Een co-column geschreven door Mien en Axelle

Gebiologeerd zat Kees naar het boek voor hem te turen. Hij was al bijna bij de H. De H van hartstikke mooi. Hij wist inmiddels dat Godot niet meer zou komen en een blik op het tikkend antiek op de muur deed vermoeden dat zijn moeder dat ook niet meer zou doen. Terloops kwam Zand binnenlopen. “Hee, Keesie zit je weer saaie letters te vreten. Leuk haarspoelinkje heb je, drinken we een bakkie?”
Maar Kees had geen zin in koffie en nog minder in de onsamenhangende letters die Zand veelal uitbraakte. Als er iemand was die vast achteraan in de rij had gestaan toen Intellect, Tact en Taalgevoeligheid uitgedeeld werden, dan was Harrie Zand dat.

“Ha Harrie, heb heel heftig hemels herhaaldelijk herfstig hoop!” articuleerde Kees met foutloos Amsterdamse tongval. “Ik sla even over, geef mij maar een dubbele Hooghoudt.”
Zand wist even niet hoe hij het had. Voor Kees’ gemoedstoestand waren er immers maar altijd twee opties; hij was ofwel zo zot ofwel zo zat als een achterdeur. Zijn reputatie was voor hem even belangrijk als Mac Donaldsmeisjes die vriendelijk naar hem glimlachten en verantwoordelijk waren voor de vettige troep die hem zijn gezondheid kostte. Met woorden had hij iets minder moeite, ze schreven zichzelf.

Zand snapte er niets van. Kees was vanochtend én niet zot én niet zat, hij lustte geen bakkie én hij brabbelde slechts woorden met een H. Wat zou er aan de hand zijn met Keesie, had hij last van een alcoholblock of erger, een letterblock? Zijn wekelijkse lezersbrieven in diverse kranten hadden vast ook een aandeel in de zaak. Afhankelijk van het weer was Kees voor of tegen democratie en dat gold ook voor monarchie, lievelingskleur en emancipatie.

Heel vreemd allemaal. Het was vandaag ook nog eens woensdag lettergehaktdag. Een dag waarop de creativiteit van taalgenie Kees nooit te wensen overliet. In zijn literair café het Gulden ABC werd Kees niet voor niets Taalkees genoemd. Samen met P. Intjes en S. Lijmbal maakte Kees deel uit van de Drie Hollandse Cafémusketiers. Kees’ damesaandeel was weliswaar het meest beperkt, zijn literaire kunsten waren des te rijker.

Samen met Intjes en Lijmbal had hij het kezen van de Nederlandse taal tot topsport verheven. Alleen vandaag liep het niet zo met letterneuken. Hij bleef hangen bij de H van hangbuik. Die hangbuik zat hem fysiek overigens vaak in de weg als er een hhhhallo richting Onbekende Dames ontsnapte uit zijn mond. Gezien Kees’ levende letterallergie gebeurde dat niet vaak, maar àls het al gebeurde, was het een voorbestemde mislukking.

Zijn letterdokter had hem nog zo op het hart gedrukt de perslucht bij het articuleren van de h langzaam naar buiten te stuwen vanuit zijn onderbuik. Gelukkig stotterde hij de h al lang niet meer uit, maar toch. Koppigheid en logopedistfobie maakten Kees’ taalgebruik niet vloeiender. Hoe langer Kees erover nadacht hoe minder erg hij het vond. Momenteel vond hij het alfabet zelfs interessanter dan Dinosauriërkoeken. Op een dag zonder tegenpruttelende H’s zou dat ongetwijfeld anders zijn. Waarschijnlijk zou hij dan zelfs geen zin krijgen in het soort ijsjes waarvan de verpakking precies altijd langs de wegkant schijnt te liggen. Ooit zou Keesie er een boek over schrijven; De perfectie van de imperfectie.

Categorieën: Co-Column

Mien

Bewonder luidruchtig en verwonder in stilte

3 reacties

maurick · 3 september 2009 op 08:22

Ik geloof, nee, ik weet zeker dat ik deze tot nu toe de beste Co-Column vind. Origineel en goed geschreven.

axelle · 5 september 2009 op 19:24

Ik deel je mening, Maurick. XD

arta · 6 september 2009 op 11:08

Hij is idd leuk!
🙂

Geef een reactie

Avatar plaatshouder