Tatjana maakt er kennelijk een nog groter potje van dan de eerder naar een vriend speurende Bridget. Ze heeft zich al lang weer in de armen van een maat voor het leven gestort.
Het programma waarin ze op zoek gaat naar de ware kan de prullenmand in. Het is ter ziele voor het maar een glimpje van levenslicht zag. Mijn nieuwe muze heeft amper kans gehad om mij tot enige vorm van inspiratie te verleiden. Laat staan dat het heeft geleid tot prachtig geformuleerde volzinnen die samen dan weer een tot nadenken stemmend of tot grootse daden oproepend verhaal zouden vormen. Tatjana kan bij het grofvuil. Als muze bedoel ik dan. Mijn pogingen om haar van mijn ongebreidelde capaciteiten als minnaar te overtuigen zijn in de kiem gesmoord. Nota bene door een buurtgenoot van het volborstige model.
Het heeft weer niet zo mogen zijn.

Nu kunnen onbereikbare liefdes tot bovenmenselijk fraaie zieleroerselen leiden, maar dat is mij niet meer gegeven. Als jongeling putte ik nog wel volop inspiratie uit tevergeefs aanbeden meisjes. Jaren kon ik de liefde volhouden en ik plengde menig traan waarna ik het verdriet in prachtige – helaas door niemand ooit als zodanig aangemerkte – gedichten trachtte te vereeuwigen. Een al net zo vergeefse poging als het veroveren van de zo geliefde vrouw. Het intens treurige en zo achteloos alles verterende gevoel van hoop van de afgewezen minnaar is weliswaar van alle tijden en tijdloos, maar mijn wanhoop uitschreeuwende schrijfsels sierden vooral de kantlijnen van m´n schoolschriften en zijn zeer vergankelijk gebleken.
De verliefdheid was uiteindelijk eenzelfde lot beschoren. De ene hopeloze poging volgde op de andere en na verloop van jaren sleet het gevoel helemaal weg. Ik kan mij niet heugen wanneer ik voor het laatst verliefd was.
Om nu toe te geven aan een ingebeelde liefde voor Tatjana alleen vanwege het woord gaat me te ver.

Ik heb andere gevechten voor de boeg. Met de werkloosheid bijvoorbeeld. Of met de alcohol die me nu alweer een dag of negen in de greep heeft. Na 26 weken was het van de ene op de andere dag weer raak. Alsof het er niets toe doet om een tijd te stoppen. Achteloos pak ik de draad weer op.

Ik denk moet ik toegeven niet in glazen. Ik kijk er wel anders tegenaan. Een paar jaar geleden dacht ik amper na over mijn drankgebruik. Het was domweg geen onderwerp van gesprek. Niet dat ik het probeerde te verdoezelen. Ik heb nooit stiekem gedronken. Pas na mijn ontslag is de drank een item.

Het zit me niet lekker dat ik zo snel weer in het oude patroon terugkeer. Het heeft misschien iets met vertrouwdheid te maken. Ik pak door te drinken mijn zorgeloze leventje van voor het ontslag weer op en dat voelt goed. Maar misschien wordt het tijd om dat leventje eindelijk eens de kans te geven om een leven zijn.


Frans

Ooit schreef ik voor een regionaal dagblad. Daar hadden ze na 22 jaar genoeg van en nu probeer ik het hier. Na een grote tussenpauze hoop ik de draad weer op te pakken.

2 reacties

LouisP · 6 januari 2011 op 19:38

Frans,
’t is geen superstuk maar ‘k lees ’t graag. Ik lees niet alleen bij ’t hoofdstuk ‘vrouwen’ een soort berusting. Ook bij ’t andere, waar ge ook wazig van kunt worden…en daar heb ik een beetje een dubbel gevoel bij..

louis

Harrie · 7 januari 2011 op 10:32

Voor het enen kan ik je een leuke bosnimf aanbevelen. Voor het andere een glaasje Silybum Mariabum. Dat biedt in ieder geval besherming.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder