Lies en Lotte zijn een tweeling. Ze zijn zes jaar. Ze lijken als twee druppels water op elkaar. Ze hebben lange, blonde haren met krulletjes erin en twee grote blauwe ogen. Ze wonen samen met hun vader en moeder in een klein dorpje vlak aan zee. Ze hebben ieder hun eigen kamer. De kamer van Lies is wit met blauw. Lies houdt namelijk van stoere dingen. En blauw is voor stoere meisjes zegt ze. Lies is ook wel een beetje stoer. Ze wil geen jurken of rokken aan, maar een spijkerbroek. Geen vlechtjes en knipjes in het haar, gewoon een staart. Mama heeft al heel wat broeken van Lies gerepareerd, omdat er weer een gat in zat. Lies wil namelijk het liefst de hele dag buiten spelen. Hutten bouwen, in bomen klimmen, voetballen, als ze maar buiten kan zijn. Ze zit dan ook bijna altijd onder de bulten en schrammen, omdat ze weer eens gevallen is. Lotte is precies het tegenovergestelde. Ze is een beetje verlegen en ze kruipt dan ook nog regelmatig weg achter mama,s benen als ze iemand niet kent. Lotte haar kamer is roze met paars en bezaait met poppen, een poppenhuis en barbies. Ze speelt veel op haar kamer en kan zich daar uren vermaken. Lotte heeft veel fantasie en is een echte dromer. Ze kan soms minutenlang voor zich uit staren. Lotte vindt het juist heerlijk als papa of mama haar haar doet. Twee lange vlechten of een knotje en zoveel mogelijk knipjes.

Lies en Lotte vinden het ook leuk om samen te spelen. Samen hebben ze de grootste avonturen.

Morgen is een grote dag voor Lies en Lotte. Ze zeuren al heel lang aan papa en mama hun hoofd dat ze zo graag oorbellen willen. En nu mag het eindelijk. Ze vinden het heel erg spannend. Nog een nachtje slapen, zegt mama. Dus nu naar bed. Lies en Lotte liggen in hub bed. Mama hoort ze boven wel kwebbelen en ze glimlacht. Laat ze maar even denkt ze.

En dan is het eindelijk zover. Vandaag krijgen Lies en Lotte eindelijk hun allereerste oorbellen. Ze kunnen niet wachten tot het zover is. Eerst ontbijten, zegt mama. Dat is heel belangrijk. Allebei krijgen ze twee boterhammen. Een met kaas en een met hagelslag en een kopje thee met melk. Dat vinden ze allebei heerlijk. Ze weten niet hoe snel ze moeten eten en tien minuten later klinkt het uit beide monden: “ Klaar “! Mama moet lachen, het is me wel een stel die twee. Tanden poetsen, jassen aan en daar gaan ze dan.

In de auto rijden ze naar het kleine winkelcentrum. Onderweg heeft de tweeling het hoogste woord. Ik wil blauwe, zegt Lies. En ik roze, zegt Lotte. Als ze in juwelierswinkel aankomen wordt Lotte al wat rustiger en gaat achter mama staan. Ze vindt het toch wel een beetje eng. Lies niet. Mag ik als eerste? De dame achter de balie moet lachen. Zo, zegt ze. Wat knap van jou dat je als eerste durft. Kun je je zusje laten zien dat het best meevalt en dat het klaar is voor je het weet. Loop maar even met me mee, zegt de dame. Mama, Lies en Lotte lopen achter de dame aan naar een klein kamertje.

In het kamertje staan twee stoelen en dingen zie Lies en Lotte nog nooit gezien hebben. De dame pakt twee doosjes en laat deze aan Lies en Lotte zien. In de doosjes zitten allerlei gekleurde oorbellen. De dame legt uit dat ze eerst deze soort oorbellen moeten dragen. Dat noemt ze zweerknopjes. Die moeten ze zes weken dragen. En elke dag moeten ze ontsmetten, zodat ze er geen last van krijgen. Lies en Lotte hebben ademloos naar de dame zitten luisteren. Welke kleur willen jullie, vraagt de dame. Lies en Lotte weten het precies. Lies wil blauwe en Lotte wil roze. Mama moet weer lachen, want dat was niet echt een verrassing.

De dame kijkt Lies en Lotte aan en zegt: “ Wie gaat er als eerst “? Lies steekt haar vinger op en zegt, ikke, ikke. Lotte staat nog steeds achter mama haar broekspijp en kijkt toe hoe haar stoere zus op de stoel gaat zitten. De dame pakt een soort naald en laat deze aan Lies zien. Kijk, zegt ze. Deze naald ga ik gebruiken om een gaatje in je oren te maken. Daarna stop ik de oorbellen erin en ben je klaar. Het prikje voel je heel even, maar dat is zo weer weg. Lies vindt het allemaal prima en is er helemaal klaar voor. Lotte kijkt nog steeds angstig. Voordat Lies het door heeft zit het eerste gaatje er al in. Nou dat viel reuze mee of niet, zegt de dame. Ik heb bijna niets gevoeld, zegt Lies. Al snel is haar tweede oor ook klaar en Lies is de trotse eigenaresse van 2 oorbellen. Ze glimlacht van oor tot oor als ze in de spiegel kijkt. Dan is Lotte aan de beurt. Ze wil dat mama naast haar blijft zitten en haar hand vast houdt. Er loopt een traan over haar wang. Mama knijpt in haar hand en zegt dat het zo voorbij is. Lies loopt naar haar zus en geeft haar een dikke zoen. Je voelt er bijna niets van hoor, zegt ze stoer. De dame pakt de naald en zegt tegen Lotte: “ Je wil vast wel een lekker snoepje straks”? Voordat Lies kan antwoorden heeft de dame het eerste gaatje al gemaakt. Lies heeft er
bijna niets van gevoeld en zegt lekker een snoepje terwijl ze haar tranen wegveegt. Haar andere oor is inmiddels ook klaar. Ook Lotte kijkt nu in de spiegel en is super blij met haar nieuwe oorbellen.

Dat hebben jullie heel goed gedaan hoor, zegt de dame. Loop maar even met me mee. Omdat jullie zo flink zijn geweest mogen jullie een lekker snoepje uitzoeken. Lies en Lotte glunderen erover, want dat is wel een hele grote snoeppot die de dame neer heeft gezet. Lies zoekt een grote trekdrop uit en Lotte een roze zuurstok. Lekker, dank je wel zeggen ze in koor. Als mama heeft afgerekend lopen ze naar buiten. En nu gaan we eerst wat drinken met een taartje erbij, zegt mama. Dat hebben jullie wel verdiend. Lies en Lotte zijn in de wolken. Ze hebben eindelijk hun allereerste oorbellen.

Categorieën: Verhalen

3 reacties

Libelle · 20 augustus 2010 op 17:11

Er zal beslist wel iemand vinden dat er een kop en staart aan moet zitten.
Maar neem nou Reve, die kon pagina’s schrijven over een rit per trein. Er gebeurde nauwelijks iets. De hoofdrolspeler kwam klaar, that’s all.
Een klein plotje dan. Ze doen elkaars oorbellen aan, en doordat jij denkt dat Lies Lotte is, en Lotte Lies, wordt Lotte een stuk vlotter; het Pygmalion-effect. Zo iets misschien. Je leest lekker weg, waarom schrijf je geen kinderverhalen? Of was dit er een? Het werd even heel gezellig en ik voelde me geborgen.
Groet,
Lib.

LouisP · 20 augustus 2010 op 17:31

Breative,
’t is zo geschreven dat ik peins dat er wel iets verborgen in moet zitten. Metaforen? Een boodschap? Roze, blauw..vrouwtje mannetje? Grote trekdrop, roze zuurstok.

Ik zal wel weer te ver denken…of ik denk er ’t mijne van…

gr.
louis

sylvia1 · 20 augustus 2010 op 19:29

Ik vermoed ook een dubbele bodem, heb je laatste columns nog eens gelezen en deze is weer zooo anders. Ook dat taartje erbij, op het laatst. Zo zoet. Raadselachtig… leuk!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder