Vrolijk kwetteren de kinderstemmetjes naast haar. Vier en acht zijn ze, haar dochter en zoon. Ze helpen mama met het vasthouden van de kerstboom, die over de bagagedrager en het stuur ligt. Mooi boompje. Met kluit. Mocht ze komen uitgraven bij kennissen, die het achter in hun tuin vanaf vorig jaar in leven hadden weten te houden. Geld voor een andere boom heeft ze niet. De rekening is geblokkeerd. Haar aanvraag voor gemeentelijke bijstand is nog in behandeling. Hoe ze aan eten moet komen voor de feestdagen; ze weet het niet. Maar een boom in huis moet er komen. Het moet voor de kinderen toch kerstmis zijn.

Het schemert en het is snijdend koud. De wandeling naar huis lijkt zonder einde. Ze zingen kerstliedjes van het ezeltje dat naar Betlehem sjokt en Maria die zo moe is, zo moe…
De laatste maanden waren haar niet in haar koude kleren gaan zitten. Onverwacht had haar man aangekondigd dat hij een vriendin had met wie hij verder wilde en voor ze kon reageren vertrok hij. Enkele dagen daarna kwam er een meneer aan de deur met een bord ‘te koop’ dat hij in de voortuin pootte.

Als in een droom had ze overleefd en de tranen van haar kinderen gedroogd als ze dicht tegen haar aan in slaap vielen in het grote bed. Haar armen om hun smalle schoudertjes. De blonde koppies langzaamaan tot rust komend. “Nee, papa komt niet meer terug.” Hoe vaak had ze dit als antwoord moeten geven? Hoe vaak hadden de kleintjes die vraag gesteld? Hoeveel pijn kan een hart van een moeder aan als ze zoveel verdriet ziet in de ogen van haar kinderen? Veel. Het hart verstilt en versteent vanzelf. Je moet immers verder. Samen. Met zijn drietjes. Je moet je hoofd erbij houden en een nieuw huis gaan zoeken, zien dat je brood op de plank krijgt, zien dat het leven zoveel mogelijk doorgaat op de oude voet. Ze bracht ze naar school en had de boterhammetjes tussen de middag klaar staan. De vriendjes kwamen spelen en zij, ze kon het opbrengen allemaal. Vraag niet hoe, maar het lukte.

De boom staat. De lichtjes fonkelen en de vertrouwde spullen hangen erin. Voor de laatste keer in dit huis. Het stalletje is in aanbouw. Zorgzame kinderhandjes leggen het kindje in de kribbe en tellen de schaapjes. De herdertjes, de koningen, Maria, Jozef, de os en de ezel; ieder krijgt zijn plaats als in een gezellig gezin. De kinderen zijn tevreden. Hun oogjes weerspiegelen de lichtjes. Rode wangen. Kerstliedjes klinken door de kamer.
“Mama, het is mooi geworden hè,” zegt de zoon. “Ik denk, dat papa nu wel terug zal komen, omdat het zo gezellig is.”
En voor de zoveelste keer draait haar hart om en stamelt ze, terwijl ze weet dat ze liegt, omdat ze hem deze keer zijn hoop niet wil ontnemen: “Misschien…”

Het wordt een gelukkige kerst voor de kinderen en daarom ook een beetje voor haar. Vol hoop, dat papa weer terug zal komen. Vol kerstliedjes, vol vrienden, die kerstpakketjes komen brengen en lieve woorden schrijven op kaarten. En hieruit put ze kracht. Hoop op toch een goede toekomst.

Papa is nooit meer teruggekomen, maar ze hebben het gered. De toekomst is mooier geworden dan ze toen kon dromen. De realiteit drong langzaam tot de kinderen door. Elk op hun eigen manier en in hun eigen tempo hadden ze het verdriet verwerkt.

En de kracht daartoe was geboren tijdens die laatste kerst in het oude huis. Waar ze leerde dat hoop doet leven…

Categorieën: Liefde

14 reacties

sally · 25 december 2004 op 17:40

Kan wel janken bij deze column.
Niet omdat ik het zelf meemaak ,maar me levendig kan voorstellen…
En zo mooi beschreven.

Neem me niet kwalijk dat ik dan even een diepe zucht slaak en dankbaar ben voor mijn geluk…

even weer met de neus op het feit gedrukt dat het niet gewoonste zaak van de wereld is.

heel veel liefs en
dukke kus van
Sally
:kiss:

Dinah · 25 december 2004 op 18:28

[quote]Nee, papa komt niet meer terug.” Hoe vaak had ze dit als antwoord moeten geven?[/quote]

Deze vraag komt hier elke kerst ook weer even op tafel.
Heb net, tijdens ons kerstdiner, weer wat tranen kunnen drogen.
Geweldige column!

pepe · 25 december 2004 op 21:07

Geluk hebben deze kinderen gehad, met zo’n moeder. En die mams mag best weten dat er nog 3 mannen hier om haar geven. Ook de twee meiden hier houden van die mama.

Dikke knuf van ons voor jou ma3, ook nu denken wij aan jou.
Holderbebolder, we hebben een krib op zolder

KingArthur · 26 december 2004 op 00:14

Mooi en gelukkig een tijd geleden.

Li · 26 december 2004 op 00:52

Ik heb op de site van de kerstverhalenwedstrijd ook van dit verhaal ‘genoten’.
Dit is een echt drie-sterrenverhaal en kreeg er kippenvel van Ma3anne.
Het is zo gevoelig geschreven.

Li

Wayan · 26 december 2004 op 05:55

Ik moest wenen toen ik dit las. Zo ontroerend geschreven en spijtig genoeg voor mij, zo herkenbaar, te vergelijken met mijn Kerstmis 1997 toen ik alleen zat met mijn twee zoontjes omdat mijn vrouw even melk en sigaretten ging kopen toen de kalkoen al op tafel stond. Ze kwam pas een maand later terug…

Ik wens je een heerlijke kerst- en nieuwjaarsperiode Ma3anne, en mogen we je nog dikwijls lezen hier.

Kees Schilder · 26 december 2004 op 07:41

Ja, dan ben je even stil…

Wright · 26 december 2004 op 10:46

Héél stil….

WritersBlocq · 26 december 2004 op 15:42

Brrrr ècht een kippenvelcolumn, ik vind het zo knap geschreven en moest ook even slikken.

Mar · 27 december 2004 op 09:49

….

Prachtig!

Mar

Dees · 27 december 2004 op 11:19

Mooi, sober geschreven Ma3…

Mup · 27 december 2004 op 16:08

Om in te lijsten, dacht ik eerst. Ik heb het niet bij denken gelaten, maar hem ingelijst voor mijn zus. Die nu als een trotse oma door het leven huppelt!

Groet Mup.

Ma3anne · 28 december 2004 op 14:05

Bedankt voor jullie reacties. Die zijn me uiteindelijk meer waard dan een prijs bij de NCRV. 😉

ignatius · 29 december 2004 op 00:11

Mooi. De derde persoon enkelvoud i.p.v. de ik-vorm geeft het verhaal iets extra’s.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder