Lieve KPN,

ik zit al een tijdje te worstelen met mijn gevoelens voor jou, om maar met de deur in huis te vallen. Het knaagt aan me en ik wil het graag kwijt, maar laat ik beginnen met de zonnige kant van het verhaal. Ik zie het nog voor me als de dag van eergisteren. Jij was daar, in de winkel. Ik, samen met mijn moeder, liepen de winkel binnen omdat ik godzijdank eindelijk een GSM mocht uitkiezen. Ik was 15. Jij iets jonger en in een mobiele vorm. Ik keek je aan en jij blinkte terug. De pocketline swing tweehonderd. Ik was verkocht en jij? Jij bleek als een hartklep te passen bij mij. Okee, qua GSM ben ik vreemdgegaan, maar was het dan zo nodig om dan nu, na al die jaren die oude koeien uit de sloot te halen? Ik bleef namelijk wel bij je. Ons als huistelefoon, ons als digitenne, ons als interactieve televisie, we bleven samen. Misschien lag het aan het feit dat ik verhuisde naar het centrum van Den Haag, wat jouw voorkeur niet was aangezien Laak en de Schilderswijk toch je voorkeur kregen. Ik vond toch dat je mee moest, na al die fijne jaren samen, moest het kunnen. Wat bleek, het kon ook, maar je had nog een appeltje te schillen met me. Denk ik. Ik weet het niet zeker, want je praat nooit terug. Ik maar bellen met je, ik maar e-mailen, ik maar vage formulieren invullen op internet. Tevergeefs. Ik wilde je in de Prinsestraat. Jij wilde het echt niet. Ik moest al drie weken wachten totdat ik je mocht omarmen. Ik tekende het contract in jouw winkel, maar ik kreeg je niet gelijk, nee, mevrouw moest “hard-to-get” spelen. Drie weken wachttijd tot de aansluitdatum. Niks mis mee, ik had een datum om naar uit te kijken. Dacht ik. Ik wachtte en wachtte. De drie weken gingen best snel voorbij, zeker met zo’n mooi vooruitzicht, maar al gauw bleek dat je een ander had gevonden. De helpdesk. Ik probeerde nog contact met je te krijgen, maar die viezerik kwam er iedere keer weer tussen. Tot vijftien dagen na onze afgesproken datum, kon ik je niet wederzien. Dat deed me pijn. Vooral omdat het me heel veel uur aan de telefoon kostte met die kutvriend(in) van je, de helpdesk. Ik mocht hem/haar toen al niet. Na vijftien dagen na de drie weken had je toch voor mij gekozen. Ik was in de zevende hemel. Zo fijn dat ik niet eens kan beschrijven hoe en of ik gelukkig was. Was. Je bleek nog steeds bij de helpdesk te willen zijn, want tot op de dag van vandaag ben je nog steeds niet constant bij me. Je valt weg, om het kwartier, je hapert als je me onder ogen komt en bent er vaak niet als ik thuis kom. Nu moet ik toch iedere keer weer langs die helpdesk van je om een stapje verder te komen, terwijl blijkt dat ik je steeds meer kwijt raak. Nu heb ik nieuws voor je: Als je niet heel gauw normaal gaat doen en mij ook een beetje tegemoet gaat komen ga ik met je zus Ziggo naar bed of desnoods met je achternichtje UPC. Ik hoop dat je de ernst van de situatie inziet en zo niet, dan snap je niet wat je ooit voor mij betekende en eigenlijk, diep van binnen, nog steeds betekend. Dan ben je mij misschien niet waard en heb je gewoon keihard gelogen tegen me, alsof ik er één uit duizenden was. Dus ik vraag je met alle liefde, kom bij me terug en wees er voor me zo als je er altijd was. Doe niet zo gek en hou van me. Dan ga ik misschien ook weer van jou houden. Anders ga ik voor het weekend met je zus of je achternicht. Liefs en een dwingend kusje, Bjurran.

Categorieën: Maatschappij

1 reactie

Libelle · 11 augustus 2013 op 15:27

Die zus en dat achternichtje zijn de zonde waard, begrijp ik.
Van Harte welkom bij CX. Een beetje bozer had van mij gemogen en af en toe een pauzeregeltje ook.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder