Jansen, fractieklojo van een onbenullig, uit subversieve elementen bestaand partijtje in onze stad, nodigde mij uit voor een tochtje op zijn nieuwe jacht. Als ik koorddansend de loopplank oversteek naar het glimmende plezierjacht ad minimaal 3 miljoen euro, begroet deze omhooggecorrumpeerde politicus mij met een chagrijnige bek en gekleed in een kostuum van hangjongerenkwaliteit, speciaal voor deze gelegenheid en dit decor aangepast door modehuis Versage.

Dat wil zeggen, op het dakloosachtige jasje prijken nu wat epauletten ad 5000 euro per stuk en aan de zijkanten van de broekspijpen zijn wat kwastjes aangebracht.
Op zijn pan staat een soort Bassie en Adriaanachtige kapiteinspet. Al met al ziet hij eruit als een mislukte imitatie van een Afrikaanse negensterrengeneraal en ik vraag hem of zijn vrouw dit ‘ensemble’ zelf heeft ontworpen.
Onmiddellijk trekken zijn mondhoeken naar beneden waardoor hij er voor het eerst van zijn leven bijna normaal gaat uitzien.
“Wat kijk je chagrijnig Jansen”, begroet ik hem. “Niet huilen hier jochie, op een plezierjacht hoor je niet te huilen. Anders zou het wel huiljacht heten.. Trouwens, ik zie hier een stofje op de reling”.
Ik kijk hem berispend aan. “Denk je dat deze bak zo door een APK keuring komt?”
Jansen kijkt mij nog steeds strak aan maar veegt onwillekeurig met de mouw over de glimmende reling om het denkbeeldige stofje te verwijderen.
“Even serieus, Kees”, zegt hij. “Mijn dochter is ook hier op het jacht, ze zit momenteel in haar kajuit.”
“Dat is toch geen reden om zo lelijk te kijken, Jansen? Als je vrouw nou op dit wrak had gezeten, dan kan ik mij indenken dat je..”
Met een kort handgebaar snoert hij mij de mond: “Het punt is, dat zij haar nieuwe vriend ook hier heeft uitgenodigd.”
Ik kijk hem verbaasd aan. “Nou en? Heeft hij lepra of zo? Of erger nog, lijkt hij op je vrouw?”
“Nee”, fluistert hij zacht. “Veel erger, haar nieuwe vriend is van jouw leeftijd”
“Jezus Jansen, ik ben nog niet tot ontbinding overgegaan hoor! En nu ik erover nadenk, jij bent maar twee jaar jonger dan ik!!”
Jansen hoort mij niet meer, hij staart in de verte en wijst naar een witte sportwagen die komt aanscheuren.
Ik kijk hem vragend aan. “Begrijp ik het goed als daar de vleesgeworden midlifecrises op het witte paard komt aan galopperen? “
Jansen knikt, kijkt hoofdschuddend omhoog en begint iets te zeggen. Dat lukt maar gedeeltelijk omdat precies op dat moment een klodder darmproduktie van een overstekende meeuw, middenin zijn omhoog gerichte gezicht uit elkaar spat, waarna het spul op zijn jasje druipt..
“Zonde van je jasje, Jansen”, zeg ik bedroefd. “Moet je zien, je kraag zit ook helemaal onder”.
Jansen begint verwoed de meeuwenstront uit zijn opengesperde muil te spugen en ik ben bang dat hij er in blijft. Bezorgd klop ik op zijn rug waardoor de daar ook al neergespatte stront nog verder in de stof van het jasje wordt gewreven.
“Wist jij dat ,Jansen?, vraag ik
Jansen kijkt mij met betraande ogen aan en gorgelt iets waar ik uit op moet maken dat hij “wat?”, bedoelt.
“Dat meeuwen zoveel stront kunnen scoren in één worp” vraag ik
Jansen weet dat misschien wel maar komt momenteel even niet uit zijn woorden.
Hij heeft het te druk met het kokhalzend schoonboenen van zijn gezicht , maar door een onverwachte beweging vliegt zijn kapiteinspet van zijn knar en valt in het water.
“Ooooo, Jansen nou toch!! Je pet is helemaal zeiknat. Maakt niet uit, jongen. We lopen straks wel even langs het Leger des Heils, die hebben vast nog wel een geschikte pet liggen.”
Jansen loopt intussen helemaal paars aan en begint mij uit te schelden voor teringlul en armoedzaaier en meer van dat fraais.
“Zou jij die parlementaire taal alsjeblieft voor je fractie willen reserveren, Jansen? Ik ben niet zo gediend van dat politieke jargon.”
Plotseling komt de witte sportwagen piepend tot stilstand waarna de midlifeprins uitstapt.
Eerlijk waar; ik ben geschokt. Mijn adem stokt en het klamme zweet breekt mij uit als ik zie wie daar gehuld in een Kippeleren broek, westernlaarzen van gepekelde varkensdarm en een mouwloos shirtje uit die pooierbak stapt….


7 reacties

pepe · 12 juni 2004 op 08:49

Het weekend begint pas goed met een column van Kees en een kop koffie, zonnetje schijnt al, dus mijn weekend kan niet meer kapot.

Ik geloof ik ook wel plezier heb zonder jacht 🙂

Weer een heerlijke column Kees, die mouwen van jou zitten vol, blijf schudden;-)

Louise · 12 juni 2004 op 09:15

Het kan bijna niet anders of jij beschikt over een bodemloos vaatje fantasie 😛
Hoe kóm je er op?

Erg leuk!

Shitonya · 12 juni 2004 op 12:11

Hij is weer super, zoals gewoonlijk 😀

Echt, je hebt zo’n schrijfwijze, dat iedere lezer wel door moet gaan met lezen. Het leest heerlijk weg en in elke alinea, beter nog:in bijna elke zin verzin je wel wat grappigs.
En de manier van kleine dingen omschrijven, dat is nog steeds je sterkste punt. Van een simpele darminhoud van een schijtmeeuw, maak je al een heel circus omheen. Janssen’s vrouw afzeiken doet het ook altijd erg goed.
Dit soort dingen maken de Janssen columns gewoon verslavend ^_^

Ma3anne · 13 juni 2004 op 09:09

Lig weer helemaal in een deuk hier! :laugh:
Hoe subtiel die beschrijving van die klodder meeuwenstront! whaaaaaahahaha

Mosje · 13 juni 2004 op 20:13

[quote]Eerlijk waar; ik ben geschokt. Mijn adem stokt en het klamme zweet breekt mij uit als ik zie wie daar gehuld in een Kippeleren broek, westernlaarzen van gepekelde varkensdarm en een mouwloos shirtje uit die pooierbak stapt….[/quote]Ronnie Tober? Die denkt dat hij bij het jacht van de Prins van Lignac is?

sally · 13 juni 2004 op 21:22

heerlijk verhaal
irritant einde…
ik wil NU weten wie er uit stapte!! 🙂 😡 :dunno:

Irma · 14 juni 2004 op 14:47

Weer erg genoten! Maar misschien ben ik wel in het voordeel dat ik ‘m nu pas lees: dan hoef ik wellicht niet zo lang te wachten op het vervolg 😉

Geef een reactie

Avatar plaatshouder