In onze vorige woonplaats, een eeuw geleden en pas getrouwd, speelde het al: ‘s nachts moesten echtgenoot en ik altijd wel een paar keer plassen. Dat je niet denkt dat het de leeftijd is.
Wij zijn gewoon altijd al van nature nachtplassers geweest, absoluut een bindende factor tussen ons twee. Hoewel nog niet bij de eerste ontmoetingen bekend. Gewoon een bonus. Ik weet ook nooit wie wie nou wakker maakt in de nacht, maar meestal schuiven we na elkaar naar de WC, die we wijselijk in ons dijkhuis om de hoek van de slaapkamer hebben geconstrueerd. Het gebeurt geregeld, dat ik uit bed stap en net als ik op de pot wil gaan zitten, om de hoek, hoor: ‘kijk uit, ik zit er al’. Schrik ik me een ongeluk. Zit ik bijna op schoot. Dan ben ik waarschijnlijk langzaam wakker geworden van zijn eruit gaan, maar heb het niet bewust gehoord. Ga ik maar weer even terug.

Op de een of andere manier was het vroeger in de hele familie bekend. Wij hadden in ons eerste huis nog geen toilet boven en daar stond altijd een plastic emmer. Nou en? Hij werd elke dag gesopt. Je gaat toch niet als naaktslapers, ja, dat zijn we ook, een trap af, een keuken en een bijkeuken door om ‘s nachts te gaan plassen? Zeg nou zelf. Dan word je ijskoud en klaarwakker. Of je dondert van de trap. Of dat allemaal te gelijk, om over de gebroken nekken maar niet eens te spreken. Het is gewoon een soort slaapwandelen, nou ja, plaswandelen : onze specialiteit.

Het is wel lastig als je ergens anders logeert. Dan melden we maar meteen dat we er een paar keer uit moeten ‘s nachts. Dat ze niet schrikken van gebonk, want ik kan me, zeker in het donker, heel slecht oriënteren.
Zelf hebben we verdorie altijd logees die nooit hoeven. ‘Nee, hoor een lichtje is niet nodig, wij hoeven ‘s nachts nooit’.
Wel allebei twee kommen soep leeg gedronken en een fles wijn. En dan nemen ze ook nog een glas water mee. Hoe werkt dat nou? Daar kan ik jaloers op worden.

Ooit overnachtten we op een wandeltocht door de Pyreneeën in een berghut. Na het eten wees een steile huttenvader streng de plaatsen aan. Met wel tachtig andere wandelaars sliepen we in een volkomen donkere zaal. Omdat we vijftigers waren mochten we gelukkig op de onderste laag. Er waren drie verdiepingen. Wel helemaal achterin. Nou ja, je raadt het al. Na een paar uur fluisterde eega: ‘Moet jij ook zo nodig plassen?’
We schoven samen heel zachtjes die enorme slaapzaal door.
In de gang was fel licht van een peertje.

Terug stonden we opeens in het pikkedonker. Ik gaf echtgenoot een hand en werd als een paard dat niet wil lopen richting eind van de zaal getrokken. Eindeloos leek het.
Ha, hij stopte. Ik was er en wou op mijn brits klimmen. Maar werd teruggetrokken, steeds als ik dat probeerde. Waarom hield echtgenoot me nou tegen? Ik voelde een been. Oh god, er lag al iemand. Ik moest er nog een verder.
Eenmaal op de goede plaats kregen we langdurig de slappe lach. We begonnen telkens weer.

In de vroege ochtendschemer, iedereen sliep nog, zijn we via een laatste toiletbezoek maar meteen met onze bepakking vertrokken, de bergen in.

Och, samen nachtplassen heeft echt zijn charmes.

Categorieën: Gein & Ongein

pally

Genieten van leven en mensen en natuur om mij heen. Schrijven als belangrijke drijfveer om te ordenen, te relativeren en te communiceren.

23 reacties

Anti · 3 november 2010 op 07:26

😆 Echt erg grappig Pally, deze nachtelijke plasrituelen.

SIMBA · 3 november 2010 op 08:33

Deze column is echt heel actueel voor mij, we zijn namelijk bezig met het kopen van een huis en het huisje waar we verliefd op zijn geworden is uit 1932 en heeft géén toilet boven. En ik ben ook een fervente nachtplasser (minimaal 3x) dus er moet verbouwd worden 😀

lisa-marie · 3 november 2010 op 08:36

[quote]Wij zijn gewoon altijd al van nature nachtplassers geweest, absoluut een bindende factor tussen ons twee. Hoewel nog niet bij de eerste ontmoetingen bekend. Gewoon een bonus.[/quote]
Bij deze moest ik erg lachen en ben niet meer opgehouden 😆

Libelle · 3 november 2010 op 08:38

Ja, wij plassen ook zittend, sinds ik de badkamer doe.

WritersBlocq · 3 november 2010 op 09:21

Ik doe het bijna in m’n broek!! 😆

[quote]Het gebeurt geregeld, dat ik uit bed stap en net als ik op de pot wil gaan zitten, om de hoek, hoor: ‘kijk uit, ik zit er al’. Schrik ik me een ongeluk. [/quote] Heel herkenbaar, alleen dan andersom. Zit ik te plas-suffen en doemt mijn man ineens voor me op. Knuffeltje, en weer terug. Héérlijk hè.

LouisP · 3 november 2010 op 15:27

Pally,
wat een origineel en grappig onderwerp!
Leuk om te lezen, dikke grijns en jullie twee, jullie zijn maatjes hee?

Na een paar uur fluisterde eega: ‘Moet jij ook zo nodig plassen?’

groet,
Louis

Mien · 3 november 2010 op 17:17

Leuke column.
Enne … nooit gedacht aan een hippe nachtbril!
Zeker in berghutjes erg handig.
Ook handig voor manlief.
Voorkomt druppelen. :hammer:

Mien (houdt het meestal droog)

embee · 3 november 2010 op 21:03

Natuurlijk weer superdesuperleuk Pal.

groetje embee

WritersBlocq · 3 november 2010 op 21:27

En apart van alles nog even een azijnzeikreactie natuurlijk:

[quote]Ik was er en wou op mijn brits klimmen. [/quote]

Wou … :oeps: Pally!!!

pally · 3 november 2010 op 22:16

Nou ja, ‘wilde’, ‘wou’ zeg je alleen in het donker, WB
😀
Is ‘wou’ eigenlijk wel fout, zuurpruim?

b.v. ik wou dat ik rijk was.
Ik ga het even opzoeken. xxPally
(terug)
Nou, eh nu, de spellingscontrol vindt het geen bezwaar :lach:

Anti · 3 november 2010 op 22:32

Niks tegen wou in het donker 😀 …en eigenlijk ook niet bij dageraad.

WritersBlocq · 3 november 2010 op 22:47

Ja, dahaaaag, met je spellingscontrol! Kent ie dat woord, ‘spellingscontrol’? Vast wel 😥 De spellingscontrol kent ook ‘hij vind’ dusss… heb ik weer een ‘maarrrr’ met rrrrrreden.
Ik quote van taaladvies.net:
[quote]Het werkwoord willen kent in de verleden tijd twee vervoegingen: zowel de regelmatige vormen wilde en wilden als de onregelmatige vormen wou en wouden of wouen. De enkelvoudsvorm wou wordt minder in de schrijftaal gebruikt; de meervoudsvorm wou(d)en is geheel beperkt tot de spreektaal.[/quote]

Dus wat wouden jullie nou :hammer:

Liefs, PauWauw

pally · 3 november 2010 op 23:11

Bedankt voor de les, W(eet)het altijd B(eter) Dus eigenlijk meer spreektaal

xxPally
Die nou wel naar bed wou, eh, wilde :kus:

Mien · 4 november 2010 op 00:43

Let even op Pally.
Als jullie vannacht in de bossen wouden plassen, neem dan even een zaklampje mee … :hammer:

Mien (plast altijd wild)

Raad_wie_ik_ben · 4 november 2010 op 00:49

@ Mien 😆

arta · 4 november 2010 op 07:11

Geweldige column, geweldige reacties!:-D

Fem · 4 november 2010 op 07:28

Ik doe aan ophouden-tot-ik-echt-niet-meer-kan-en-dan-niet-meer-terug-kunnen-omdat-het-alweer-bijna-tijd-is-om-op-te-staan-plassen….

Leuk pally!

sylvia1 · 4 november 2010 op 08:11

Heerlijk grappige column met als bonus de reacties eronder!

Prlwytskovsky · 4 november 2010 op 09:43

Zelfs een zeikverhaal kan jij nog smeuïg maken. 😆 Met plezier gelezen.

Avalanche · 4 november 2010 op 13:23

Heerlijke column, Pally.

pally · 5 november 2010 op 11:39

Ik ‘wou’ iedereen nog eens hartelijk bedanken voor de grappige reacties, die zijn soms(nog) 😀 leuker dan de column!

Liefs Pally

Heerlijk, om bij zo’n lettergebekte club te horen!

WritersBlocq · 5 november 2010 op 14:01

Ik kom nog even het laatste plasje doen 😀

Weer gelezen en hij blijft leuk Pally, je column. En ja, de reacties ook haha. Toedeloe! Pauline.

pepe · 10 november 2010 op 18:34

Wou ik spuit eluf toch nog ff melden dat ik weer onder de tafel lag te lachen.

Ik wou dat ik de pen ook weer eens kon laten schrijven, ben weer druk aan t oefenen.

Leuk leuk leuk 😆

Geef een reactie

Avatar plaatshouder