‘Dus jullie hebben die band gestolen,’ klonk de stem van Conny door de telefoon. Er zat iets in van bezorgdheid, alsof ze twee jochies had betrapt op het stelen van een koekje.
‘Je gelooft het niet,’ zei ik, ‘dat heeft Willem gedaan!’
‘Dat kan hij dus wel,’ constateerde Conny droog.
‘Ik heb het niet gezien.’
‘Je meent het.’
‘Echt!’ verzekerde ik haar.
‘En nu?’ vroeg ze. ‘Tja,’ aarzelde ik. ‘Eigenlijk moet die band terug.’
‘Je aarzelt.’
‘Die band moet terug,’ zei ik. Nu klonk ik beslist.
‘Krijgen ze ten minste nog bezoekers in dat museum,’ lachte Conny.
‘Ja,’ beaamde ik.
Wanneer ga je dat doen?
‘We moeten eerst een kopie laten maken,’ legde ik uit, ‘dan kan hij terug.’
‘Het is nu vrijdagavond,’ zei Conny, ‘zou dat morgen lukken?’
Ik snapte wat ze bedoelde. Zat ze daar helemaal alleen in het verre Limburg.
‘Ik doe m’n best,’ beloofde ik voorzichtig. Met Willem wist je het maar nooit.
‘Ik vind het niet leuk dat je zolang wegblijft,’ zei ze.
‘Ik snap het,’ zei ik ongelukkig. ‘Ik probeer het snel af te handelen.’
‘Nou veel succes dan maar,’ wenste ze me.
Ik hing op. Die band moest gekopieerd worden. Kende Willem niet iemand?
We waren gisteren laat teruggekomen. Willem was meteen naar huis gegaan om de videoband af te spelen. Ik had direct Conny gebeld. Nou was die zaak bijna afgerond en moesten we die band weer terugbrengen.
Als die Karel nou niet zo benauwd was geweest, hadden we dat in Hilversum wel kunnen regelen. Het werd een moeizame grap. Nu moesten we weer terug. Ik zat peinzend aan tafel en keek rond. Het was vreemd dat ik hier nu zat en ook weer weg zou gaan. Ik wilde dat Conny er was. Dat alles weer gewoon was. Dat Willem een buurman op afstand was. En waar zou ik de boot dan afhouden? Het geld niet aanpakken om met die auto te helpen? Dat dashboard niet doen? Ik had het met plezier gedaan. Niet bij ’t Hoekje naar binnen gaan? Eigenlijk had ik daar wel plezier gehad. Ik keek peinzend uit het raam. Het waren die foto’s geweest, besloot ik. Dat hadden we niet moeten doen. Als het andersom was geweest hadden wij ons in onze privacy aangetast gevoeld. Aan de andere kant had Conny nu een schitterende foto gemaakt die niet makkelijk was te evenaren. We hadden een stapeltje Foto Presto uit de winkel meegenomen. De omslag kon niet mooier met dat keuken tafereel. Maar diezelfde foto had ons wel onze rust gekost.
Ik stond op. Ik moest Willem maar eens vertellen wat we gingen doen. Op het moment dat ik de achterdeur uitstapte kwam Willem ook de deur uit. Ik liep naar de heg. ‘Ken jij iemand die de videoband kan kopiëren?’
Hij keek me dom aan. ‘Koperen?’
Ik had bijna iets onfatsoenlijks gezegd. ‘Die band moet terug,’ beviel ik. ‘We hebben gewoon geluk gehad dat we hem hebben. Maar ik wil niet op een onverwacht ogenblik Karel tegenkomen.’
‘Vinons niet,’ meende Willem.
‘Kan wel,’ bracht ik er tegenin, ‘maar het is niet netjes.’
‘Netjes?’ vroeg Willem me in alle eerlijkheid. Hij keek me zonder blikken of blozen aan.
‘Hokusai Bon zou die videoband weer terughalen voor zijn eigenaar,’ verzon ik ter plekke.
Daar had Willem niet van terug. Hij keek me verbaasd aan. Krabde toen op zijn hoofd en schokschouderde te slotte.
‘Waar of niet?’ zei ik streng.
Willem maakte een beweging. Het leek op knikken, maar was het niet.
‘Wee jij iemand die dat kan doen?’
‘Bertus,’ mompelde Willem.
Categorieën: Hokusai bon
1 reactie
Casperio · 9 augustus 2003 op 13:10
Die Pierre toch… die heeft toch wel invloed op Willem zeg.
Maar wat zal er nu gebeuren??? Zal die man van het museum achter hun aankomen???
Ik blijf benieuwd!