Het was, zoals gewoonlijk, weer erg druk aan de poort. Mensen verdrongen elkaar met stompen en duwen, in de hoop hierdoor iets meer vooraan te komen staan. God keek er verbaasd maar tegelijkertijd geïrriteerd naar. ‘Leren ze het dan nooit?’, vroeg hij zich hardop af, ‘zelfs als ze dood zijn mensen ze nog overal haantje de voorste te moeten zijn. Nou, de laatsten zullen de eersten zijn. Ik begin dadelijk met die grijsaard die helemaal achteraan op zijn gemak staat te wachten’. De rij groeide voor zijn ogen dus besloot God zijn pauze, die hij steeds hard nodig had om zich op te laden voor zijn poortwachtersfunctie, snel te beëindigen. Met een ruk schoof hij zijn loketraam naar beneden en wenkte hij de man die hij zojuist in het oog had gekregen. ‘Heb je naam en vluchtland bij de hand?’ De 93-jarige man uit Iran overhandigde het aan hem. God zetten geroutineerd de benodigde stempels en de man kon het springkussen op, op weg naar zijn tweede leven. Voor hem geen reumatische pijnen en blindheid meer, hier in de hemel werd iedereen weer jong.
God vond het aan het loket zitten absoluut niet het leukste onderdeel van zijn takenpakket maar het hoorde er nu eenmaal bij. Hij had personeel genoeg maar was van mening dat je als directeur ook moet laten zien dat je bereid bent zelf je handen uit de mouwen te steken. Natuurlijk had hij, als iedere directeur, af en toe zijn leuke momenten met zijn engelachtige secretaresse, maar in de hemel werken was beslist niet enkel lol. Het aan het loket zitten vond trouwens niemand van zijn personeelsleden leuk want het werk was nooit af.
De volgende wachtende was een jong meisje, dat tevreden op haar duim zoog met een knuffel stevig tegen zich aangeklemd. ‘Godsamme’, dacht God ‘weer zo’n jong kind. Hoe heb ik het ooit kunnen verzinnen dat kinderen naar de hemel gaan? Dat moet op een van de laatste dagen van mijn scheppingswerk geweest zijn, toen ik tegen die burnout aan zat. ‘Hoe oud ben je, meisje?, vroeg hij op zakelijke maar beslist ook niet onvriendelijke toon. Het kind stak 5 vingers op. ‘Waarom ben je hier naar toe gekomen, meisje?’ God boog wat dichter naar haar toe zodat hij haar antwoord kon verstaan.
‘Mijn bal rolde op de weg en toen rende ik er achteraan en toen was er een auto en toen moest ik naar het ziekenhuis en toen kwam die tunnel. Mag ik nu ook naar het springkussen?’.
Met een zucht liet God haar doorlopen. Vervolgens hing hij gedecideerd een bordje voor zijn portiersraam. Er stond op: WEGENS OMSTANDIGHEDEN GESLOTEN.
Hij was het zat, spuugzat, al die mensen aan de poort die door ziekte, verdrinking en misdrijven bij hem terecht kwamen. Nadenkend liep hij naar zijn werkkamer waar hij de meeste van zijn plannen vorm gaf. De witte kamer met de gewelfde plafonds, versierd met gipsen engelen, bracht hem telkens weer in de juiste stemming.
Hij besloot een lijst te maken voor de poortwachters die beneden, op aarde, soortgelijk werk deden. Voortaan wilde hij geen onschuldigen meer in zijn huis terwijl de gevangenissen niet aan te slepen zijn. Hij wilde geen mensen meer bij zich krijgen die beneden nog hard nodig waren.
God nam zijn laptop op schoot en typte, met 2 vingers (hij had nooit de mogelijkheid gehad een typcursus te volgen) de volgende werkafspraken:

1 Degenen die zelf zeggen :’het hoeft voor mij niet meer’, laat ik als eersten komen. Ik hoef geen verklaringen van artsen; ik houd in mijn eigen schriftje of op een Excel werkblad bij hoe vaak daarom gebeden wordt, en na een keer of vijf kan ik er dan toch wel van op aan dat iemand het meent. Deze mensen zijn zeer gemotiveerd om bij mij te komen en ik sla daar dus meerdere vliegen in een klap mee. De verzorgingstehuizen zullen minder vol komen te zitten en ik kan anderen nog wat langer rond laten banjeren.


4 reacties

ietje · 17 december 2005 op 18:42

er ontbreekt nog een stuk, hij was langer dan ik in de gaten had, sorry!!! Het eindstuk:

2 Zware criminelen zijn hier ook zeer welkom. Al die ingewikkelde gevangenisstraffen van meer dan tien jaar kunnen afgeschaft worden; dat levert ook weer plaats op en de maatschappij is van het gajes af. Ze zijn me al jaren een doorn in het oog en je verbetert ze toch niet door dergelijke straffen. Ze zullen het hier beter hebben dan in de gevangenissen en als ze anderen blijven lastig vallen bestel ik gewoon een apart springkussen voor ze; eentje met extra vering zodat ze zo uitgeput raken dat ze niet eens meer de energie hebben anderen lastig te vallen.
3 De ‘kleine’ criminelen ga ik ook aanpakken. Mensen die hun partner of kind mishandelen laat ik zonder pardon tegen een vrachtauto rijden of van een perron aflopen. Dan geef ik ze een andere harde schijf en kunnen ze zich in een volgend leven beteren.
4 Dit wordt de groep honderdplussers. Ik weet dat het niet zo’n grote groep betreft, maar alle beetjes helpen. Ouder dan honderd worden vind ik onzin voor iedereen die geen Sinterklaas heet.
5 Verder gaat het op leeftijd, dat lijkt me het eerlijkste. Ik neem een econometrist in dienst die precies kan bijhouden of we het maximale bevolkingsaantal overschrijden. Dan geeft hij aan welke leeftijd aan de beurt is om bij mij te verschijnen.

Fluitend slenterde God terug naar het loket en hernam hij zijn werkzaamheden, nu volgens de nieuwe indeling. Bijna iedereen werd teruggestuurd en hij kreeg hetzelde volmaakte gevoel als toentertijd, op die zevende dag.

Outsider · 19 december 2005 op 10:53

Het is opvallend dat er niemand reageert op dit stuk. Misschien vergaat het de anderen net zoals mij: het geheel maakt op mij een wat verwarrende indruk, ik weet niet goed wat ik er mee aanmoet.
Het is wel origineel en er zit ook wel humor in, maar het komt op mij tegelijk allemaal wat onlogisch en tegenstrijdig over. Jammer want Ietje kan het anders wel. Het stuk Vakantie??? vind ik één van de allerleukste columns.

Mosje · 19 december 2005 op 20:37

[quote]‘Mijn bal rolde op de weg en toen rende ik er achteraan en toen was er een auto en toen moest ik naar het ziekenhuis en toen kwam die tunnel. Mag ik nu ook naar het springkussen?’.[/quote]Ik dacht dat ze een ballenbak hadden in de hemel. Maar goed, ik kan in de war zijn met IKEA hoor.
😛

De reacties stromen niet bepaald binnen Ietje. Komt waarschijnlijk omdat wat je schrijft niet zo zeer een krachtig kort stukje is, als wel een verhaal. Helemaal niet zo’n slecht verhaal overigens, maar het komt hier op Cx niet zo goed tot zijn recht.

Mup · 20 december 2005 op 12:42

Denk dat Mosje gelijk heeft. Las laatst ook een stuk van een mail naar de engelbewaarder, en zijn reactie, de strekking was hetzelfde, maar het blijft een mooi verhaal,

Groet Mup.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder