Tot voor kort was ik voorzichtig enthousiast over de bouwplannen. Wanneer iemand vroeg: “En? Wanneer gaan jullie beginnen?” antwoordde ik dapper “Eind mei, half juni.” Langzaam aan raakte ik gewend aan het idee van een tijdje kamperen in de huiskamer en voorzichtig werd ik zelfs een heel klein beetje blij. Er heeft zich echter een kleine aardverschuiving plaatsgevonden; de eerste helft van de maand mei is van de kalender af gevallen want het betonbal wordt half mei geopend. Goed bedoeld want dan is het funderingswerk klaar op 1 juli, net voordat het BTW-gebeuren weer omhoog wordt geschroefd.

Last van spanning? Welnee, eerder van totale paniek. Mijn hartslag, net als mijn normaal gesproken prima bloeddruk, zijn gestegen en niet meer te normaliseren. Ik overweeg om een fikse voorraad Prozac te hamsteren en een schriftelijke cursus “het aanleggen van een infuus” te gaan doen. Nu kan het nog.

Voor half mei moeten de huiskamers gestript. En dat is geen bananenbar grapje. De leefruimtes moeten tot op het bot leeggesloopt. Het zeil moet eruit, de ondervloer moet ontschroefd en ontmanteld, de keukens moeten gedemonteerd, de plafonds mogen (dat moet namelijk niet, het mag) eruit en de muren moeten kaalgehaald. De isolatie vouwen we netjes op voor hergebruik (strijken hoeft nog nèt niet), net als de balken van de skeletbouw.

Wat overblijft zijn twee kale skeletten als woonruimtes, ontdaan van alle leven, plezier en gezelligheid en daar hebben we het de komende tijd dan mee te doen. Hoe ik dat weet? Doordat ik niet meer in het huis van de buren kan kijken zonder in tranen uit te barsten. Zij zijn al begonnen en hun ooit prachtige witte paleis is geworden tot een kale balzaal, waarin zelfs Assepoester niet meer dood gevonden wil worden.

Waar laat ik mijn spullen? Mijn servies, het petroleumstel? In dozen. Ah, kijk dat is een goede gedachte. Geen paniek, ter plekke schrijf ik een boodschappenlijstje in bouwvakkerstaal. Dozen verzamelen. En oude kranten, natuurlijk. Niet dat ik een krantenabonnement heb, maar de plaatselijke sufferdjes volstaan ook.

De eettafel kan uit elkaar, de stoelen ook. Die kunnen dan misschien wel verticaal opgeslagen in de garage. De bank past volgens mij niet door de achterdeur. Dan maar uit elkaar, het kreng zit toch niet lekker. Koken doen we in de schuur. Dan zullen we dus vanaf vandaag bij de schuur moeten beginnen. Opruimen en inrichten als tijdelijke bouwkeet.

Op mijn boodschappenlijstje verschijnen mooie praktische plannen, totdat mijn pen halverwege het papier blijft steken en de brok in mijn keel ook. Ik wil het niet, ik wil het gewoon niet. “Het moet”, zeurt mijn verstand. Wanneer ik de oude verbouwingsfoto’s erbij pak, daalt mijn humeur helemaal tot ver beneden het Nieuw Amsterdamsch Peil. De komende sloop voelt als een rouwproces. Afscheid nemen van een prachtig huis, liefdevol herbouwd door lief en zijn vader. Honderddertig weken hebben ze zich samen vermaakt, geërgerd en plannen gemaakt, die regelmatig bijgesteld moesten worden. Al die tijd gaven ze de moed niet op. Het zou af en het kwam ook af.

Helaas, de vader van lief leeft niet meer, we kunnen hem dus niet meer om raad vragen. Onze meest dierbare vriend, die na het overlijden van mijn schoonvader liefdevol de baan van vraagbaak en klusmaatje overnam, leeft ook niet meer. Mijn innerlijke angsthaas schreeuwt om een verstopplek, die me vanaf half mei tot zo’n beetje de kerst herbergt. Een veilige grot, afgesloten van God en iedereen en in het bijzonder voor aannemers met heistellinkjes en betonmolentjes.

Mijn stoere praat over de vast prachtige nieuwe warme vloer, de houtkachel, de keuken die nu voor het raam zal worden geplaatst, inclusief formuis waar ik nu eens drie pizza’s in kan gooien in plaats van twee, het maakt niet uit, ik wil het niet. Voor mijn part kook ik nooit meer. Vluchten wil ik.
Al moet ik naar China. Samen met dat rothuis.

Categorieën: Verhalen

Odette

Overtuigd twijfelaar. Boetseert woordjes tot sprekende beelden.

6 reacties

Mup · 11 mei 2011 op 12:48

Herkenbaar was/is het verboden woord, maar ik gebruik het toch, goed beschreven en heel veel succes, (t)huis of in China,

Groet Mup

dokterblues · 11 mei 2011 op 16:48

Ik neem aan dat dit werkelijkheid is, ook al staat het onder ‘verhalen’.
Wat ik niet uit het stuk opmaak, waarom jullie gaan verbouwen.
Pas maar op dat je relatie met je lief er niet onder lijdt, dat heb ik vaak gezien in mijn omgeving. Sterkte ermee.

Harrie · 11 mei 2011 op 18:27

Ik heb nog wel plek in het bos, zZeer rustig en ekovriendelijk.

Meralixe · 11 mei 2011 op 21:52

Waarom China?
Is dit niet het land waar er een ongekende bouwwoede heerst?
Wel een goede omschrijving van gevoelens tegenover dat klusje. :hammer:

Mien · 11 mei 2011 op 22:04

Bouw- en moordlustig geschreven :hammer:

Mien Beton

sylvia1 · 12 mei 2011 op 12:32

Ontwikkeling, als ik dit zo lees had je toch best naar de cx-meeting kunnen komen…. 😀
Oh, het zou ook niks voor mij zijn, zo’n verbouwing. Mooi beschreven weer!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder