Zaterdagavond tien uur. Ik heb in mijn favoriete kroeg met de spiegel van mijn ziel afgesproken en wandel op mijn gemakje richting stad. Ik zet mijn roze bril op en loop de kroeg binnen. Binnengekomen spot ik hem meteen. Hij zit op een stoel. Als een poortwachter zit ie klaar om ‘ons plekje’ te scoren. Kan je aan hem wel overlaten. De buit is een bankje in de hoek. Lekker rustig en uit de buurt van de oorverdovende speakers. Bijna huiselijk. Hij ziet er goed uit vanavond. Roze. Op mijn verzoek heeft ie zijn baard laten staan en dat leuke blauwe overhemd aangetrokken. Ik geef hem een knuffel en kijk in zijn ogen. Ik vind hem hartstikke leuk… al maanden… maar bijt nog liever mijn tong af dan dat toe te geven.

We kletsen over de afgelopen week en in gedachten dwaal ik af. Wat ruikt ie heerlijk! Ik versta hem niet goed door de muziek op de achtergrond. Ik buig nog iets dichterbij. Hij lijkt iets belangrijks te willen zeggen. Plotseling heb ik zijn tong in mijn oor. Oh, daarom lijkt de muziek ineens zo ver weg! In de verte hoor ik Whitney Houston haar scheur open trekken. Ik hou de mijne voor de verandering maar dicht en leun tegen hem aan. If I….should stay…I would only be in your way… Hij duwt zijn neus in mijn haar. Ik voel zijn diepe ademhaling. Hij snuift mijn geur op. Ik doe mijn ogen open en word dan keihard terug geslingerd in de realiteit: sluitingstijd! Shit is het al zo laat? Zitten we hier pas vier uurtjes? Dan moeten we dus nu naar buiten… Weg uit de bescherming van de warme kroeg, zo de boze buitenwereld in, daar waar de gevaren op de loer liggen. Daar waar keuzes gemaakt moeten worden. Stop de tijd! Paniek! Ik haat dit moment. Hoe pak ik dit aan? Hoe pakken andere mensen zoiets aan? Ik wil hem het liefst neerknuppelen en meesleuren naar mijn hut maar ben te onzeker om het voor te stellen. Stel je voor dat ie me afwijst. Stel je voor dat ik hem afwijs! Hij houdt een taxi aan en stapt in. Hij trekt me mee aan zijn hand. We zitten op de achterbank. Ik ben zo mak als een lammetje. ‘Je moet nu je adres tegen de chauffeur zeggen schat, anders gebeurt er niets!’ Ik doe mijn mond open. Ik probeer na te denken. Waar woon ik ook al weer? Het groene mannetje staat midden op straat. Recht voor onze taxi. Met glowsticks stuurt hij onze taxi de goede kant op, als een marshall die een vliegtuig binnenloodst. De taxi komt in beweging. Ik zit stil.

Ik schiet als een speer de trappen van mijn appartement op. Op zoek naar controle. Mijn hoofd kraakt. Benen geschoren, check. Troep opgeruimd, check. Bed fris, check. Nog iets in de koelkast… Fok! Ik kan hem toch echt geen over-de-datum-koffiemelk te drinken aanbieden… Ik tap een glaasje versgeperst kraanwater. Hij loopt het toilet in. Dat geeft mij even de tijd om mijn boxershort te verruilen voor een string. Alsof dat er nog toe doet, als het uit moet… moet het uit. ‘Take it off, take it off’, juicht het groene mannetje vanaf de vensterbank. Ik loop de woonkamer in en zie hem op mijn blauwe bank liggen. Hij heeft zijn shirt opengeknoopt. Grijs borsthaar piept naar buiten. Hij snurkt zachtjes. Niet meer in staat een goed gesprek te voeren. Ik trek zijn sokken uit en kriebel aan zijn blote voet. Hij reageert niet. Ik snuffel even aan zijn grote teen. Geen reactie. Er zit een pluisje in zijn navel. Ik selecteer een romantische playlist in I-tunes (stond toevallig al klaar…) en kruip tegen hem aan op de bank. We kleven.

In de vroege ochtend word ik wakker. Mijn string hangt onaangeroerd aan mijn achterwerk. Ik ben koud en rillerig. Oh nee! Niet nu! Niet die akelige griep die ik al dagen probeer te ontwijken! Ik sta voorzichtig op en glij uit over een van zijn sokken. Shit. George Michael staat al uren te zingen: I can’t make you love me (Yes George, I can… wat weet jij d’r nou van!). Snel klap ik de laptop dicht en zet de versterker uit. Ik neem een paracetamol en drink een glas water. Mijn hoofd bonkt. Mijn lijf trilt. Het groene mannetje schudt zijn hoofd en kijkt naar me vanuit de vensterbank. Ik negeer hem, hij moet z’n mond houden, net als George. Even voel ik me gelukkig en ongelukkig tegelijk. Hij is nu hier…maar straks is ie weer weg… Ik ben in de war. Bibberend kruip ik tegen hem aan. Ik ben er nou toch. Als een vleesetende plant vouwt ie zich slapend om me heen en houdt me warm. Plotseling schiet hij wakker. Hij kijkt me aan. Ik zie paniek in zijn donkere ogen. Hij staat op en pakt gehaast zijn jas. Zijn shirt hangt nog open. Het pluisje waait uit zijn navel. Hij propt zijn spullen in zijn jaszak: telefoon, geld, controle, fietssleutel, comfortzone, sokken, angst. Hij wil iets zeggen. Hij hapert en kijkt me hulpeloos aan. ‘Ik moet gaan’, fluistert ie. Hij doet een graai, neemt mijn hart en zijn schoenen mee en rent de trappen af. Verbijsterd blijf ik staan. Houdt de dief! Op de achtergrond klinkt de deur van de toegangshal. Bonk. En weg is ie. Leeg stap ik in bed.

Een paar uur later zoemt mijn telefoon. Of we elkaar die middag kunnen zien. ‘Hij had me kunnen zien…’ denk ik grimmig. ‘Als ie hier was gebleven!’ Eind van de middag fiets ik zenuwachtig richting de stad. Het miezert. Overal ligt regen. Ik wil hem laten weten hoe ik me voel. Uitschreeuwen dat ik het niet pik dat ie me alleen heeft gelaten. Ik rijd door een diepe plas. Er drijft iets wits in. Ik herken nog net mijn ruggengraat die met de stroom mee het putje in drijft. Zo, daar kan ik ook niet meer door gehinderd worden vandaag.

Ik parkeer mijn fiets en loop de horeca gelegenheid binnen. Ik rits mijn jas open en trek mijn muur nog iets op. Hij is er al. Ik jaag op zijn ogen. Ik vang zijn blik. Rustig, beheerst en cool loop ik op hem af. Ik krijg geen kus. Donker kijkt ie me aan. We praten over niets. Komen niet tot de kern van de zaak. Ik zie hem denken… Ik weet nog steeds niet wat ie denkt. De geur van angstzweet doet onze biertjes doodslaan. Had ik net zo goed thee kunnen nemen. Na een uur stappen we op. We zijn geen steek verder gekomen. Misschien is dat ook maar beter en moeten we het gewoon loslaten… Kan ik dat? En wat is ‘het’ dan? Het gaat toch wel ergens over? We lopen richting de fietsen en staan op een kruispunt. ‘Waar staat je karretje schat?’ fluistert ie. Ik wijs in de richting van mijn fiets. Niet in staat om ook maar een woord uit te brengen. Hij pakt me beet en wil me een kus geven. Hij heeft tranen in zijn ogen en zoekt toenadering na zijn vlucht van de afgelopen nacht. Mijn hart juicht. Ik wil niets liever dan hem zoenen en knuffelen. Door hem vastgehouden worden. Mijn roze Marshmellow… nooit meer loslaten… alsjeblieft… smelt in mijn hand… Ik haal diep adem… en draai mijn hoofd weg. Ik ruk me los en spring op mijn fiets. De Marshmellow verschrikt achterlatend. Ik weet niet wat me bezielt. Ik moet hier weg. Fietsend kom ik weer bij mijn positieven. Nu is het lijntje vast gebroken. Wat heb ik gedaan? Mijn hart verkrampt. Een traan biggelt langs mijn wang. Ik haal diep adem en poets mijn tranen weg. Ik herpak mezelf, draai me om en ga al fietsend en snuffend naar hem op zoek. Waar is ie heen gereden? Met minimaal zicht vanwege de tranen of de miezer kam ik de stad uit. Na een kwartier zie ik hem fietsen. Ik zie meteen aan zijn fietshouding dat hij het is. Relaxed, zonder haast…onderweg naar niets. Afgesproken met niemand. Kwetsbaar.

Ik geef gas en haal hem in. Ik blokkeer zijn gang en dwing hem met mijn voorwiel tot stoppen. De Marshmellow is zo verbaasd dat ie bijna van zijn karretje af stuitert. Ik hijg. Hij zwijgt. Vragend kijkt ie me aan. Ik hap naar lucht. Geen geluid. De wereld om me heen staat even stil. ‘Ik dacht… Ik moet achter hem aan!’ stamel ik. Als een hertje dat verschrikt in de koplampen van een aanstormende zescilinderbmw staart kijk ik hem aan. Ik pak hem vast en probeer na te denken. Ik krijg een vastloper. ‘Ik wil even zeggen dat ik je leuk vind…’. Zo, dat is er uit. Zijn blik is teder, zijn hart staat open, zijn hand is warm. Zijn woorden klinken hard. ‘Laat mijn jas los…’. Hij stapt op zijn fiets en rijdt weg. In de richting van niets, onderweg naar niemand. Weg van iemand… Weg van mij.

 

Categorieën: VEC

9 reacties

troubadour · 1 juni 2014 op 05:52

“Goh, wat krijgt een verder nietszeggende man veel krediet van een verliefd meisje”, dacht ik in een opwelling. “Wat een mazzelaar, dacht ik er nog achteraan. Zijn grijze borsthaar verschafte me nog enige illusie ook.
Je schrijft heel bijzonder en verfrissend authentiek. Ik vraag me af of ik meekrijg wat je erin wil leggen. Automatisch krijg ik altijd een hekel aan auteurs die dat expres doen. Jij hoort daar niet bij, merkte ik. Zinnen als; ‘ Mijn string hangt onaangeroerd aan mijn achterwerk’, en; ‘ Als een vleesetende plant vouwt ie zich slapend om me heen en houdt me warm.’ voeden mij meer dan voldoende en bevestigen mij jouw kwaliteit als schrijver.

Nachtzuster · 1 juni 2014 op 23:20

Allereerst gefeliciteerd met de VEC. Tof van troubadour dat hij een nieuweling heeft gevraagd.
Jouw column is vlot geschreven met vele leuke vondsten en eigen taalgebruik. Authentiek, zoals troub al gezegd heeft. Je hebt potentie genoeg.
De titel vind ik erg zwak en te lang. Het prikkelt niet, terwijl het verhaal genoeg ingrediënten bevat voor een inspirerende en pakkende titel. Iets dat meer uitnodigt om door te lezen. Verder, ik val in herhaling, zie ik heel veel het woordje ‘ik’. Een tip: lees eens kritisch je eigen column voor, desnoods hardop, dan zal je merken dat dat niet erg lekker wegleest.
Het einde begrijp ik ook niet zo. Marshmellow was jouw bedvriendje toch? Wat is er precies gebeurd dat hij wegfietst van jou? Omdat je hem de liefde verklaard hebt? Angst? Misschien is het wel jouw bedoeling om sommige zaken door de lezer in te laten vullen, voor mij is het net even iets te vaag.
Last but not least, tevens een herhaling mijnerzijds: om het gevoel hier te krijgen dat we het als schrijversgroep samen doen, is het erg prettig als je zelfs ook eens reageert. Al is het maar onder je eigen column.

Meralixe · 2 juni 2014 op 08:26

Onder een eerdere column van uw hand schreef ik al eens dat ons leeftijdsverschil en onze afkomst mijn kritiek beïnvloed. Ik wen maar niet aan uw TGV teksten. IK zoek naar het verhaal en uw beweegredenen om sommige details mee te geven aan de lezer. Je schrijft (te veel) van uit de eigen gedachte.

Maar, mits hier en daar wat schaafwerk, schrijf je VERSCHRIKKELIJK mooi!!! De manier waarop je kleine details aan het papier toevertrouwd en laat mee spelen is zeer speciaal. Er zit een bijzondere sfeer in uw schrijven die ik dus (nog) niet begrijp.

Voorbeeld; ‘Ik rijd door een diepe plas. Er drijft iets wits in. Ik herken nog net mijn ruggengraat die met de stroom mee het putje in drijft. Zo, daar kan ik ook niet meer door gehinderd worden vandaag.’

(drie keer IK)

Sla me dood maar ik weet volstrekt niet wat je daar mee bedoelt. IK doe toch een gokje.. Een inlegkruisje?

Mien · 2 juni 2014 op 18:33

Gefeliciteerd met de VEC. Wat de column betreft heb ik ze sterker gelezen van je. Onder druk van het moetje wellicht. Het is ook niet niks om een maandje op de homepage te prijken. Hij mag er wezen de column, maar ik vind hem iets te lang en doortimmerd.

arta · 4 juni 2014 op 15:47

Gefeliciteerd met jouw VEC!

Je hebt absoluut talent, schrijft recht uit je hart, maar naar mijn idee mag het een onsje minder, qua woordspelingen ed. Het haalt de sjeu van de pareltjes en dat is zonde, want die staan er tussen (Oa de wegdrijvende ruggengraat :-))

troubadour · 11 juni 2014 op 07:22

Na een tijdje de column nogmaals gelezen (gemakkelijk bij een VEC) en ja, weer genoten! Blijf schrijven!

Meralixe · 20 juni 2014 op 09:26

De VEC is laatst doorgegeven door Troubadour naar Annabel Tsja die hier nog vrij nieuw is op de site. Daar is voortreffelijk werk uit ontstaan waarvoor mijn (onze) dank.
Toch een vraagje. Heeft Annabel Tsja het stokje doorgegeven aan een andere medewerker van column x? Dit kan door een nieuw iemand die de werking van column x nog niet voldoende kent vergeten worden. Toch?
Voor alle duidelijkheid, dit is geen sollicitatie om voor deze maand de VEC naar mij toe te trekken. Ik vind het VERSCHRIKKELIJK te moeten schrijven onder een zekere vorm van dwang. 🙂

    Annabel Tsja · 20 juni 2014 op 11:57

    ik heb t stokje doorgegeven…
    ik verklap nog niet aan wie…
    ik dank je voor t compliment…
    ik hoop voor je dat je een keer voor de vec wordt gevraagd…
    groetjes,
    annabel inlegkruisje 😀

      Mien · 20 juni 2014 op 12:02

      [b][url=https://www.columnx.nl/mannen-huilen-niet/]Mannen huilen niet[/url][/b] … 😉

      .

Geef een reactie

Avatar plaatshouder