Ons dorpje lag als een kleine nederzetting aan de voet van een heuvel in de vallei die deel uitmaakt van de Jura, tussen Genève en Annecy in.

Péron had alleen een bakker en een kerk. Annecy was twee uur rijden en voor een boekenwurm en muziekfanaat was de bibliotheek in Annecy het summum. Ruim gesorteerd qua boeken en muziek, dus een plezierig uitstapje. Ons dagelijks leven was dorps maar in de weekenden werelds.

Het was zaterdagochtend en we waren op weg naar Annecy.
Mijn Franse vriend reed in de oude Renault van zijn ouders. Die liep al tegen zijn uiterste houdbaarheidsdatum maar reed nog als een zonnetje. Het was voor ons heel normaal om voor vertrek enkele flessen water mee te nemen want elke rit moesten we regelmatig stoppen om de ‘koelvloeistof’ bij te vullen. Zo gauw er een rookpluim onder de motorkap vandaan kwam zette hij de auto aan de kant, koelde de motor, en reed weer verder. Deze keer moesten we na een kwartier rijden al stoppen omdat de auto rooksignalen gaf. Het ging van kwaad tot erger en na een soort Trojka rit van drie uur, een spoor van lege waterflessen achterlatend, kwamen we in Annecy aan.

Eenmaal veilig thuis beseften we dat het zo niet langer ging.

Mijn vriend maakte een afspraak bij een garage in de hoop dat hij de oude Renault kon inruilen voor een betere versie. Een week later parkeerde hij de auto op de parkeerplaats van de autodealer. Gelukkig was het maar één fles water rijden. We liepen om het gebouw heen naar de hoofdingang en werden vriendelijk ontvangen door een chique meneer in een gedistingeerd pak. We hadden gelukkig het benul gehad om onze kleding voor de gelegenheid aan te passen. We wilden niet als ‘arme sloebers’ overkomen.

De man troonde ons mee naar een zithoek vanwaar je door het panoramavenster een prachtig uitzicht had op het glimmende wagenpark. Nadat we voorzien waren van koffie vroeg hij naar onze wensen op autogebied.
Mijn vriend gaf aan dat we onze oude Renault wilden inruilen voor een goede tweedehands en verzekerde de verkoper dat ‘hij nog prima reed’.
Eerlijk als ik ben – hetgeen niet altijd even handig is – voegde ik er aan toe, ‘hij rookt alleen af en toe een beetje’.

Op het moment dat ik dat zei, zag ik door het venster een witte wolk voorbij trekken. Mijn vriend keek mij geërgerd aan maar mijn aandacht lag buiten. De rookwolk werd groter en in enkele seconden was het uitzicht op het wagenpark nihil door een dichte mist. De uitdrukking op mijn gezicht alarmeerde vriendlief en toen hij de rookwolken zag riep hij, ‘de Renault!’.
Terwijl wij naar buiten renden liep de automan verbijsterd achter ons aan.
Toen we de hoek om kwamen zagen we onze auto in rook opgaan.

Mijn vriend sprong erin, zette hem in zijn vrij en duwde het rokende gevaarte naar een open plek, ver verwijderd van alle andere auto’s. De handelaar hielp met duwen terwijl medewerkers intussen de brandweer hadden gebeld.

De brandweer was snel ter plekke maar voor de Renault was het te laat.

Om van de schrik te bekomen schonk de vriendelijke autodealer voor ons allemaal een borrel in. We zagen allemaal zwart maar konden uiteindelijk toch nog lachen om de absurde situatie. Het armzalige zwarte hoopje metaal stond nog lang na te roken. We kregen een leenauto mee om naar huis te rijden.

Een paar dagen later ontvingen we van de garage, voor een habbekrats en zonder inruil, een ‘rookvrije’ auto.

De auto ‘die een beetje rookte’ bleek goud waard.


Esther Suzanna

Ik schrijf omdat ik het niet laten kan op https://www.facebook.com/esthersuzanna/ en http://suzannaesther.nl/

8 reacties

Mosje · 13 april 2016 op 21:24

Dat lijkt mij een mooi levenseinde: in rook opgaan, en dat de achterblijvers een borrel drinken 😉

Mien · 14 april 2016 op 07:26

De Renault heette vast en zeker Maarten. Leuke column.

Meralixe · 14 april 2016 op 08:14

Hier missen we een techneut (Troubadour) om het verhaal in goede banen te houden.
Het was waarschijnlijk zo dat dat rokerig monstertje meer waard was in oldtimermiddens. Dat gegeven blijft een beetje duister maar anders kan ik de afsluitingszin niet uitleggen. Of, heb ik iets gemist?

    Esther Suzanna · 14 april 2016 op 10:11

    Ik denk het Meralixe. We waren arme sloebers. We kregen een nieuwe auto voor een ‘habbekrats’. Wat betekent habbekrats?

Esther Suzanna · 14 april 2016 op 10:12

En ‘ we’ hebben T. helemaal niet nodig.

Mia Caro · 15 april 2016 op 10:47

Ik dacht eerst dat dit stukje over het leven en de belevenissen in het dorpje zou gaan, de Renault was een wending die ik niet had verwacht 🙂

Zit je daar met een uitgestreken gezicht je auto te promoten die zichzelf onthult als schroot op hetzelfde moment, grappig!!

pally · 15 april 2016 op 16:42

Heel leuk Esther, grappige nostalgie!

Esther Suzanna · 15 april 2016 op 20:13

Het was toentertijd een hele happening. Toen was het leven nog ‘slow’. Dank jullie wel! 🙂

Geef een reactie

Avatar plaatshouder