‘Zo komt er van dat hek ook niets terecht,’ mopperde Connie ‘Je hebt alles maar zo laten liggen.’
Ze was bezig achter haar computer foto’s te titelen.
‘Kan d’r niks aan doen,’ mompelde ik. ‘Hij trok die paal uit de grond en toen moest ik wel mee.’
‘Waarom vroeg je dat?’ zei ze. ‘En waarom begin je ook zo als hem te praten?’
Ik keek haar stomverwonderd aan.
‘Je zegt: Kan d’r niks aan doen,’ citeerde ze. ‘Het is: Ik kan er niets aan doen.’ Ze glimlachte lief, maar de boodschap was duidelijk.
‘Sorry,’ zei ik berouwvol.
Ik zat achter mijn computer en keek naar tien regels tekst. Het ging over Willem. Maar het lukte van geen kanten. Ik wilde duidelijk maken dat ik graag afstand van hem wilde houden maar dat het juist andersom ging. Willem moest mijn vriend niet worden. Ik wilde zulke vrienden niet. Maar ik zag hem wel erg vaak.
‘De volgende keer als hij iets heeft, zeg je botweg nee. Wat het ook is. Dan maak je maar duidelijk dat je eerst afmaakt waarmee je bezig bent. Nu moest ik alles van het hek naar achteren slepen.’
Ik knikte. ‘Maar ik kan natuurlijk niets zeggen als die auto komt.’
‘Hou het dan kort,’ adviseerde ze. ‘Zeg iets waarmee ze een week werk hebben of zo.’
Ik staarde naar mijn tekst. ‘Hij heeft behalve Fat en Ber en natuurlijk Spicht verder ook niemand,’ dacht ik hardop.
‘Hoe heet ze?’ Connie keek me verbaasd aan.
‘Weet ik niet.’
‘Je zei Spicht.’
Ik grijnsde dom. ‘Zo noemde ik haar voor mezelf. Ik weet niet hoe dat mens heet.’
‘Je zei wel dat ze een hard gezicht had.’
‘Veel meegemaakt,’ knikte ik. ‘Dat zie je zo.’
‘En dat moet wat worden tussen die twee,’ begreep Connie.
‘Ze zijn verliefd,’ merkte ik op.
Connie lachte. ‘Voor zo lang het duurt. Willem zit vastgeroest in zijn gewoonten. Als zo’n mevrouw daar maar even aan trekt, schopt hij haar de deur uit.’
‘Dat geldt ook andersom,’ merkte ik wijs op.
Ze knikte. ‘Als je voor klaar bent zou ik zo graag zien dat je verder ging in de badkamer. Er moet nog van alles gebeuren.’
Ik knikte. ‘Ik weet er van.’
‘En we moeten ook weer eens naar Limburg.’
We hadden een jaar geleden in Limburg een tweede huis gekocht. Omdat het zo ongelooflijk goedkoop was. Er bleek wel veel aan te moeten gebeuren. We hadden er al eens een week hard gewerkt. Misschien verkochten we het weer. We wisten het nog niet.
Ik knikte. ‘Niets meer van gekomen de laatste tijd.’
‘Te druk,’ beaamde ze.
‘Ik schrijf ook niets meer,’ zei ik nadenkend.
‘Je bent te veel met Willem bezig.’
‘Er zit niet eens een verhaal in, haalde ik mijn schouders op.
‘Echt niet?’ vroeg Connie ongelovig.
‘Het lukt niet,’ ze ik. ‘Ik begin er aan en na een paar regels loop ik vast.
‘Begin dan ergens anders aan.’
Ik knikte Het was ook een kwestie van druk zijn en slechte timing. Als er nog wat dringende klussen waren ging je niet ontspannen achter je tekstverwerker zitten.
Connie kwam achter haar pc vandaan en ging achter me staan. ‘Sorry dat ik zo bits tegen je deed!’
‘’t Geeft niet,’ mompelde ik.
‘Jawel,’ vond ze. ‘Maar je moet wat meer afstand houden met Willem.’
Ik keek omhoog. ‘Hij zal me wel wat minder zien,’ zei ik. ‘Hij heeft nu Spicht.’
Connie kuste me in m’n nek en liep naar de keuken.
‘En ik heb jou,’ zei ik.
Daar moest ze om lachen.
‘Ik ga zo maar eens in de badkamer kijken,’ besloot ik.
‘Ik wil vanavond nog wel douchen,’ klonk haar stem uit de keuken.
‘Tuurlijk,’ zei ik. ‘Natuurlijk,’ verbeterde ik haastig.


2 reacties

Oooeps · 20 januari 2003 op 21:26

Dag Cor Snijders. Ik lees je columns over Willem altijd en je maakt me steeds nieuwsgieriger. Hoe lang zal Willem het toch volhouden met Spicht? En kun jij wel afstand nemen?

Ps. is Willem echt je buurman (geweest)?

gast · 20 januari 2003 op 22:53

Let op dat woord: afstand nemen.
Volg de columns….

Geef een reactie

Avatar plaatshouder