Wat een prachtig Maggiblikje staat daar,’ roept hij uit, ‘hoe kom je daaraan?’ ‘Lieverd,’ antwoordt zij, ‘dat hebben we tweeënvijftig jaar geleden voor ons huwelijk cadeau gekregen!’ Hij vraagt zich af waar de tijd gebleven is. Het blikje is onbeschadigd oud geworden, evenals hun liefde voor elkaar. Er valt een uitnodiging voor een bruiloft op de mat. Leuk! Voor het aanstaande bruidspaar hoop ik op een lang, maar vooral gelukkig huwelijk. Ik ken maar een handjevol mensen dat langer dan vijftig jaar getrouwd is. Of die lange huwelijken ook gelukkige – of op zijn minst harmonieuze – relaties zijn, valt nog te bezien.
Zo is er dat echtpaar, dat nog slechts op oudejaarsavond, net na middernacht een kus uitwisselt. En dat is er dan ook nog een van de vluchtige soort. Voortdurend zijn ze het grondig met elkaar oneens, wat bij hen op visite gaan tot een ware beproeving maakt. Als zij het woord heeft, onderbreekt hij haar. Als hij iets te berde brengt, kakelt zij er lustig doorheen. Samen worden ze stokoud, altijd klagend en altijd min of meer boos op elkaar. Als er twee mensen zijn die weten hoe je het heel lang met elkaar volhoudt, zijn zij het wel. Helaas weten ze niet, hoe je dat op een harmonieuze manier doet en al zouden ze het wel weten: ze passen het in ieder geval niet toe.
Het echtpaar ‘van het Maggiblikje’ lijkt wel te weten hoe je een relatie harmonieus houdt. Toen het weer tijd was voor het witten van de badkamer – wat volgens zijn echtgenote ieder jaar noodzakelijk was – ging hij niet tegen haar tekeer. Hij begaf zich gedwee naar de badkamer, installeerde er een trapje, sloot de deur en maakte gedurende het uur dat volgde af en toe wat herrie. Ondertussen doodde hij de tijd met het lezen van een boekje, gezeten op het deksel van het toilet. Toen het uur voorbij was – en zijn boekje uit, vermoed ik – riep hij zijn vrouw. Zij vond dat de badkamer er weer als nieuw uitzag. Pas later durfde hij op te biechten dat hij had zitten lezen en hebben ze er samen smakelijk om gelachen.
Misschien moet ik het aanstaande bruidspaar straks maar een Maggiblikje cadeau doen. Ik stel me zo voor dat hij over tweeënvijftig jaar constateert dat het blikje onbeschadigd oud is geworden, evenals hun liefde voor elkaar.
3 reacties
RobertH · 25 augustus 2009 op 21:21
Een column over liefde is niet mijn specialiteit maar bij gebrek aan andere reacties wilde ik toch wel het spits afbijten.
Ik vond het wat lastig te volgen over wie de column gaat. Wie zijn die mensen van het Maggiblikje? Zou leuk zijn als jullie dat zelf waren (in de ik-vorm geschreven) en in de laatste alinea (is al in de ik-vorm) besluiten het Maggiblikje door te geven aan het nieuwe bruidspaar. Dan zou de laatste zin zou (misschien nog) wat meer emotie oproepen.
Nou goed, ik ben geen specialist. Laat iemand anders nog maar wat zinnigs zeggen! 😕
Groet Robert
Prlwytskovsky · 26 augustus 2009 op 18:56
Als die vrouw net zo naar haar man kijkt als naar de zojuist witgekalkte badkamer dan heeft zij hem eigenlijk nooit leren kennen. 😉
Dees · 28 augustus 2009 op 10:23
Ha Avalanche,
Een pareltje dat maar weinig respons krijgt! Ik vind het echt een heel mooi stukje.
Ik denk wel dat je ruzie-echtpaar net zo goed bij elkaar past, of laten we zeggen, dat die mensen elkaar net zo goed verdienen, als de andere twee. Er zijn nu eenmaal vele (en rare) manieren om je in de liefde staande te houden 🙂
Nogmaals, mooi!