Ik zou dit jaar eindelijk weer eens op vakantie gaan. Twee weken naar Italië. Het Gardameer lonkte mij. Ik had zelfs al een leuk hotelletje geboekt op n kleine 10 minuten van het meer. Je voelt ‘m al aankomen; door omstandigheden ging de reis niet door. Echt jammer want ik had mij er echt op verheugd. Met mijn in het water gevallen vakantiereis nog in gedachten liep ik al mijmerend door mijn favoriete boekhandel. “ Even tussen de koopjes snuffelen” dacht ik bij mezelf. Mijn oog viel op een klein boekje helemaal onderin de bak; ‘Los autonautas de la cosmopista’ van een Argentijnse schrijver, ene Julio Cortázar. Het boekje bleek een reisverslag uit 1983, van een reis over de (bij vakantiegangers welbekende)Franse “Autoroute du soleil”. De meeste vakantiegangers proberen hun reis zo kort mogelijk te maken, maar Cortázar deed er samen met zijn partner maar liefst drieëndertig dagen over.
Hij beschreef alles tot in de kleinste details. Ze reden rond in een volkswagen busje dat ze voor de gelegenheid Fafner hadden genoemd ( de draak uit de ‘Ring der Nibelungen’). Zelf ben ik vele malen over de ‘Autoroute du Soleil’ richting Marseille gereden. Terwijl ik door het boekje bladerde zag ik foto’s van reclameborden, benzinestations en kampeerplaatsen die ik me nog herinner van vroeger, maar die er nu niet meer zijn. Er zijn vandaag de dag ook heel wat dingen bijgekomen. In dertig jaar tijd is er meer veranderd dan ik had kunnen denken.

Ik besloot het kleinood mee naar huis te nemen, voor de prijs hoefde ik het niet te laten. Eenmaal thuisgekomen plofte ik in de bank en las verder;
‘16:04 Tolhuisje. 113 frank. Wij verontschuldigen ons dat we ons kaartje ‘verloren’ zijn. Alles in orde, maar de bediende noteert wel het nummer van Fafner.’

‘Los autonautas de la cosmopista’, p.217

In gedachten zie ik mijzelf daar weer rijden op weg naar Marseille, met onderweg plaatsjes als “Dijon” waar de echte mosterd vandaan komt, vraag maar aan Abraham. Met uiteraard even een tussenstop in de “Beaujolais” streek met die eindeloze velden vol wijnstokken. Diezelfde foto vond ik ook terug in het boek. Met een grote grijns op mijn gezicht las ik het boek in één keer uit, genietend van de reis, in het gezelschap van Julio, zijn vrouw en hun draak Fafner.

Cortázar droeg zijn boek op ‘aan alle gestoorden ter wereld en in het bijzonder aan de Engelse gentleman die in de achttiende eeuw – achteruit – van Londen naar Edinburgh liep terwijl hij anabaptistische hymnen zong’.

Net nog even, helaas tevergeefs, de naam van die Engelsman terug te vinden.

Categorieën: Reisverhalen

Grumpy-old

"wie ben ik nu eigenlijk" Ben ik mijn baan, ben ik deze auto , ben ik dit huis , ben ik deze blog . Of is er meer aan mij. Iets wat mij anders maakt dan al die anderen, bijzonder. ( want iedereen wil toch bijzonder zijn) Het gaat eigenlijk niet eens om het antwoord op deze vraag . Het gaat er alleen om dat je de vraag af en toe eens stelt. Alleen het stellen van die vraag heeft de potentie de rotsvaste aanname dat de wereld is zoals hij is, met alles erop en eraan, in twijfel te trekken. Het is een aanrader om het antwoord niet met mijn persoonlijkheid te gaan zoeken of intelectueel te gaan benaderen . Dus stel je open voor een antwoord in welke vorm dan ook. Dat hoeft toch geen keurig netjes antwoord te zijn in de vorm van een stukje tekst op mijn blog? Het kan ook een beeld zijn dat je vormt na een gesprek, een situatie die zich voordoet. Stukjes van een puzzel, die na verloop van tijd een steeds duidelijker wordend beeld van " ikke" zullen vormen. Er zijn meer van dit soort vragen die hetzelfde effect teweegbrengen , zoals " waarom ben ik hier" of "wat doe ik hier" Daarvoor geld eigenlijk hetzelfde, het stellen van de vraag is belangrijker dan de vraag zelf, of het antwoord daarop. Met andere woorden: vraag me wie ik ben en ik zal je vertellen wat ik doe . Leer mij kennen en je zult weten wie ik ben .

6 reacties

DACS1973 · 7 augustus 2010 op 10:23

Dat achteruitlopen blijkt niet alleen aan die maffe Engelsen voorbehouden: de Duitsers zijn er zelfs [url=http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=DMF11062006_067][u]wereldkampioen[/u][/url] in geworden.

Dat de vakantie in Italië niet doorging voelde ik, al lezende, niet aankomen, eerlijk gezegd.

Jammer dat in de afsluiter een woordje ontbreekt. Ik neem aan dat het ‘geprobeerd’ of ‘getracht’ moest zijn?

Hier en daar signaleer ik een taalkundige oneffenheid, maar ik weet niet of je het op prijs stelt dat ik die noem.

arta · 7 augustus 2010 op 12:12

Snuffelen in boekenwinkels en dan ook nog iets vinden wat de moeite waard is, is het leukste wat er is…
Aanstekelijk geschreven, ik wil het ook lezen, alhoewel ik geen herinneringen heb aan ‘route du soleil’.(de keren dat ik op had kunnen letten, sliep ik)
Ook mij vielen wat slordigheidjes op, hier en daar liep het ook niet lekker, maar het onderwerp maakt het absoluut het lezen waard.

pally · 7 augustus 2010 op 12:15

Tis een beetje sloom en niet mijn gewoonte, maar deze keer heeft Dacs mij helemaal het gras voor de voeten weggemaaid. Ik ben het volkomen met zijn reactie eens. bedankt, Dacs! 😉
Het boekje lijkt mij superleuk! Wat is de titel Grumpy?

groet van Pally

DACS1973 · 7 augustus 2010 op 16:57

Graag gedaan! 😉
De titel van het boekje wordt vermeld in het verhaal: ‘Los autonautas de la cosmopista’.

Grumpy-old · 7 augustus 2010 op 19:39

Toch redelijk posieve reacties. Ik weet dat ik her en der wat sukkel met taal. Ik lees het zelf voor ik het post nog een aantal keer door en dan toch blijven er nog wat haperingen in zitten. Was ook een reden waarom ik niet veel gepost heb de laatste tijd. Ik denk dat ik met mijn stijl het meer moet hebben van het aanstekelijk maken van het verhaal en een smeuig onderwerp dan mij proberen te storten op taalkundige vondsten. En wat opbouwende kritiek betreft graag hoe meer hoe liever. Ik schrijf graag en veel, regelmatig ook artikelen voor verschillende magazines. Maar daar zit dan een “legertje” proeflezers en redigeerders achter die de taalfouten en andere dingen er wel uitvissen. Ik maak wel vorderingen ( gelukkig.) Op deze site heb ik het altijd heel prettig gevonden dat er mensen zijn zoals pally :),en destijds ook Kawa, die mij wijzen op fouten,zeggen waarom het dan verkeerd is, en hoe het beter kan. Vervolgens lees ik dan hun werk , vol bewondering .

Mien · 8 augustus 2010 op 01:01

Verfrissend reiscolumnpie.

Mien

Geef een reactie

Avatar plaatshouder