De oorlog trekt aan mij voorbij, met veel kabaal en gekrakeel. Het conflict is onduidelijk en ik kan daarom ook geen partij kiezen. Niet dat dat ertoe doet, niemand heeft gelijk wanneer het gehaald moet worden met wapens. Er loopt een krijger langs mij met iets wat lijkt op een dubbelloops geweer. Naast hem loopt zijn kordate makker met een pistool. Een derde heeft geen wapens, hij zal de verkenner wel zijn, of de hospik die zijn makkers moet verzorgen bij ernstige verwondingen. De vierde, en laatste van het stel, loopt met een radio aan zijn oor. Overduidelijk de man van de verbindingen.

Het groepje fluistert en rent gebukt richting de schaduw van mijn auto. Ik volg hun bewegingen en probeer te raden waar de vijand zich bevindt. Wat verderop zie ik een krullenbol net boven de heg van de buurvrouw uit komen. Twee turven hoog en een Rambo in de dop. ‘Pang Pang!’ schreeuwt hij, terwijl hij met zijn wijsvinger in onze richting wijst, de duim dapper omhoog. Ik overweeg nog even om me dodelijk verwond naast mijn picknicktafel te storten, maar dat lijkt me te dramatisch. Voor je het weet bellen ze 112 en staat er zo’n broeder op je borstkas te kloppen.

Hoeveel meer fantasie hadden wij toch in mijn tijd. Getooid met veren en pijl en boog, of een echte riem met revolver die ik voor mijn verjaardag had gehad, speelden wij cowboys en indianen.
Nu lijkt het op een conflict in verweggistan met partijen die op elkaar lijken. Heel realistisch als je er goed over nadenkt.

Vroeger mocht je niet meedoen wanneer je geen wapens had. Elke vader en moeder begreep dat gewoon. De klapperpistooltjes en nepgeweren vonden gretig aftrek rond sinterklaastijd en we konden niet wachten tot het mooi weer was en wij in de bosjes elkaar af konden schieten. Wij zagen geen kwaad in deze gevechten tot de dood erop volgde, of tot er geroepen werd omdat het etenstijd was. Want het was een spelletje.

Spelletjes… hoe controversieel is dit onderwerp geworden. Met de afschuwelijke beelden van Columbine, Alphen en andere onbegrijpelijke incidenten wordt er snel gegrepen naar de verdorven invloed van computergames. Dit is een te makkelijk doelwit, om maar in het jargon te blijven. Er zijn diverse onderzoeken naar gedaan, met tegenstrijdige uitkomsten. Een troebele geest is niet te doorgronden totdat het te laat is. Wanneer het kwaad is geschied zijn wij meesters in het bedenken van mogelijke oorzaken. De greep naar bloed en rondvliegende ledematen op een PC is makkelijk en comfortabel, dan hoeven wij ons verder niets af te vragen.


6 reacties

Mup · 8 mei 2011 op 07:08

Soms kom je er een tegen waarvan je denkt; “Had ik die maar geschreven” dit is er zo een,

Groet Mup

sylvia1 · 8 mei 2011 op 13:46

De eerste alinea met deze mooie vondst: [quote]niemand heeft gelijk wanneer het gehaald moet worden met wapens.[/quote] maakt gelijk nieuwsgierig. Prachtige link naar kinderen die soldaatje spelen en actueel gewapend geweld. Alleen de laatste alinea, over computergames, die vond ik wat minder. Niettemin, een sterk pleidooi voor onschuldige oorlogsspelletjes.

LouisP · 8 mei 2011 op 22:11

Goed gedaan! Ik dacht eerst echt dat je in oorlogsgebied was geweest….zelfs de tweede alinea leek het zo…
Nogmaals, goed gedaan Mart!

Mien · 9 mei 2011 op 14:09

Goede column. Aan het einde loopt ie wel een beetje vast. Maar ach, dat is met computerspelletjes ook, nietwaar? Wat dat betreft treffend.

Mien into [b][u][url=http://upload.wikimedia.org/wikipedia/commons/3/35/Floris_Rutger_Hauer_002.png]Floris[/url][/u][/b]

arta · 10 mei 2011 op 07:41

Sterk stuk!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder