Mijn laatste nachtdienst. Nog 2u en ik lig in mijn bed. Iedereen slaapt of maakt zich klaar voor een nieuwe dag. Ik begin aan het rondje, alle patiënten langs om controles te doen. Bloedruk, pols en temperatuur. De vitale functies. Bij patiënt nummer 11 gaat het mis. Niet met de vitale functies, maar de zin. De zin in het leven is er niet meer. Ik zie een 88 jarige man. Verdrietig, eenzaam en boos. “Ik wil niet meer zuster, ik spring uit het raam.” Ik schrik. Ik ben na een lange vermoeiende nacht op de automatische piloot controles gaan doen bij de patiënten, zonder na te denken. Nu moet ik wakker worden. Nadenken. Ik ben de zuster, de enige die hier is. De enige die dit gehoord heeft. De enige aan wie deze meneer dit vertelt. Ik ga naast meneer zitten en vraag wat er aan de hand is. Hij heeft een droom gehad. Over zijn vrouw, zijn vrouw die 8 jaar geleden is overleden. Hij droomde dat ze naast hem zat en toen hij wakker werd kwam de klap. Hij besefte dat ze dood is en wilde haar achterna. 88 jaar, niks meer om voor te leven, zoals hij zei. Ik wist dat hij kinderen had en begon hierover. “En uw kinderen dan? Die willen u graag bij u houden. Die zullen u missen.”
Ik kon hem overtuigen een tabletje te nemen om even wat rustiger te worden.
Die dag hebben mijn collega’s ervoor gezorgd dat de psycholoog bij hem langs ging. Zijn kinderen weten van niks.
En als ik hem na een week in bed zie zitten, ziet hij er blij uit. Hij lacht met zijn kinderen en kleinkinderen. Niemand zou ooit denken dat deze man zich zo beroerd voelde.
Alsof het een nachtmerrie was. Niets meer.
Categorieën: Gezondheidszorg
5 reacties
Neuskleuter · 4 april 2008 op 16:50
Voor iemand die een foto van House gebruikt om zichzelf te profileren, vind ik dit stukje veel te braaf. En ik kan het weten. Gisteren was het weer lachen, gieren, brullen 😉
Tuurlijk, het is goed wat je gedaan hebt. Er even vanuit gaande dat het echt is gebeurd. Schouderklopje. Dat soort dingen zijn nodig. Maar je raakt me niet. Het interesseert mij niet dat die man nu weer lang en gelukkig leeft. Geef het meer diepgang. Laat horen wat jij denkt, wat jij voelt. Of wat die man denkt en voelt. Kom dichterbij. Ik wil gehuil, woede, details van zijn mislukte leven of van jouw fouten bij vorige patiënten. Of horen wat voor vreselijk onbetrokken collega’s je hebt. Of je stiekeme wens om Cliniclown te worden, waardoor je elke nacht stiekem bij je depressieve patiënten oefent tot ze dankzij jou weer beter zijn. Of dat iemand je aanklaagt vanwege die praktijken.
Er is zoveel uit te halen. Je hebt boeiend werk. Laat mij dat dan ook meebeleven.
Ik lees het wel in je volgende stuk! 😉
geertsjohn · 4 april 2008 op 20:09
Even een tip: het leest prettiger als je getallen voluit schrijft. Verder wel een goede column. Een onderwerp waarvan de aandacht niet mag verslappen!
pally · 4 april 2008 op 21:59
Je geeft best een stukje van je verantwoordelijke werk weer, Sandy. Ik zie het voor me omdat ik ook ooit dat werk deed. En ’s nachts komen mensen met hun zorgen. Toch begrijp ik een paar dingen niet. Een man van 88 die ziek is en alleen, mag het leven toch best zat zijn?
(Al kan jij daar op dat moment natuurlijk niet veel mee). En waarom mag zijn familie niet weten van die wens?
Ik vond het eind ook inderdaad niet zo sterk. Volgende keer beter,
groet van Pally
Dees · 5 april 2008 op 00:15
Mij raakte je wel met je stukje, van routine naar realiteit en weer terug.
lisa-marie · 5 april 2008 op 08:27
De realiteit van alle dag en de schaamte van die man, dat raakt mij omdat het juist zo eenvoudig zonder opsmuk is neer gezet.