Vol…

Terwijl ik me halfstruikelend begeef naar mijn kapsalon, wordt de deur snel voor mijn neus gesloten. “We zijn di-hicht!” roept een schattig meisje van achter de winkelruit. “Nee!” roep ik, want mijn kneedbare hyperstylende, hysterisch lekkere, perzikachtige plakselfles is leeg. Gelukkig strijkt zij met de hand over haar zaterdagmiddaghart en mag ik even binnenkomen.

No guts, no glory…

Na de broeierige sfeer in “De Bevalling” heb ik dat programma meteen maar vaarwel gezegd. In mijn beleving kon het niet bijdragen aan de gelukzalige gedachte ooit nog moeder te worden. Maar hoe akelig ook, mijn oog kleeft tijdens het zappen toch telkens weer aan de bloederige nekbanddragers.

Duidelijk volslank…

Toen ik voor mijn langverwachte date met de ongeziene ster in mijn mooiste kleren de volle kroeg binnenkwam, ontwaarde ik hem daar. Groter en voller dan hij had vermeld. Ik heupwiegde zijn kant op, in dezelfde staat die ik had toegelicht. Maar dan mooier, groter, goed gekleed en op mijn best. Hij keek naar me en ik voelde me helemaal super.

Liefde in wit…

Daar zat je dan en god wat hield ik van je. Jouw zoon werd uit mijn hart geboren, omdat hij zo’n deel van je was. Ik kon niet anders dan van hem houden. Jouw bruine ogen, zijn blauwe ogen, maar toch dezelfde ziel. Hij huilde de eerste keer dat je hem meenam, maar ik hield meteen van hem. En alleen maar meer van jou…