Wanneer hij naar buiten kijkt ziet hij dat de bomen langzaam heen en weer zwiepen en de regen in stromen uit de lucht komt vallen. “Wacht even,” zegt hij, “ik ga met je mee schat.” Heftig protesteert ze. Het regent, en ik wil niet dat jij verkouden of ziek word. Ik kan heus wel alleen even een boodschap doen. Hij lacht even, en zegt: “Dan zijn we toch lekker samen ziek, daar weten we vast wel raad mee.” Even kijkt ze hem verbaasd aan, waarop hij naar haar knipoogt. Ze denkt na. Ze vind het niet leuk om alleen naar de stad te moeten fietsen, maar ze vindt het helemaal verschrikkelijk dat haar vriend voor haar mee moet. Hij ziet dat ze niet weet wat ze ermee aan moet. Hij loopt naar haar toe en slaat zijn armen om haar middel. Zachtjes fluistert hij in haar oor: “Ik ga mee omdat ik het gezellig vind en van je hou, ik ben graag bij je, ook al regen ik helemaal nat.” Ze besluit toe te geven. Hij heeft het immers zelf voorgesteld. Vluchtig geeft ze hem een kus op z’n wang en pakt haar jas.

Eenmaal buiten is het nog erger dan verwacht. Door de harde wind komen ze haast geen meter voor uit. Ze stelt voor om een wedstrijdje te doen wie het eerste bij het tunneltje is. Hij is hier wel voor in, zijn ze alleen maar eerder in de stad. Ze kan hem op geen manier bijhouden, en roept dan ook op een gegeven moment dat ze er genoeg van heeft, in de hoop hij zal stoppen en ze alsnog eerder bij het tunneltje is. Jammer gaat haar plannetje niet door want hij stopt pas onder het tunneltje vanwege de regen. Nogal logisch. Ze schreeuwt dat hij gemeen is en dat ze ook een keer wil winnen. Hij ligt dubbel van het lachen omdat ze het op een nogal appart toontje zegt. Inmiddels voelen ze het water al langs hun enkels druipen. Ze fietsen allebei vrolijk door, en trekken zich helemaal niets aan van het weer. Wanneer ze een hoog gilletje uitslaakt omdat ze haast omgeblazen werd door de wind zegt hij dat dat geluidje meer op iets anders leek. Ze begreep zijn bedoeling en voelde zich op een prettige manier beledigd en ook een beetje geintimideerd, overigens ook op een prettige manier. Daarom geeft ze hem een plagend tikje op zijn schouder en binnen de kortste keren hebben ze de grootste lol wanneer hij begint over het slaan op haar kont. Ze vraagt om een kusje en die krijgt ze dan ook.

Het is erg druk op de weg, veel auto’s. Geen kip die gaat lopen of fietsen om op zijn of haar bestemming te komen. Behalve hij en zij dus. Inmiddels staat er een kleine file bij de rotonde die ze naderen. Ze hebben niet door dat ze bekeken worden. De automobilisten vragen zich af hoe het kan dat je ooit met zo’n storm vrolijk kan zijn wanneer je aan het fietsen bent. Wat ze niet weten is dat liefde zoveel dingen minder erg maakt. En de jongen en het meisje? Die merken pas dat het stormde wanneer ze over een paar dagen samen snipverkouden op bed de hele dag films aan het kijken zijn.


3 reacties

Mosje · 26 maart 2004 op 20:50

Als ik fietsers in de wind zie denk ik altijd aan die regel uit dat nunmmer van Boudewijn de Groot:
“Hoe sterk is de eenzame fietser die kromgebogen over zijn stuur tegen de wind, zichzelf een weg baant.”

feyenoord4ever · 27 maart 2004 op 13:19

Wat een mooi verhaal weer. Dat is echte Liefde.

pepe · 27 maart 2004 op 17:04

heerlijk toch, ik kan me er wel in vinden.
Liefde in de regen is pas echt 😉

Geef een reactie

Avatar plaatshouder