In de trein op weg naar de reünie van de middelbare school, blijkt al snel dat er te weinig plaatsen zijn. Zelfs eigenlijk te weinig staanplaatsen. Op een onbewaakt ogenblik remt de trein hard en voel ik me met mijn hele lijf en houden tegen de rug van de man naast mij aangeslingerd.
“Sorry” zeg ik tegen de rug en als deze zich omdraait en twee paar ogen elkaar vinden, blijkt het Wilfred te zijn die me aankijkt. Wilfred! Hij is meters gegroeid in mijn ogen en hij is man geworden. Hij heeft nog steeds iets haveloos, maar waar dat vroeger reden was tot eindeloos gepest van de meeste van onze klasgenoten, heeft het nu bijna flair, een creatieve aanblik, zonder opgelegd hip te zijn. Iets echts, dat te zeer mist bij teveel mensen. Samen banen wij ons een weg richting uitgang, we moeten onbepaalde tijd uitstappen, wegens seinstoringen en we besluiten samen ergens in een hoekje neer te ploffen op de grond, voor een geïmproviseerde picknick van peuk, koffie, kioskkoek en herinnering.

Wilfred is onveranderd aardig en onveranderd fantasierijk. Hij heeft het goed, in werk, thuis en relatie. Wilfred vertelt me dat hij er erg tegenop heeft gezien om naar de reünie te gaan en vertelt verder dat het een therapeutische move is. Niet vanuit een therapeut, maar vanuit zichzelf; om klein te kunnen maken wat vroeger groot was. Gelukkig heb ik indertijd nooit meegedaan met de pestkoppen. Wilfred vertelt me zaken waarvan ik ongeveer de helft heb meegekregen al die jaren geleden. Eindeloze vernederingen, opmerkingen in de gang, ingesloten worden in het fietsenhok en vooral voortdurend getreiter onder leiding van de jongen op wie ik vroeger zo verliefd was. Ik durf hem bijna niet te vertellen dat ik juist met die jongen jaren lang een knipperlichtrelatie heb gehad na de middelbare school, maar ik vertel het toch. Wilfred balt zijn vuisten en zet zich schrap. Het is een Wilfred die ik niet helemaal herken, Wilfred had geen agressie en zeker geen lijfkracht.

Ik vertel ook over Giselle, waarmee hij het vroeger goed kon vinden, over de ontwikkelingen na de middelbare school en de acties die tot een treurig hoogtepunt leidden. Ik beschrijf de gesloten deur, de tas op het gazon en de aan stukken gescheurde foto’s van gezamenlijke herinneringen die zich daarin bevonden. Ik vertel over haar huwelijk, dat ik haar betrapt heb op vreemdgaan in de toiletten op de dag van haar eigen bruiloft en ik vertel over de vriendschap die langzamerhand verwerd tot niet aflatende haat jegens mij.

We zitten daar eindeloos, onder uitroep en slappe lach met hier en daar een ondertoon van een kleine, versteende traan en sluiten ongemerkt een pact voor vandaag.

De eerste die wij op school tegen het lijf lopen is natuurlijk Giselle, die ons vurig omhelst. Ze is overdadig blij om ons te zien. De tweede die we tegen het lijf lopen is Marc, mijn knipperende ex, Wilfred’s pestkop. Marc is enthousiast, naar ons allebei. In tegenstelling tot Wilfred heeft Marc aan glans ingeboet. Dikkig, kalend en met een houding als vroeger. Bravoure, die nu iets treurigs heeft, vergane, dode glorie tegen beter weten in. Wilfred en ik houden elkaar staande, met losse blikken van verstandhouding en steun.

Die avond sta ik te praten met mijn dan nog toekomstige nieuwe geliefde, als Giselle op me af loopt, met die typische, schijnheilige blik van haar, die ik nog steeds zo goed ken en zo intens heb leren wantrouwen. Haar opgeplakte glimlach en een geïnteresseerde blik op het object van mijn affectie. Mensen veranderen misschien ook niet, niet echt, nooit echt. Ze heeft wel overduidelijk moed moeten verzamelen om te doen wat ze doet, dat kan ik zien. Maar het verwarmt me niet.

Nog voor ze echt bij ons is, zeg ik haar op hautaine toon “sorry, ik ben al in gesprek”. Wilfred staat vlakbij en hoort me. Hij kijkt me begrijpend aan en houdt haar met mij op afstand met zijn lichaamstaal, een onoverbrugbaar brede koude schouder. Zij draait zich om en loopt getroffen weg. De pijn die haar rug tentoonstelt geeft me zuivere genoegdoening, geen spijt, geen compassie. De kille, kleine triomf van het besef dat het nu eens haar beurt is.

Marc staat op zijn vertrouwde plekje, achter de bar en houdt me de hele avond goed in de gaten. Hij heeft mij indertijd bruut aan de kant gezet na jaren geknipper. Toch heb ik het hem nooit kwalijk genomen. Complexe Marc en zijn complexen. Maar zijn aantrekkingskracht nu is wel weg. De mijne beleeft zo te zien een soort revival. Wilfred staat bij me in de buurt als Marc op me afstapt op het moment dat mijn prooi naar het toilet is.

“Je was altijd mijn grote liefde”, zegt hij iets te hard, stuntelig en onbeholpen. “Maar je wilde altijd reizen. Dat kon ik niet aan.” Mensen om ons heen kijken geamuseerd.

Wilfred overziet de situatie, ziet mijn weifelende reactie en loopt op ons af, grijpt zijn ruimte op het kleine podium.

“Jij was de kwelgeest van het mijne”, zegt hij zacht tegen Marc. Marc is gevoelig genoeg om hier erg van te schrikken. Hij mompelt wat. Maar kijkt hem dan recht aan.
“Ik was een enorme klootzak”, zegt hij.
“Ja, dat was je”, zegt Wilfred
“Het spijt me”, mompelt Marc verlegen.

Het blijft even stil, terwijl Wilfred Marc steeds verder de grond in staart. Maar Wilfred is man geworden, een goede, echte, leuke man, een veel betere, leukere man, dan ik even daarvoor vrouw geweest ben.
“Wil je een biertje?”
Marc maakt een vage beweging naar achteren. Een held is hij nooit geweest, bullies worden eigenlijk nooit helden. Hij maakt zich uit de voeten. Wilfred en ik kijken elkaar stralend aan.

Mijn geliefde is terug en Wilfred verdwijnt op een gegeven moment. Als ik met hem meega, loop ik langs Marc. Hij zit naast de nog altijd wondermooie Sabine, indertijd mijn grote concurrente, al zal zij mij nooit zo hebben gezien. Als ik langs hen loop, wens ik hen nog een fijne avond.
“Weet wat je doet”, zegt Marc. “Wees voorzichtig”.

Ik werp hem een kushandje. Met mijn arm om de nieuwe man heen loop ik weg. Ook Wilfred lopen we nog tegen het lijf. Hij vliegt me in mijn armen, houdt me even van zich af en kijkt me aan.
“Ik heb een fantastische dag gehad”, zegt Wilfred.
“Ik ook!”, straal ik naar hem.
Na een stevige knuffel lopen we ieder ons weegs.


21 reacties

Mup · 23 april 2008 op 17:45

[quote]“Ik heb een fantastische dag gehad”, zegt Wilfred. [/quote][quote]“Ik ook!”, straal ik naar hem. [/quote]

Ik heb zojuist een prachtbeschrijving van een reunie gelezen.

Offtopic; Rook je weer?

Groet Mup.

Neuskleuter · 23 april 2008 op 18:03

Is dit een vervolg op de bekentenis die je voor Trouw hebt geschreven? Díe Giselle? 😉

Het is een ontroerend, heerlijk verhaal geworden. Over grote gevoelens, met subtiele uitwerkingen. Over recht doen, over wraak krijgen, in een klein gebaar dat groot aanvoelt. Over de aanvaring van verleden en heden. Het is mooi beschreven!

SIMBA · 23 april 2008 op 18:22

Een zéér therapeutisch dagje, niet alleen voor Wilfred maar ook voor jou!

lisa-marie · 23 april 2008 op 18:26

Als ik ooit, ooit nog naar een reünie ga hoop ik ook dat het zo verloopt.
Ik heb het met ontzettend veel plezier gelezen 😀

WritersBlocq · 23 april 2008 op 18:45

Ha! Mooi verhaal zeg, heerlijk meeslepend, hmmm…. ik lust nog wel een deel. Over je nieuwe oude verovering. Over verzin-maar-wat. Allemaal goed!

Offtopic: waarom zou je weer moeten roken? :hammer:

Mosje · 23 april 2008 op 19:20

Lang geleden dat ik op een reunie was, ik houd er niet zo van. Degenen die je zou willen ontmoeten zijn er nooit. Dus sta je een avond te lullen met mensen die je eigenlijk niet kent.
Nou ja, ook niks mis mee natuurlijk, net als met dit stukje..

arta · 23 april 2008 op 20:26

Dit is echt supermooi neergezet. Halverwege het stuk kon ik me net bedwingen om Wilfred aan te gaan moedigen: Go go go! Pak ze terug, allemaal!!
Meeslepend dus en filmisch beschreven!
🙂

Dees · 23 april 2008 op 21:53

OT terug

Hmm, nee, dit stukje is al wat ouder en tegenwoordig heb ik knipperlichtrelaties met nicotine. Momenteel weer rookvrij 🙂

Grt, D

Dees · 23 april 2008 op 21:55

Het was een proloog, maar ook een vervolg, dit stukje is een stuk ouder, maar idd, die Giselle 😉

Troy · 24 april 2008 op 09:18

Wederom een prachtig verhaal dat van mij wel een paar bladzijden langer had mogen duren. Ik durf het woord ‘boek’ nauwelijks meer uit te brengen. 😉

pally · 24 april 2008 op 10:21

Mooi geschreven, Dees, deze reunie-column waar zaken worden vereffend : personen neergezet, verschoven en omgegooid, als in een schaakspel.

Groet van pally

Anne · 24 april 2008 op 12:18

Aan je schrijven ligt het niet, als altijd vlot en pakkend en soepel en humoristisch. Maar de dialogen vind ik niet helemaal geloofwaardig, ik weet niet waarom. Alsof je ze net dat schuivertje verandering hebt gegeven, om het te doen afwijken van wat er werkelijk gebeurde. Ach, ik weet het ook niet, ik ben ook maar een kniesoor waarschijnlijk. Groet van Anne.

Dees · 24 april 2008 op 16:04

@allemaal, wat een leuke en lieve reacties, dank jullie wel.

@anne: het is niet vaak zo, maar dit is allemaal vrijwel exact zo gebeurd als het er staat. Dus als de dialogen niet kloppen, ligt het aan mijn geheugen. Verder komt je commentaar een tikje dubbelzinnig op me over, want is het nou de dialoog, of de toedracht die je niet zo geloven kunt?

Groetjes van Dees

Kees Schilder · 24 april 2008 op 16:43

ECHT FANTASTISCH GESCHREVEN.

Grumpy-old · 24 april 2008 op 19:27

Ben ik blij dat ik mijn reunie heb afgezegd.

Lekker verhaal. Leest als een trein.

Greetz
Grumpy

Anne · 24 april 2008 op 19:28

@Dees, toedracht geloof ik beslist, daar gaat het niet om. Maar in de dialogen zit iets te geordends, iets te ronds, die perfecte timingen, dat is het misschien wat het voor mij minder geloofwaardig maakt. Zou kunnen dat dat een spel is dat je geheugen nadien met je speelt, dus niet het vervalsen van de feiten, maar wel het in een andere chonologische volgorde ervan rangschikken, met compactere taal, ik weet het niet. Maar het zal vast aan mij liggen, en meer zeggen over mijn ervaring met reunies, het chaotische ervan, zoals Mosje al beschrijft. Niemand die er toe doet is er, en je staat alleen maar je best te doen om verloren tijd te overbruggen. Dus.
Nogmaals, toedracht geloof ik.

Li · 24 april 2008 op 21:41

Het is je gelukt om me helemaal mee te slepen in het verhaal. De hoofdpersonen kregen een gezicht, een houding, een postuur. Ik rook en voelde de sfeer. Met veel plezier gelezen dus.

Li

Fem · 25 april 2008 op 07:05

heerlijk stoerrrrr!!

wendy77 · 25 april 2008 op 11:09

Het leest heerlijk weg, al vind ik het een beetje roddelen over Giselle in een camouflage-jasje, maar dat had ze dan misschien verdiend 😉

KawaSutra · 25 april 2008 op 18:26

De reünie op mijn school is mij gelukkig bijzonder goed bevallen. Ik denk dan ook dat mannen daar wat nuchterder in zijn, mits de schoolperiode natuurlijk met plezier doorlopen is.
De functie van je geliefde in dit verhaal ontgaat mij een beetje en vind ik zelfs storend. Zodra die opdook in je verhaal ging ik, op zoek naar zijn identiteit, de hoofdpersonen af. Overigens zonder resultaat, want dit karakter bleef volkomen oningevuld.
Buiten dat is deze column weer bijzonder goed geschreven.

Dees · 26 april 2008 op 09:19

Ook jullie nog bedankt.

@ Wendy, ik vraag me af of het technisch gesproken mogelijk is dat er hier sprake is van roddelen.

Want
a. Giselle heet geen Giselle
b. Dees heet geen Dees
c. De meeste mensen hier kennen noch Dees, noch Giselle en al helemaal niet Dees en Giselle in samenhang met elkaar.

Wie wordt er hier dan door zwart gemaakt, als naast ikzelf hond noch kip weet welke personen hier achter zitten?

Maar mss moet ik nog eens onder de zonnebank.

@Kawa, je hebt gelijk! Dat is dan ook weer het nadeel van waarheidsgetrouw schrijven, hij was er, maar deed er niet toe. Technisch gezienb kan dat natuurlijk niet. Maar, later bleek het qua persoonlijkheid ook echt niet zoveel aan te zijn 😀

Trouwens je mannen – vrouwen vlieger daar heb ik maar weinig bewijs van gezien. Maar goed, ieder zijn reunie.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder