Met een welluidende stem laat de oudere, gebruinde heer in de trein voortdurend van zich horen. In zijn jonge jaren moet hij een mooie man geweest zijn schat ik. Iemand die wist dat hij mooi was. Maar zijn rimpels en rooddooraderde ogen tonen het verval onder zijn goedverzorgde uiterlijk. En ondanks of juist door zijn superverzorgde uiterlijk en kleding, druipt de ranzigheid van hem af. Het spreekt uit zijn ogen, de manier van kijken en praten. Hij is te mooi met teveel rimpels. Draagt een te mooi pak met een te dikke buik. Te luide stem die teveel wil praten. Teveel gelach met blikkering van te mooie tanden.

Hij heeft meteen contact met een paar supermooie meiden. Maar zijn lach klinkt te lang en te ijdel. Zijn ogen blijven te lang aan hun lijven hangen. Hij praat teveel en te lang. Het clubje meiden dat rechts van hem zit, laat hem al snel links liggen. Maar het bloedmooie meisje tegenover hem heeft hij in zijn klauwen. Met zijn woorden en blik heeft hij haar in zijn macht, heeft hij haar ingepalmd.
Als ik mijn blik op hem richt, zie ik hoe hij ook mij taxeert. Zijn blik glijdt langs mijn gezicht tot hij op de hoogte van mijn borsten beland is en dwaalt dan terug in mijn ogen. Hij ziet dat hij bot vangt.

Ondertussen praat zijn welluidende stem met woorddiarree onophoudelijk door. Arm meisje dat tegenover hem zit. Ze is mooi. Bloedmooi, zoals alleen meisjes van achttien dat kunnen zijn die nog niet beseffen hoe mooi ze zijn. Donker lang haar, prachtig gezichtje met donkere amandelvormige ogen. Hij heeft haar ontfutseld dat ze op een modeacademie zit en wat wil bereiken op dat gebied. Ongevraagd en ongebreideld voorziet hij haar van advies. Zijn ogen wijken niet van haar gezicht. Ik zie waar hij, ondanks zijn goedgekozen woorden en vriendelijke lach, ondertussen mee bezig is.

“Ken je Yves St. Laurent? Dat was een beroemde modeontwerper. Hij is onlangs overleden.”
Het meisje kent hem niet.
“Je zou echt naar Parijs moeten. Je zou daar stage moeten gaan lopen. Je zou eens op internet rond moeten neuzen en al die adressen van die modehuizen opschrijven. Je zou ze dan kunnen benaderen met de vraag of je stage mag lopen. Je zou ook de ambassade kunnen bellen, hier in de Haag. Je zou kunnen vragen of zij iets voor je kunnen doen. Je zou natuurlijk ook een brief kunnen schrijven of een mailtje.”
De man blaat onophoudelijk door en overspoelt haar met goedbedoelde adviezen. Die hij maar blijft herhalen, om maar aan het woord te kunnen blijven en om haar ondertussen goed te kunnen bekijken.
Droogneuker!


6 reacties

Prlwytskovsky · 14 juli 2008 op 18:46

[quote]zie ik hoe hij ook mij taxeert[/quote]
Om jou woorden te gebruiken, ben jij dan ook zo’n supermooie meid van 18? 😉

SIMBA · 15 juli 2008 op 08:10

Leuk stukje! Dit soort mensen moet eigenlijk toch maar met de auto gaan vind ik, dat is voor iedereen beter. 😀

Sandrax · 15 juli 2008 op 09:14

Goed verhaal, herkenbaar ook….
voel met de hoofdpersoon mee.

pally · 15 juli 2008 op 12:12

Goed opgebouwd Stukje, Adriaantje!
Duidelijk de sfeer beschreven die hangt om dergelijke louche heerschappen.
Jammer dat je vanaf de tweede alinea het woordje ’te’ naar mijn idee te(!) veel herhaalt.
Een eindje verder stoort het steeds maar ‘zou’ herhalen me ook.Iets meer afwisseling in manier van zeggen had het nog beter gemaakt.

groet van Pally

Dees · 15 juli 2008 op 14:11

Ohhh, heerlijk geschreven. Ik krijg dan wel eens de neiging om tegen zo’n ransaap te zeggen dat hij dat meisje met rust moet laten, maar de kans dat zo’n meisje je dan voor oud zeikwijf uitmaakt is behoorlijk aanwezig, want je kunt natuurlijk perfect voor jezelf zorgen op je achttiende.

Itt Pally vond ik dat te een heerlijke ritmische kwaliteit hebben in de zinnen waarbinnen het van toepassing is. Je verhaal onderstreept met een flinke dosis ’te’. Goed geschreven!

axelle · 15 juli 2008 op 20:51

Dom meisje.
Domme vent.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder