Ik ben mij werkelijk lam geschrokken toen vanmiddag om een uur of vijf, een fladderende eend regelrecht op mijn autovoorruit af kwam. Met een vaartje van honderdtwintig kilometer per uur op de snelweg van Emmeloord naar Lemmer, is dat een bijzonder onaangename ervaring. Het fladderend gevaar kwam vanuit de berm van het tegenoverliggende wegdeel. Geschrokken vloog het omhoog, werd door een stevige wind gegrepen en werd volkomen onbestuurbaar naar mijn voiture geslingerd. Net mis!!! Maar het was voor de tweede keer in mijn autobestuurderleven, dat ik even van streek ben geweest door een incident met een eend.

Mijn autobestuurderleven begon op 2 mei 1964, een dag na mijn achttiende verjaardag. Dit was de dag van mijn eerste autorijles. Rijleraar Bertus Kalf reed voor in een vierkante grijze Austin. Bertus kreeg de klandizie, want hij was een ex-collega van mijn vader en spotgoedkoop. Bertus gaf rijlessen in zijn vrije uren en deed dat op Spartaanse wijze. Ik schrok mij, als wat onzekere puber, een pukkel van het gebulder van mijn verkeersdocent. De godvers volgden elkaar in razend tempo op en met de kreet ‘hup,hup,hup’ en een bijbehorende gebaar met twee handen, spoorde Bertus mij aan tot onaanvaardbaar rijgedrag. Het moet gezegd: na de eerste les was al enige vaardigheid mij ingegodverd.Het incident waarover ik het wil hebben, gebeurde tijdens mijn tweede rijles. Als een opgejaagd beest, ‘hup, hup, hup’, arriveerde ik aan de buitenzijde van de Bussumse villawijk Het Spiegel. ‘Achteruitrijden’ sprak Bertus nors. ‘ Goed omkijken, richten op het lucifertje in het achterraam en geen getrut!’.

Mij was niet ontgaan dat, niet ver van de achterzijde van de Austin, een grote koppel eenden het wegdek overstak. ‘Godver, achteruitrijden’ bulderde Kalf. ‘Hup,hup,hup’. Met een wat overgedoseerde hoeveelheid gas, liet ik de koppeling opkomen. Er volgde een ‘gekrak’ en een hoop ‘gekwak’. ‘ Stoppen’ zei Bertus, nu rustig. Hij verliet zijn bijzitterstoel, liep naar de achterzijde van de auto, maakte zichtbaar een einde aan schrijnend dierenleed, opende de kofferbak en smeet daarin een slap gevederd restant van leven.

Ik was zwaar geschokt. Bertus stapte rustig de auto in, mompelde ‘Pekingeend’ en vervolgde de les met een ‘ hop, hop, hop, rijden!’. Toen de Austin na mijn tweede lesuur stil hield voor de woning van mijn ouderlijk huis, bromde Bertus: ‘we gaan aanvragen’.

Na zeven rijlessen vertelde de rijexaminator mij dat ik was geslaagd voor het examen Rijbewijs BE. ‘Een vlotte rijder voor zo weinig lessen’ zei hij.Niet lang daarna kocht ik mijn eerste gloednieuwe auto: een lelijke Eend! Hoe bestaat het? Maar de traumatische ervaring ben ik nooit kwijt geraakt: het knisperen van de Pekingeend. Op mijn bord komt dus nóóóit een Pekingeend! Vandaag is die opvatting nog verder in mijn ziel verankerd.

Categorieën: Verkeer

5 reacties

Mup · 9 mei 2007 op 15:22

Genieten, die nostalgische stukjes van je!
De naam van je instructeur alleen al:-)

Groet Mup.

schoevers · 9 mei 2007 op 16:42

Geloof me, Mup, hij heette echt zo, maar zal inmiddels wel tot de vaderen vergaderd zijn.

Groeten,

Hans.

KawaSutra · 10 mei 2007 op 00:31

Leuk verhaal, vermakelijk geschreven.

arta · 10 mei 2007 op 07:45

Leuk geschreven!
🙂

Prlwytskovsky · 10 mei 2007 op 18:44

Maar je bewoog je wel voort in een eend?

Geef een reactie

Avatar plaatshouder