot vijf uur. In ’n mum van tijd was ’t voorbij. ’t Ging zo vlug dat haar act aan Han als ’n film voorbij ging. Hij was verdoofd. Nu pas dringt ’t tot Han door. ‘Waarom?’ pijnigt hij zijn hoofd. ‘Waar ging ’t fout? Was ik blind? Zij was al wat ik had, waarom brak zij zojuist mijn hart? Nooit bond ik mij zo totaal aan ’n vrouw dan aan haar. Zij is zo mooi, zoals zij lacht. Zo vrolijk, zorgzaam. ’t Was zo fijn, wij saam. Ik wou bij haar zijn voortaan, voor altijd. Al wat ik had, stort nu in als ’n kaarthuis.’

Han praat door, want dat lucht op. Ja, ’t is waar, zij was al ’n tijd chagrijnig, zuur. Maar zij gaf daarbij ’n link aan haar job. Dat vond Han logisch. Nooit dacht ’n haar op zijn hoofd dat haar onmin hun romantisch avontuur aanging. Als zij nors of nukkig was, schoot hij in ’n lach. ‘Dat waait zo voorbij.’ Hij was blind voor ’t gif dat in haar kroop, hij nam aan dat ‘t onschuldig was. Tot vandaag. Haar daad rukt zijn hart uit. Natuurlijk, want hij gaf ‘t haar. Zij was zijn kompas, zijn rots, zijn vluchtoord. Hij wil nochtans haar minnaar zijn.

Zijn klaagzang raakt mij. Dan komt ook mijn man thuis. Als hij ’t aanhoort wordt hij boos, hij valt uit naar haar. Hij gunt Han zo graag ’n maat. Hij vindt haar laf, zwak. Waarom gaf zij nooit aan dat zij onmin had? Zij sloot zich af, gaf Han nooit ’n kans. Dat is unfair, kindachtig voor ’n vrouw van 28. Han knikt, hij wil alsnog graag naar haar. Al is ’t zinloos, hij wil toch wat kwijt aan haar, ’n half uur was zo kort, hij was onthutst, ontdaan, vandaar zijn woordloos antwoord. Nu loopt zijn hoofd vol. Hij smst dat aan haar, maar zij wijst ‘m via sms af. Koud, kil. Voor haar is ’t af, klaar.

Han blijft tot laat bij ons. Hij huilt, praat, kauwt op wat was. Soms staart hij stil voor zich uit. Zijn Nokia houdt hij bij zich, in zijn hand, in afwachting van zijn ringtoon, ’n signaal van haar. Dat blijft uit. Dan staat hij op. Mijn man loopt naar zijn auto, klopt op zijn rug, zwaait ‘m uit. Hij baalt zichtbaar. Zodra Han’s auto uit zicht is, pakt hij mij vast. ‘Kom.’ Wij gaan naar ons matras voor ’n vrijpartij. Hij klampt zich aan mij vast. Zijn lichaamstaal staat voor ‘ik wil jou nooit kwijt’. Gans mijn lijf, mijn hart gaat in ‘m op. Schat, ik hou ook van jou. Ons kaarthuis is robuust. Dat waait nooit om.


7 reacties

LouisP · 19 oktober 2011 op 09:59

‘In ’n monoloog had zijn schat, zijn droomvrouw, hem zojuist onthuld dat zij gaat. Voor altijd.’

‘Hij huilt, praat, kauwt op wat was.’

prachtige zinnen zitten d’r in..R

DACS1973 · 19 oktober 2011 op 11:19

Ook weer knap gedaan hoor, deze e-loze. Toch vind ik een paar woorden nogal geforceerd, zelfs onbedoeld komisch overkomen:

hij schraapt zijn slokdarm
junior kind
wij gaan naar ons matras

Overigens denk ik dat dit stuk geschreven is door een van onze Vlaamse vrienden, vanwege het woord ‘nochthans’. Ik gok Meralixe. Maar het zou ook zomaar LouisP kunnen zijn, die ons op een dwaalspoor brengt door op zijn eigen stuk te reageren.

Meralixe · 19 oktober 2011 op 12:10

Meralixe is het niet. Die is al blij met een column MET e . :hammer:

Het streelt wel mijn ijdelheid dat U even aan mij dacht.

Ferrara · 19 oktober 2011 op 14:44

Weer een mooie.
Ik denk Sylvia. Een e-tje doorgeslipt. verdoofd.

sylvia1 · 19 oktober 2011 op 19:53

Ja de liefde… en haar twee gezichten.
Jammer inderdaad van de e.
“’t junior kind van mijn schoonpa” is wel een ingewikkeld synoniem voor ‘het jongste broertje van mijn man’ 😀

Mien · 20 oktober 2011 op 00:11

Kaarthuis. Mooie titel.
Dat moet Ontwikkeling zijn.
Ik vind junior kind juist wel grappig.

Mien

Harrie · 31 oktober 2011 op 10:55

Meralixe

Geef een reactie

Avatar plaatshouder