‘Naakt bij de grens zetten, dan krijgen we nooit meer oorlog!’ Zo vatte mijn goede vriend Luuk haar samen. Meer wilde hij niet over haar kwijt. Zelf wilde ik die stelling wel iets meer nuanceren, waarmee ik besloot er over te gaan schrijven. Aan haar uiterlijk mankeerde namelijk helemaal niets! Het zal wel iets van liefde zijn geweest dat mij deed besluiten om voor altijd bij haar te blijven. Onze eerste ontmoeting mocht niet langer dan hooguit drie minuten duren. Ze was mij eigenlijk niet eens zozeer opgevallen en dat eerste entre nous vond onbedoeld bij een gemeenschappelijke vriend van ons thuis plaats. Deze goede vriend, Alfred, toonde zich echter de goede vriend door één plus één op te tellen en regelde met wederzijds welnemen onze eerste semi blind date. Voor die betrokkenheid en interventie ben ik hem tot op de dag van vandaag dankbaar.

Vijf lange jaren voor onze eerste ontmoeting bij Alfred, was ik celibatair vrijgezel geweest. De relatie die daaraan vooraf ging eindigde met een atoomsplitsing. Bij die toenmalige partner had ik reeds gekozen voor een eeuwig durende liefde en ik kon het na de breuk maar niet verkroppen dat die eerste grote liefde alsnog nooit had mogen zijn. Met haar was wat mij betrof mijn agenda tot de laatste adem rood gekleurd. Doch dra mocht ook ik ervaren uit welk rottend hout iemand gesneden kon zijn. Toegegeven, ‘It takes two to tango’, dus zal ik wel de wurm zijn geweest die haar hout zo had laten verrotten. Die eerste echte relatie sleet in ieder geval als een paar badslippers op de langste bedevaartstocht ooit.

Met de wijsheid dat ook tijd slijt en heel veel moed in mijn schoenen liet ik mij vijf jaar na die eerste oerknal, overhalen tot een nieuwe ontmoeting. Een ontmoeting met een vrouw die, naar later bleek, beweerde dat het meest bekende werk van Tsjaikovski ‘De Eiersalade’ als titel droeg. De wereld zag er naar haar zeggen altijd uit als een doedelzak, maar potdikke, wat wist ze daar nog een prachtig geluid uit te krijgen. Ze klonk als een orkest van 200 tuba’s en één viool. En ik hoorde slechts die ene viool, gevangen in een kakofonie van ondertonen. Uit piëteit binnen het nog resterende respect en alle onuitgesproken liefbedoelde verwensingen, zal ik u haar naam onthouden.

Deborah Maria Verhoeven heet ze, roepnaam Debby. Ze was ten tijde van onze eerste ontmoeting 31 jaren jong. Ze had een dochter van bijna vier jaar oud, Melissa genaamd, maar ik noemde haar Liesje. Als je haar vleugeltjes om zou binden, dan oogde ze als een elfje.
Ontmoeting, date, samenwonen en dan daarna van elkaar blijven houden. Ja, hoe werkt dat in de praktijk? Daar heeft nagenoeg iedereen zijn eigen verhaal over te vertellen.

Vanaf het moment dat ik daarover begon te schrijven, werd mij op pijnlijke en minutieuze wijze duidelijk dat het in mijn geval hartzeer betrof van een boer die zijn koeien had laten grazen op asfalt. Een boer die zijn mooiste weiland nog immer gereserveerd had staan voor de natte droom van weleer. Maar zich daardoor achteraf beter besefte dan ooit dat asfalt nagenoeg niet onderhoudsgevoelig is. Daarnaast is het diezelfde boer gebleken dat de man met de hamer over nog veel meer gereedschap beschikte. Zelfs over zijden handschoenen!

Nadat ik klaar was met het nuanceren van Luuk zijn stelling, bleek ik een boek geschreven te hebben met de titel ‘Scheveningen huilt!’.
In de maand dat er juist een groot aantal boeren een vrouw zoekt, kijk ik terug naar de vrouw die ik zocht.


13 reacties

Mien · 1 oktober 2012 op 00:09

Verfrissend en bijna Pallieters.
Knap columnke.

Mien

Meralixe · 1 oktober 2012 op 09:07

Hier en daar heb ik toch eens op mijn (maandagse) kop moeten kloppen maar na een tweede keer zorgvuldig lezen zat hij (de column) er in. Toen ontdekte ik meteen dat het een pareltje was. :pint:

Harrie · 1 oktober 2012 op 09:42

Met z’n twee de tango dansen. Daar droomt iedere vrouw van. En de man die volgt. 😀

Nachtzuster · 1 oktober 2012 op 12:09

Column staat als een huis, Pierken. Ik moest even googlen op Miens ‘Pallieters’ en ben het zeer met hem eens!

Libelle · 1 oktober 2012 op 15:36

Iets te intelligent geschreven voor mij.
De eerste zin vond ik het einde!

Dees · 1 oktober 2012 op 16:22

Mooi, maar voor mij lastig leesbaar hier en daar. Ik heb met name moeite met de derde en met de voorlaatste alinea. En de derde ben ik uitgekomen, maar de voorlaatste nog niet. Zal hem later nog eens lezen. Ik voel wel de sfeer, de melancholie, de vergankelijkheid. En dat maakt het stuk ondanks eerder gemelde bevindingen wel nog mooi voor mij.

Yfs · 1 oktober 2012 op 21:14

Sjonge Pierken!
Een op hoog niveau gechreven column (voor zover ik dat kan beoordelen natuurlijk). Eentje die je niet ff snel vanaf je mobieltje moet lezen. Het lezen ervan met wat extra aandacht wordt beloond met engelen getrompetter. gewoon omdat je ontdekt dat het werkelijk bol staat van de prachtige zinnen!

Als ze me nu zouden vragen wat ik later zou willen worden, dan zeg ik “een Pierken” :wave:

sylvia1 · 1 oktober 2012 op 21:54

“Doch dra”
ik kan me niet herinneren dat ik die woordkeuze ooit eerder ben tegen gekomen. Zeker niet in een schrijven van deze tijd. Het is niet mijn smaak, maar origineel kun je het wel noemen. En de eiersalade het meesterwerk van Tsjaikovski, dat vind ik dan weer een erg leuke vondst.

WritersBlocq · 1 oktober 2012 op 22:53

Ik snap niet helemaal alles, maar vind het op een bepaalde manier weergaloos. En gelukkig heb ik nog een maandje de tijd om het aan te klikken.

Deze sprong eruit:
[quote]Doch dra mocht ook ik ervaren uit welk rottend hout iemand gesneden kon zijn. Toegegeven, ‘It takes two to tango’, dus zal ik wel de wurm zijn geweest die haar hout zo had laten verrotten. Die eerste echte relatie sleet in ieder geval als een paar badslippers op de langste bedevaartstocht ooit.[/quote]

Sagita · 2 oktober 2012 op 00:40

Felix Timmerman zo is mij geleerd: leed aan manisch/depressieve psychosen en ‘Pallieter’ – dat op mijn lijst Nederlands VWO stond – schreef hij gedurende een manische periode. Gevolg en boek vol superlatieven en uitbundigheid.
In die zin vind ik ‘Scheveningen huilt’ geen Pallieter. Prachtige titel overigens, alleen vind ik niet echt dat deze de lading dekt.
Ik heb de column zeker al vijf keer gelezen en ben onder de indruk van hoe zinnen geformuleerd zijn en te gelijkertijd realiseer ik me, dat ik moeite heb met het volgen van het verhaal. Ik heb de neiging om de alinea’s in een andere volgorde te zetten. En ontdekte bij het herlezen dat vooral het begrip ‘haar’ voor mij lastig te duiden is. Wiens haar? Welke haar? Die van de vriend Luuk? Die van de atoomsplitsing? En wie is de haar waar het boek over is geschreven?
Pierke ik lees je column vooral als een belofte, als een voorgerecht en dat ik het eigenlijke boek ‘Scheveningen huilt’ nog eens te lezen krijg!
groet Sa!

Pierken · 2 oktober 2012 op 09:24

Bedankt voor alle reacties en de aandacht die jullie er in hebben gestoken! Ik ga een aantal eerste en laatste hoofdstukken plaatsen vh het hele verhaal op ColumnX. Deze beginnen met SH! (Scheveningen huilt!). Zo te lezen heb ik met deze 1e column alvast een cryptogram geschreven. Eentje die ik al had opgelost tijdens het schrijven van het boek. Om die puzzel van hierboven in elkaar te leggen, daar moe(s)t je dus maar zin in hebben. Leuk om te lezen dat een aantal dat toch heeft gedaan. Enneh, Pallieter herkende ik er ook niet in. Dit lijkt mij meer weemoed dan euforie?

arta · 2 oktober 2012 op 10:54

Ik kan mij vinden in de voorgaande reacties. Het is mooi geschreven, absoluut.
Hier en daar kreeg ik de indruk dat het ‘mooi schrijven’ voorrang kreeg op leesbaarheid. Misschien een aandachtspuntje?

Mien · 3 oktober 2012 op 22:09

Weemoedig vergissingkje.
Ik bedoelde eigenlijk Boerenpsalm van onze Felix.
Maar allez, wie valt daar nu over. 😉
Anyway het is in ieder geval bedoeld als compliment.

Mien

Geef een reactie

Avatar plaatshouder