Een klein wit kerkje. De mensen die de begrafenis wilden bijwonen druppelden binnen. Ik ben nog even naar buiten gegaan, want het zou nog een half uur duren voor het begon en de hitte binnen was niet echt aangenaam. Overal zochten mensen wat verkoeling in de schaduw. Vlak voor het begon ben ik weer naar binnen gegaan en kon nog net een plaatsje bemachtigen in het uiterste hoekje links achterin. Moest daarbij wel over een invalidewagen klimmen, die naast die rij geparkeerd stond.

Even later werd het lichaam van Sarina binnen gereden, voorafgegaan door een enorm grote groep familieleden die allemaal een boeket witte rozen droegen. Mensen van alle leeftijden, mannen, vrouwen, jongetjes, meisjes. Sommigen heftig snikkend. Het wit van de rozen afstekend tegen hun zwarte kleding en donkere huid.

Sarina kende ik van een schildercursus voor geestelijk gehandicapten, waarbij ik vorig jaar heb geassisteerd. Zij was een Indonesiche vrouw van ver in de zestig en maakte prachtige schilderijen en tekeningen. Heel precies tekende ze een vel vol met honderden kleine cirkeltjes en ovaaltjes, die ze aaneenreeg tot wonderlijke figuren. Ze kleurde ze in met bonte kleuren en zo ontstonden de meest oorspronkelijke meesterwerken die ik ooit gezien heb.

Telkens als ze weer een figuur af had, riep ze me: “Kijk eens, mooi hè!” Soms begon ze zomaar te huilen en vertelde dan van een oom of tante of haar ouders. Ze vertelde dat ze zo verdrietig was, omdat die dood waren. Als ik dan zei, dat ze een heleboel lieve kleine nichtjes en neefjes had, leefde ze onmiddellijk weer op en was haar verdriet weer vergeten en vertelde honderduit over al die ‘liefies’.

In de kerk zat haar hele familie, haar medebewoners uit de woongroepen en de mensen van de tekencursus, dansles en de kerk. Een bont gezelschap van geestelijk gehandicapten, Indonesische mensen en doorsnee Hollanders. De drie culturen, waartoe ze had behoord en waartussen ze zich gelukkig voelde.

Na een leven lang veel gereisd te hebben, van land naar land, van familie naar familie, had ze jarenlang geen vast thuis. De laatste jaren woonde ze in een woongroep en daar bloeide ze op. En zo heb ik haar mogen leren kennen. Als een blije vrouw, een mooie vrouw, een sprankelend en soms ondeugend groot kind. Soms mocht ik in gesprekken met haar een stukje van haar wijsheid zien. Ze had altijd zo graag willen leren lezen en schrijven, maar die domme mensen dachten dat ze dat nooit zou kunnen en hadden het haar nooit geleerd.

Haar schilderijen met al die cirkeltjes en ovaaltjes waren haar verhalen, haar lettertjes, die zich aaneenregen tot die wonderlijke vormen. De kleuren completeerden haar levensverhaal.

We hebben met ons allen gezongen in dat kleine witte kerkje. De teksten in het Maleis. De gehandicapten brommend ertussendoor of hevig snikkend. Het tempo van de organist paste zich gaandeweg aan aan de slepende tonen van de enkele oudere familieleden die op hun manier wilden zingen en dat tot het eind toe volhielden. Het heimwee en het verdriet, dat erin klonk sneed me door mijn ziel.

Sarina, een bijzondere vrouw, van wie veel mensen gehouden hebben. Ze straalde zoveel liefde uit. Ze zal worden gemist met haar sprankelende en zeer duidelijke aanwezigheid. De beperkingen die haar aardse leven voor haar in petto had, kan ze nu loslaten. Ik ben ervan overtuigd dat ze nu volmaakt en compleet is aan de andere kant en haar ’tekortkomingen’ kan afleggen.

Sarina was nooit ziek. Ze had vorige week een droom, vertelde de directeur van haar woongroep. Ze zat vrolijk aan het ontbijt en wilde haar droom vertellen. Ze had haar mama gezien en haar papa en haar overleden broers en die waren heel blij.

Twee dagen later overleed ze totaal onverwacht.

“Aku hendak iring Dikau, Jang melindung djiwaku. Akan djadi sama Tuhan, itu rindu dendamku.”

De hele ochtend zingt dit al na in mijn hoofd. Wat het betekent, weet ik niet, maar het werd zo vol overgave gezongen door jouw mensen, Sarina…

En daarom is dit mijn ‘liedje voor jou…’


10 reacties

pepe · 14 juni 2004 op 09:02

Je hebt het weer heel ontroerend geschreven ma3.
Mooi…

ik heb wat woorden voor je opgezocht, misschien kun je er zelf wat van maken.

Indonesisch Nederlands
Aku (ik,ik,ik,ik,ik,)
hendak (wensen,)
iring (eensgezind,naast elkaar,)
Dikau (jij,)

melindung (een beschutting vormen,)

Akan (gaan,willen,zal,zullen,)

sama (gelijk,mee,met,)
Tuhan (God,Heer,)
itu (dat,de,die,)
rindu (heimwee,verlangen,)

Wayan · 14 juni 2004 op 18:07

Prachtige en ontroerende column, Mari3anne !

De Indonesische tekst in je column betekent het volgende :

Ik wil bij Jou zijn, Jij die mijn ziel beschut. Ik zal bij God zijn, naar wie ik hevig verlang.

Vermits het woord JOU hier verwijst naar God, wordt het in het Indonesisch en in mijn vertaling in hoofdletters geschreven.

rindu dendam = hevig verlangen, maar het woord dendam zonder het woord rindu ervoor betekent: wraak. Zo zie je maar hoe moeilijk het Indonesisch is.

Je tekst is wel in de oude koloniale spelling die al sinds 1962 niet meer in gebruik is.
In modern Indonesisch schrijft men :

Aku hendak iring Dikau, Yang melindung jiwaku. Akan jadi sama Tuhan, itu rindu dendamku.

Sorry voor mijn schoolmeesterachtige opmerkingen.

Dit doet niets af aan het feit dat ik een traantje moest wegpinken bij het lezen van je column.
Ik kan begrijpen hoe eenzaam die vrouw zich moet gevoeld hebben.

Indonesiers kunnen niet alleen zijn. Ze kunnen enkel gelukkig zijn binnen de familiekring en de vriendenkring, en dat zijn honderden mensen die hun altijd steunen, want familie betekent letterlijk een paar honderd mensen, om nog maar te zwijgen over de buren, vrienden en kennissen.

Alhoewel hier homes voor geestelijk gestoorden zeldzaam zijn betekent dit niet dat deze mensen aan hun lot worden overgelaten.
Zij worden vriendelijk en zachtmoedig verzorgd binnen het informele netwerk van familie, vrienden en kennissen.

Vergelijk dat met de wijze waarop minder begaafden behandeld worden in Afrikaanse landen : daar worden ze aan een boom geketend omdat men denkt dat ze bezeten zijn door een kwade geest.

Nogmaals : goed geschreven column en nog een laatste schoolmeesterachtige opmerking : het is niet DESSA, doch wel DESA met 1 S

Louise · 14 juni 2004 op 18:53

Gewoon heel mooi…

Mosje · 14 juni 2004 op 20:21

Mooi geschreven Ma3anne.

sally · 14 juni 2004 op 21:23

lief!
sally

Eftee · 14 juni 2004 op 23:52

Ik ken nog een heel bijzondere vrouw 😉 …..
….. en die kan heel bijzondere columns schrijven.

Kees Schilder · 15 juni 2004 op 07:52

Ontroerend en erg mooi, Ma3anne

Irma · 15 juni 2004 op 11:54

Wat een prachtige column over een innerlijke beleving, liefdevol geschreven! Ik ga daarin helemaal met je mee…

Ma3anne · 15 juni 2004 op 13:35

Bedankt voor jullie reacties. 🙂

Ik had nog niet eens gezien, dat deze column al geplaatst was.

Een paar dagen niet de gelegenheid hebben om te lezen hier en het is niet meer bij te houden. :dunno:

Hans · 16 juni 2004 op 07:56

Ontmoeting in een andere cultuur en belevingswereld gaan altijd dieper dan iets wat je kent. In het bekende doe je mee. In het onbekende doe je mee EN obverseer je heel aandachtig
Droeve story en toch realiteit van de dag

Geef een reactie

Avatar plaatshouder