Monc is mijn 15-jarige buurjongen. Hij staat met zijn voetbaltas in zijn handen wat bedremmeld kijkend bij mijn deur. ‘What’s up, Monc?,’ vraag ik naar buitenlopend.
‘Wij hebben geen leider,’ zucht hij. ‘Nu gaat het voetballen misschien niet door. Er zijn geen vrijwilligers die dat willen doen. Mijn vader werkt op zaterdag, dus die kan niet.’
‘Lullig, man,’ zeg ik.
Hij kijkt mij aan. Hoopvol. ‘Kun jij het voor een keertje doen?’ Op de club neemt hij mij mee naar de kleedkamers. Daar komt een bobo op mij af. Blauw colbert, clubstropdas, witte sokken, instappers met kwastjes.
‘De voorzitter,’ fluistert Monc, bleek wegtrekkend.
‘Wat moet u hier, ik ken u niet. Maak dat u wegkomt!’
‘Ach kijk aan, u moet de terreinknecht zijn. Dat zie je zo,’ antwoord ik beleefd.
Hij wordt rood. Kleurt geestig bij zijn flamboyante wurgkoord.
‘Ik zeg het niet nog een keer,’ waarschuwt hij.

‘Monc vroeg mij leider te zijn van zijn elftal,’ leg ik uit. ‘Omdat er niemand anders is.’
Hij kucht een beetje. Het rood zakt af. ‘O, nou, dat is niet gebruikelijk. Ik ben hier de voorzitter en ik bepaal wat hier gebeurt.’
‘Mij best. Dan ga je toch lekker zelf staan managen?’
‘Eh nee. Doet u het voor deze keer dan maar. Maar ik heb wel de supervisie, ja?’
‘Mooi,’zeg ik. ‘Waar kan ik een regenjas krijgen? Zo’n lange met een brede riem.’
Hij kijkt mij aan met uitpuilende ogen. ‘Ik snap u niet, vrees ik.’
‘O nee? Raar. Elke voetbaltrainer hoort toch een lange regenjas met brede riem te dragen? Kraag omhoog, zonnebril op. Goed voor het moreel. O, zonnebril heb ik zelf wel.’
Hij schudt zijn hoofd en loopt naar het veld waar al een aantal spelers rondlopen. ‘O,’ zegt hij, over zijn schouder, ‘er zijn nog geen punten gehaald door dit elftal dus verwacht geen gretige ploeg.’

Dan begint de wedstrijd. Ik sta aan de zijlijn te kijken hoe de tegenpartij over ‘mijn’ elftal heen galoppeert. Binnen twee minuten staat ‘mijn elftal’ met 2-0 achter..
Bij de rust staat het 5-0.
Dus neem ik maatregelen in de tweede helft:
‘Hee, keeper,’ roep ik naar de jongen in het doel. ‘Ga eens wat doen.’
‘Huh? Wat bedoel je?’
‘Ga voetballen, man. Kom op naar voren!’
‘Maar ik ben de keeper.’
‘So what! Naar voren,ja! Er is daar net een corner. Rennen man en kop hem erin.’
Met glazige ogen spurt hij toch naar de overkant en loopt zomaar de voorzet uit de corner tussen de palen. Twee seconden stilte. Daarna gejuich. Na anderhalf jaar het eerste doelpunt. Door de keeper nog wel.

Daarna stuur ik ‘mijn verdedigers’ allemaal naar voren.’Kom op jongens, jullie zijn allemaal spits vandaag. Jij ook keeper. Jij staat toch alleen maar te lummelen tussen die palen.Dan maar met 20-1 de boot in.’
De tegenpartij staat met openhangende mond toe te kijken als ze plotseling elf spelers naar voren zien sprinten. Een half uur later staan wij met 7-5 voor.
Uiteindelijk winnen ‘wij’ de wedstrijd met 7-6.
De voorzitter komt op mij af. ‘Wat flikte jij nou, idioot??’
‘Even over die regenjas, voorzitter. Hebben jullie die ook in het beige?’
‘Waag het niet nog eens hier op het terrein te komen, krankzinnige idioot!!!,’ schreeuwt hij razend van woede.
Dan heb je met 7-6 gewonnen. Voor het eerst in twee jaar.
Toch zonde van die regenjas.


14 reacties

arta · 1 oktober 2008 op 07:12

😆
[quote]flamboyante wurgkoord.[/quote]
Erg leuk om mee op te staan, Kees.
Hij is weer goed!
🙂

lisa-marie · 1 oktober 2008 op 09:06

Ik stond aan de zijlijn en het was geweldig. 😀
Hij is weer top !

Mien · 1 oktober 2008 op 10:08

Nota(bele)bene(n) een Sportcolumn!

Ik ben trots op je Kees.

Sportmien

pally · 1 oktober 2008 op 12:14

Geestig, Kees! vooral ook die (niet) rol van de regenjas. Mooie titel ook, trouwens, zou wel bij ‘actualiteiten’ kunnen. 😀

groet van Pally

Dees · 1 oktober 2008 op 12:44

Kijk he, het komt natuurlijk vreselijk over als slijmen, maar een slijmbal ben ik niet, dus wees gerust. Maar als er nou nog eens een onderscheiding uitgedeeld moet worden, dan zou ik echt willen dat er een onderscheiding komt voor menselijkheid in de breedste zin van het woord (en ja, daarmee bedoel ik ook je uiterst geestige rottige trekjes), dan mag jij, nee, moet jij die krijgen. Ik vind je geweldig (en wilde dat toch eens gezegd hebben ;-))

Mup · 1 oktober 2008 op 13:06

Genoten weer Kees! Vind je gebruik van ‘wij’ en ‘mijn elftal’ top,

Groet Mup.

Kees Schilder · 1 oktober 2008 op 13:56

Arta en Ilse-MArie: dank jullie wel
Mien:ik bloos
Pally:vind ik ook
Mup:thanks
Dees:Dank je.Teveel eer

Shitonya · 1 oktober 2008 op 15:45

Her en der een aardige grap, maar het geheel.. tja, het kan aan mij liggen, maar het kan mijn buikspieren niet in positieve zin bevredigen.

WritersBlocq · 1 oktober 2008 op 17:12

Volgens mij is dit gewoon weer zo’n actualitietje van jou, dat je gewoon echt meemaakt. Een blogje zeg maar wahahaaa maar van jou zou ik er elke dag wel 1 willen lezen 🙂

Ma3anne · 1 oktober 2008 op 18:20

Bij de titel dacht ik even, dat het een verhaal over een potloodventer zou worden. Dat had meer voor de hand gelegen dan jij als voetbalcoach!
Lachen weer, Kees!

Neuskleuter · 1 oktober 2008 op 19:30

Leuk! En creatief gemanaged! Als het niet volgens de aloude regels kan, dan maar zonder die vaste opstelling. Napoleon won ook niet door frontaal ten strijd te trekken, maar viel ook lekker in de flanken en als het even kon zelfs van achteren aan.

Levend stratego. Maar dan op voetbalniveau. Zonder regenjas.

Prlwytskovsky · 4 oktober 2008 op 23:51

[quote]’Ga voetballen, man. Kom op naar voren!'[/quote]

Ja, geef die bal een teringschop! Oeps, ik liet mij even gaan; kan je nagaan ….. 😉

pepe · 5 oktober 2008 op 09:01

Hier bij de club zoeken ze nog een teamlijder, ik heb jou warm aanbevolen;-)

Godspeed · 9 oktober 2008 op 16:37

Ha die Kees,

Mischien bij AJAX solliciteren, die met die regenjas daar doet het niet goed nu. :pint:

Geef een reactie

Avatar plaatshouder