“Zullen we met de trein gaan?” Dat dit ene zinnetje zoveel teweeg kon brengen, had ik nooit durven dromen. Even een terugblik. Vorige week donderdag stond een bezoek aan de Tweede Kamer op het programma waar ik, samen met mijn collega Annemarie, een commissievergadering van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap zou bijwonen. Omdat we onderweg vaak ‘werkoverleg’ voeren, leek ons reizen met het openbaarvervoer verreweg het handigst. Dus stonden we voor dag en dauw op Spoor 1 te wachten op de intercity naar Leiden. Daar vandaan zouden we overstappen op de trein die ons naar Den Haag zou vervoeren. Het was stervensdruk op het perron en ik heb nooit geweten dat er zoveel Alphenaren sporen. We twijfelden zelfs of iedereen wel in de treinstellen zou passen want naarmate de vertrektijd naderde, groeide het aantal reizigers explosief. Toen er een klein stipje treingeel aan de horizon verscheen, dromde de massa naar voren. En wij dromden gezellig mee. Met veel gepiep kwam de trein tot stilstand en natuurlijk stonden wij precies tussen twee treinstellen in waarvan de deuren zich sissend openden. We holden achter de meute aan om verzekerd te zijn van een zitplaats. We hadden tenslotte bijna tien euro neergeteld voor een kaartje.

Nauwelijks had de trein een golf reizigers uitgebraakt of we werden als vanzelf naar binnengedragen. Rugzakken, koffers, handen en ellebogen schoffeerden onze rug, borsten, armen en billen. We hadden geluk want net toen de conducteur op zijn fluitje blies, hadden wij ons naar binnengewurmd en een felbegeerde staanplaats bemachtigd. Met één hand en twee benen om een stang geklemd, bewaarden we ons evenwicht. Dit om te voorkomen dat we, bij elke geniepige hobbel, in de armen van een medepassagier zouden belanden. Als paaldanseressen slingerden we met elke bocht mee en probeerden ons zo elegant mogelijk staande te houden. We slaakten dan ook een zucht van verlichting toen een aantal reizigers bij station Leiden Lammenschans uit de trein stapte.

Helaas was het aantal instappers net zo groot zodat we onze palen moesten verlaten en naar een plek tussen de medereizigers werden geduwd. Plots voelde ik iets tegen mijn billen. Het was langwerpig en hard. “Er is iemand vreselijk blij om me te zien,” fluisterde ik ongemakkelijk tegen mijn collega. Doemscenario’s spookten door mij hoofd. Schoppen was onmogelijk en weglopen ook. Ik besloot om met mijn vuist naar achteren te slaan. “Kijk uit,” gilde mijn collega terwijl ze de vouwfiets, die achter mij stond geparkeerd, tegen probeerde te houden. Ze pakte het billenprikkende handvat beet en frommelde dat ergens tussen een trapleuning. Gierend kwam de trein tot stilstand. Station Leiden. Gierend slingerden we richting intercity die ons naar Den Haag zou brengen. Het was voor iedereen duidelijk; wij sporen niet.

Categorieën: VC-Li

Li

Liever gek dan 'grijs'. (O)mama Li doet maar wat. Schrijft voor een scholengroep, een ouderenblad en voor schrijfgroep Undercover. Is na 10 jaar weggereorganiseerd bij het Alphens Nieuwsblad. Werkte 30 uur per week als bovenschoolse coördinator TSO bij SCOPE Scholengroep. Sindskort gepensioneerd.

22 reacties

Trukie · 1 mei 2007 op 00:43

Vorige week donderdag?
Toen werd mijn trein vervangen door een touringcar.
…..En we gaan nog niet naar huis………
…..Nog lange niet nog lange niet……..

Had ik toen jouw spitse humor maar gelezen. Dat had de reis een stuk leuker gemaakt.

KawaSutra · 1 mei 2007 op 01:25

Perfect gekozen titel.
Jullie sporen misschien niet maar zijn wel een echt treinstel. 😀

schoevers · 1 mei 2007 op 07:04

Geen ‘seinpaal’ maar een vouwfiets. Wat een verrassende ontwikkeling in een column vol leuke woordspelingen!

‘Er is iemand vreselijk blij om me te zien’ :die houden we erin!
Weer goed schrijfwerk, Li

SIMBA · 1 mei 2007 op 08:39

Lang leve de trein! 😀
Jij krijgt een stuur tegen je billen maar das altijd nog beter dan een baksteen door de ruit van je auto 🙁 (wat helaas dit weekend alweer een mensenleven heeft gekost)

arta · 1 mei 2007 op 08:53

😆 😆 😆
Ik vind em geweldig!
Hij leest als een trein!
🙂

Eddy Kielema · 1 mei 2007 op 11:30

[quote]”Er is iemand vreselijk blij om me te zien,” [/quote]

Leuk dat je Mae West citeert (uit Sextette): ‘Is that a gun in your pocket or are you just glad to see me?’ 😀

WritersBlocq · 1 mei 2007 op 12:06

Wat een gaaf verhaal dit, en die titel 😆

pally · 1 mei 2007 op 16:02

hij is geweldig, Li!
Zo blijkt ook maar weer dat a dirty mind,nog steeds a joy forever is….
Ha, ha , maak er een serie van samen met Driek : Sex and the intercity 😆

groet van Pally

Mup · 1 mei 2007 op 17:08

Doe mij maar een rolletje pepermunt:-)
Zou het openbaar vervoer er bijna van gaan missen,

Groet Mup.

Dees · 1 mei 2007 op 20:57

Leuk geschreven en een super pun-intended-titel. En idd die legendarische uitspraak van Mae West… Tcoh lijkt een vouwfiets die tegen je oprijdt me beter dan een hond 😀

Kees Schilder · 1 mei 2007 op 22:24

De rede is volledig spoorloos bij jullie.Prachtig geschreven.

pepe · 1 mei 2007 op 23:01

[quote]Met één hand en twee benen om een stang geklemd[/quote]

Ik had je wel willen zien.
Ennuh verder is de column, er een die als een paal staat en loopt als een trein 😆

SIMBA · 2 mei 2007 op 08:33

[quote]Omdat we onderweg vaak ‘werkoverleg’ voeren,[/quote]
Dat is er deze rit zeker een beetje bij ingeschoten? 😀

KingArthur · 2 mei 2007 op 17:01

Om maar even een extreme opmerking te plaatsen, soms zou je denken dat het jodentransport in WO II nog een luxe was vergeleken met de huidige praktijken van de NS van nu.

***EDIT***
Voor sommigen is de vergelijking die ik hier maak uit een te recent verleden. Laat ik daarom deze woorden terugtrekken en zeggen dat je soms zou denken dat de slavenverscheping uit het koloniale tijdperk te vergelijken is met de huidige praktijken van de NS nu.

MrDeUil · 3 mei 2007 op 17:46

Een leuke intersexy. King Arthur, je gaat wel ver in je vergelijkingen. Probeer je wat duidelijk te maken?

DriekOplopers · 3 mei 2007 op 22:32

Hahaha, erg herkenbaar, Li. Met veel plezier een een vette grijns op mijn bek gelezen!

Binnenkort meer spoorwegnieuws op Cx…

Eddy Kielema · 3 mei 2007 op 23:56

Jaren geleden ben ik eens bij gebrek aan beter in een soort veewagen van Zwolle naar Groningen vervoerd door de NS. Dat riep bij sommige mensen wel een soort WOII gevoel op, hoewel niemand van ons die natuurlijk had meegemaakt. Maar daarmee wilden we ons ongenoegen uiten met de gang van zaken. Bovendien is elke vergelijking met jodentransport natuurlijk ongepast (helemaal in het zicht van Dodenherdenking morgenavond). Maar tegenwoordig heb ik eigenlijk niets dan lof over de NS. De treinen rijden prima op tijd en ik heb altijd een zitplaats. Soms vind ik ’t ook wel een beetje gemakkelijk en typisch Nederlands om zo te mopperen op de Spoorwegen. Neemt niet weg dat je column erg om te lachen was, Li!

Dees · 4 mei 2007 op 08:41

Li · 4 mei 2007 op 09:28

Niet dat ik zit te wachten op een discussie over een reactie maar ik ben ervan overtuigd dat King de vergelijking cynisch bedoelt. Hoewel ik ook even met mijn ogen knipperde toen ik zijn reactie las. Een tijdje geleden woonde ik een voorstelling bij van een cabaretier die soortgelijke opmerkingen plaatste. De reacties in de zaal waren wisselend. Van ooooooohooo uitroepen, lachsalvo’s tot ongemakkelijk zwijgen en alles wat daar tussen zit. Eigenlijk werden we door zijn uitspraken juist aan het denken gezet.

Li

Dees · 4 mei 2007 op 10:00

Prlwytskovsky · 6 mei 2007 op 00:31

Jullie wachten op spoor-1? Betekend dit dat er ook een spoor-2 bestaat in Alphen? :eh:

klapdoos · 7 mei 2007 op 12:36

Heerlijk zoiets te lezen met een big smile op mijn toeter de natte maandagmorgen vergetend, en vreselijk gelachen…Bedankt voor zo’n fijne start van een natte week..
groet van leny 😆 😆

Geef een reactie

Avatar plaatshouder