Dit is een verhaal dat gaat over een meisje in een wereld vol oorlog en over haar herinneringen aan haar grote liefde. Ik lig alleen in mijn bed.
Ik probeer te slapen,niet te luisteren naar alle geluiden die mij ervan weerhouden om weg te vagen in mijn dromen. Weg van deze verschrikkelijke wereld. Een wereld waarin ik jou moet missen,en alle ander mensen die mij dierbaar zijn. Ik weet helemaal niet waar je bent,of je nog steeds moedig op deze aardbol,of wat er van over is,rondloopt om te vechten.
Ik mis je.
Ik probeer mijn ogen te sluiten en voor een moment,als is het maar éen nacht,alle ellende te vergeten. Ik probeer alle geluiden van de buitenwereld te verdringen,denkend aan jou.
Ik wil geen knallen horen. Ik wil geen geschreeuw horen. Ik wil geen schoten horen. Ik wil jou.
Misschien moet ik ook gewoon naar buiten gaan. Iedereen trotseren,en jou zoeken. En jou vinden. Maar ik durf niet. Dus blijf ik liggen.
Ik hoop dat wij elkaar ooit nog zullen zien. Elkaar weer ontmoeten,zoals die eerste keer. Voordat de nucliare oorlog begon. Voordat amerika en de Verenigde Arabische Natie met bommen begon te gooien. Nog voor de oorlog,toen wij gelukkig waren.
Weet je nog?
Ik zag jou staan in het restaurant waar ik als serveerster werkte. Voordat het restaurant van de aardbodem was weggevaagd. Ik zag jou daar staan,aan de bar,en je oefende meteen een soort aantrekkingskracht op me uit. Ik was helemaal niet meer geconcentreert op wat ik deed,en viel zo neer op de grond. Ik weet nog,hoe lief jij was. De eerste woorden die je tegen me zei: zal ik u helpen. Ploteseling begreep ik waarom die man de tashj mahal bouwde en waarom Julia een dolk door haar hart stak. Ware liefde. Op het eerste gezicht. Ik was een beetje verlegen. Jij was zelfverzekerd. Bij jou voelde ik me veilig.
En nu. Jij bent weg,dapper als je bent ga je vechten. Maar mij laat je hier achter. Alleen. ‘Ik overleef het wel. We zullen elkaar snel zien’ zei je,dat weet ik nog goed. En waar ben je nu? Mijn gedachten werden verstoord door een plotelinge stilte. Helemaal stil was het. Opeens. Je kon een speld horen vallen. Ik werd overspoeld door een golf van angst. De bombardementen waren gestopt,plotseling. Ineens,alsof er een seintje was gegeven. Ik liep langzaam naar de deur en besloot naar buiten te kijken. Iets wat ik in geen weken meer had gedaan. Al mijn angstige gevoelens drong ik naar de achtergrond. Ik maak de deur open en zie. Niets. Helemaal niets. Geen soldaten. Geen gehavende lijken. Geen afgebrande huizen en geen gaten in het wegdek van de bombardementen. Ik zag geen vliegtuigen vliegen,geen huilende kinderen. Geen om hulp schreeuwende mensen. Allerlei gedachten kwamen in me op. De eerste gedachte was aan jou. Als iedereen weg was,waar ben jij dan? Wat is er gebeurd? Ik sloot de deur achter me en liep de straat op. Op een rare manier zag het er vertrouwt uit. Als toen jij en ik nog samen waren. Bij elkaar. Niet verdreven. Alle chaos en paniek is voorbij,dacht ik. Maar ik voelde me niet gelukkig. het kon me niks schelen of er geen soldaten en vliegtuigen meer waren. Het enige waar ik op dit moment aan dacht was jou. Waar je bent. Ik wist niet wat ik moest doen. Waar ik heen moest. Ik liep als in trance richting het centrum. Waren daar misschien mensen?Overlevende?Die weten waar jij bent? Ik kwam aan bij een supermarkt. Alles zag er als nieuw uit. Maar ik zag ook nog iets anders. Je kent het wel als je iets ziet flitsen,zo,vanuit je ooghoeken. En als je dan recht ernaartoe kijkt is het opeens weg. Dat had ik dus. Maar alleen was het beeld wat ik zag er iets langer dan een flits. Ik meende een lange vrouw te zien. met een kinderwagen. Ik liep naar de plek waar de schimmen verschenen waren. En weer verdwenen. Niets. Ik ging de supermarkt binnen. Alleen. Weer zag ik een flits. Deze keer was het sterker en begon ik ook dingen te voelen. En te horen. Bij de schappen van het snoepgoed stond een klein meisje met twee staartjes. Ze kwam me bekend voor maar ik kon me niet meer herinneren waarvan. Ik wilde naar haar toe lopen,maar op de een of andere manier kon ik niet loskomen van de grond. Ik voelde me heel raar. Verdrietig,verward,maar ook..hongerig. Ik hield mijn ogen strak op het meisje gericht. Alsof ze me ging vertellen waar jij was. Toen zei het meisje: ‘mamma,mag ik die citroen-lollys?’ Een angstig gevoel bekroop me. Ik wist niet precies waarom. Ik probeerde weer naar de vage schimmen toe te lopen,toen ze verdwenen. De schimmen verdwenen,maar het rare gevoel bleef. Ik liep naar buiten. Ik was in een soort trance. Lopen met je verstand op 0 zeg maar. Ik dacht er niet eens over na waar ik heen ging. Alleen maar aan mijn gevoelens voor jou. Ik stapte een gebouw binnen. Een restaurant. Ik had hier gewerkt,herinnerde ik mij vaag. En toen zag ik het. Hem. Jou. Je stond daar,precies als toen ik jou voor de eerste keer zag. Een gevoel van liefde en warmte bekroop me,van top tot teen. Dit voelde goed. Ik voelde intense gelukzaligheid. Ik liep op je af,maar ik struikelde. Daar lag ik. Jij boog door je knieen en fluisterde: kan ik u helpen? Ik knikte vaag,en bleef jou aanstaren. Ploteling wist ik waarom die man de tashj mahal had gebouwd,waarom julia een dolk door haar hart stak. Ik voelde pure,gelukzalige liefde. Ik voelde jou. Je glimlachte lief naar me. Toen werd alles wit. Ik zag niets meer. Alleen maar een soort geruststellende,witte gloed. Ik voelde alleen maar. Ik voelde geluk. Blijdschap. Liefde. En ik voelde jou.


4 reacties

Shitonya · 12 mei 2004 op 22:28

Ik zal eerlijk bekennen dat ik de column niet helemaal uit heb gelezen…sorry. Ik denk zo’n drie kwart wel. Mooi verhaal, maar niet lekker te lezen. Het lijkt wel een soort telegramstijl: hoi stop vandaag heb ik gesport stop ik mis je heel erg stop … die manier.
De zinnen zijn erg kort, die je in zo’n verhaal als deze best iets langer had kunnen maken.
Ook mis ik wat alinea’s. Zo’n deegrol tekst dat heeft niet zo’n geweldige aantrekkingskracht op de lezers (of mensen die overwegen hem te lezen).

Dit lijkt op een gedeelte uit een boek, maar zelfs in een boek staan wel alinea’s en wat langere zinnen…
Maar wel goed geprobeerd, je volgende column wordt vast beter 🙂

pepe · 12 mei 2004 op 22:47

Het verhaal is absoluut mooi Laura.

Iets meer alinea’s zou rustiger lezen, maar dat komt vanzelf.
Je kan nog best wat verbeteren(doe ik zelf ook nog steeds hoop ik) en ik denk dat je dat ook wel gaat doen in je volgende. De eerste insturen is ook doodeng.

Ik vind het klasse dat je het lef hebt, ga dus gewoon door 🙂

Kees Schilder · 12 mei 2004 op 23:05

Helemaal niet verkeerd.De verfijningen komen vanzelf wel

Dees · 13 mei 2004 op 19:38

Mooi, een tikkeltje ‘onheilspellend’ bijna. Maar mooi.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder