Ik had het gewoon moeten doen, zonder aarzelen, gewoon mijn woede moeten botvieren op haar. Zonder mededogen, zonder medelijden. Ik had voor haar fiets moeten springen, haar op de grond moeten trekken – wat zeg ik, schoppen – en met een vuistslag moeten vellen en wel zo hard dat het bloed haar neus uit zou vliegen en de grijze stoeptegels rood kleuren. Juichend en bloeddorstig sta ik dan boven haar terwijl ik oerkreten uitsla. Daarna zou ik demonstratief haar fiets slopen, voor haar ogen. Die mooie, nieuwe, glimmende fiets. Kapot en wat er van over is mag ze weer mee naar huis nemen. Ik zie haar al kruipen, kronkelen van angst voor me op de grond, die op-leeftijd-zijnde-senior-met-die-arrogante-bek. Maar die verbouw ik wel op een dusdanige manier dat niemand haar meer herkent als ze haar tegenkomen. Eerst haar gezicht, maar nog niet haar aangezicht. ik wil dat ze ziet hoe ik haar sloop, botje voor botje, met harde klappen en schoppen, terwijl ik geniet van haar angstkreten en gegil.

ik takel haar zodanig toe dat artsen eigenlijk alleen maar euthanasie kunnen overwegen. De schade die ik aanricht is godsonmogelijk te repareren, geen arts is tot zoiets in staat. Toch gaan ze aan de slag, proberen wat, lappen, naaien en plakken. Tegen beter weten in en tegen hun eigen gevoel in. Ze weten dat ze van zoiets monsterlijks niets meer kunnen maken, geen mens zal nog naar haar durven kijken. En ik? Ik zal genieten van mijn vernietigende werk.

Ik voelde de woede vanuit mijn kleine tenen, via mijn benen omhoog kruipen en ik telde snel tot anderhalf toen ik die oude doos over de stoep zag fietsen. Ze schoot iets voor apotheek Allard de stoep op, manoeuvreerde vlot door de hekjes, die ruimer staan omdat het dan handiger is voor mensen in een scootmobiel, en ze zette hard aan voor het laatste stukje stoep langs mij. Veel mensen snijden daar af, fietsers dan. Het scheelt ze driemaal sturen en ik schat zo’n tachtig meter. Onnodig dus en pure luiheid en gewoon onbeschoft. Maar goed, ze reed dus recht op me af en nog baal ik dat ik niet meer ruimte op de stoep kon innemen. Ik zag haar en had allang besloten dat ze van mij was, en van mij alleen.

Maar ik hield mijn woede binnenskamers. In plaats daarvan vroeg ik op beleefde toon, terwijl ik met mijn rechterhand naar de weg wees: ‘Wilt u misschien op de weg gaan fietsen?’ keurig toch? Precies dat vond ik ook, maar dat vond deze vreselijke senior dus niet. ‘Dat maak ik zelf wel uit’, antwoordde ze en trapte hard langs me heen.

Categorieën: Column van de maand

13 reacties

Yfs · 13 oktober 2012 op 10:37

Uuuuuhm.. ik zou bijna geen negatief commentaar meer durven geven. Dus ik zeg : Geweldige column Fred !!! :wave: :wave: :wave: :wave:

😉

Libelle · 13 oktober 2012 op 10:39

Mensen zijn tot afschuwelijke dingen in staat onder barre omstandigheden. Zoals op trottoirs.

arta · 13 oktober 2012 op 11:09

Whahaha, ik vind em geweldig!

WritersBlocq · 13 oktober 2012 op 14:52

Duidelijk een stoephoer dus, watje! Puntgave column.

P.S.: ga je nu vaker posten? Hier dus, hè? Lijkt me fijn 🙂

dokterblues · 13 oktober 2012 op 15:36

Zoiets overkwam me laatst met mijn ex, wat een arrogantie. Net alsof ze de lotto gewonnen had.
Goed stuk.

Meralixe · 13 oktober 2012 op 16:36

Zelfde verhaal maar dan omgekeerd. Eens liep een verstrooide en dan nog mooie studente bijna onder mijn fiets. Ik verweet haar zwart en blauw met woorden die ik hier nauwelijks durf op te schrijven. Achteraf was ik diep beschaamd over dit gedrag in volle ochtendspits.
Ik schrok er zelf van hoeveel agressie er in mij zit, eens dat ik deel neem aan het wegverkeer. Op dat moment was ik een monster, een ander woord heb ik niet.

Chris · 14 oktober 2012 op 21:10

Psychologen hebben hier een naam voor, ze noemen het passief aggressief. Een vermeende gedragsstoornis, waardoor iemand zijn frustraties niet rechtstreeks kan of durft te uiten. Het kan de oorzaak zijn van sluimerkwalen die zich als je er te lang mee blijft doorlopen kunnen uiten in bijvoorbeeld hart- en vaatziekten of diverse vormen van kanker. De beste manier om ermee om te gaan is aan zelfonderzoek te doen om uit te vinden welke pijn aan de frustratie ten grondslag ligt en waar het in de jeugd is misgegaan. Het zou mooi zijn als mensen dit eens zouden doen, de wereld zou er een stuk vriendelijker uitzien. En er zouden beduidend minder boeken worden geschreven.

Harrie · 15 oktober 2012 op 08:20

Bizar lokkertje die titel. Gelukkig kwan daarna nog een mooi stukje poëzie. Geschreven door een echte heer in het verkeer. 😀

Mup · 18 oktober 2012 op 10:57

Ik zou haar toch nog eens undercover opwachten 😉

Groet Mup

pally · 1 november 2012 op 11:10

Gefeliciteerd met je CVDM!
terechte keuze,

groet van pally

Sagita · 1 november 2012 op 11:30

Proficiat met je CvdM! Heftig stukje!
groet Sa!

WritersBlocq · 1 november 2012 op 22:16

Hopla! Schrijft weer eens, en je ziet: gelijk een Column van de Maand. Dik verdiend Fred, tot gauw weer lees’ hoop ik? Want je smaakt naar meer! 😀

Mien · 2 november 2012 op 14:51

Felies met de CvdM.
Meteen een voltreffer.
En terecht.
Laat vieren dat bot.

Mien

Geef een reactie

Avatar plaatshouder