Op het gebied van arbeid is het al een stokoud verschijnsel: kijken hoeveel je waard bent in de markt. Je hebt een goede baan en bent er tamelijk gelukkig, maar is er ergens nog een betere? En eigenlijk doet een ieder dat ook op relationeel gebied. Vleierij: de gebonden persoon, die lonkende blikken ontvangt van de enige, leuke single in een kamer vol met stelletjes. Vaak blijft het bij dit spontane minimarktonderzoek, soms moet er meer geëxploreerd worden. Want stel je voor deze is de betere? Maar first things first: hoe bepaal je nou je waarde als single in de markt? Als je geen vaste situatie hebt, van waaruit je opereert? Als jouw vaste waarden allang vervlogen zijn, maar je ook vergeten bent hoe om te gaan met de losse? Als je stiekem ouder bent geworden en de geijkte manieren en plaatsen vandaag niet meer van toepassing zijn? Heb je dan nog recht op marktwaarde of moet je het doen met eigenwaarde? En is die laatste niet direct afhankelijk van de eerste? Of zeggen de zelfhulpboeken dat het omgekeerd evenredige een feit zou moeten zijn?

Maar hoe groot blijft die eigenwaarde, als de zoveelste leuke single jou bij nader inzien geen leukerd vindt? Als oppervlakkigheden, zoals jouw figuur, jouw frigiditeit, de inrichting van je huis of het feit dat je rookt… of net gestopt bent, een issue zijn? Veel erger is het nog, als er geen aanwijsbare reden is. Geen diepgaande, noch oppervlakkige. Als de afwijzing plaatsheeft op basis van het ontbreken van de magische “klik”… Wat is dat voor een klik? De sleutel in het slot? Het omzetten van een schakelaar? Of het spannen van de haan van het pistool, vlak voordat je jezelf van het zoveelste liefdesleven berooft?

Wat vind je er nou van als er altijd een betere rondloopt? Wanneer ben je dan zelf eens de betere? En mag je dan de betere zijn in jouw eigen marktsegment? Of moet je gewoon niet zeuren?

Marketing, market getting; verover dus de markt. Maar hoe? Het ergste is: de heren weten het ook niet… Vele malen heb ik willekeurige mannen gevraagd, hoe zij nou omgaan met de datingmarkt en voornamelijk met hun eigen plekje hierin. En uit de mengelmoes van antwoorden over hun krampachtige zoektocht naar lust, de klik, de perfecte billen en de ware liefde kun je ook geen marketingtechnische soep koken. Lust je geen soep? Of ben je dan te lui om te koken?

Ik geef toe, ik lust geen soep, maar koken doe ik wel… Dus kom maar op met die wijsheden, licht een tipje van de sluier op: gaat deze single haar soep dan nog wel slijten? Of wordt het toch gewoon de supermarkt?


3 reacties

Dees · 11 augustus 2008 op 12:36

Ow, weathergir, wat een mooi stuk is dit. Leuke vergelijkingen, beschouwend, beetje kwetsbaar, beetje stoer. Erg leuk om te lezen. Als dertigplusser (gok ik?) is er gewoon weinig goud dat er blinkt en als er al goud is ligt het onder een hoop stof van christmasses past (en wie heeft er nou zin om te poetsen), of heeft het pootjes die in werking treden zodra er verschijnselen van binding zijn. Of het zijn je eigen pootjes die voor je het doorhebt zijn gaan rennen.

Het ligt niet aan jou en ik denk dat het hoe dan ook goed komt met die soep van je. Maar waar deze te vinden weet ik ook niet. Out there, denk ik, ergens tussen de schappen van de onverdrotenheid en de heldere blikken 😉

arta · 12 augustus 2008 op 09:50

Volgens mij wordt ‘marktwaarde’ in negen van de tien gevallen gedragen door de eigenwaarde die een mens uitstraalt.
Lekker stukkie, WG!
🙂

KingArthur · 12 augustus 2008 op 10:18

Tijdens het lezen kwam bij mij de vraag of er eigenlijk wel een markt bestaat, is het dan toch een illusie? Erg mooie tekst.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder