Nog napuffend plof ik neer op een bankje in de stoptrein naar Eindhoven. Voordat het voertuig snelheid heeft kunnen maken staat het alweer stil. Station Vught. Meestal raas ik hier in sneltreinvaart voorbij, maar vandaag heb ik uitgebreid de kans het mooie gebouwtje te bekijken. Mijn oog valt op een paar missende stenen die de smetteloos witte muren lijken te onteren. Het is een plaquette: [i]Van deze plek zijn in ’43-’44 circa 14.000 meest joodse mannen en vrouwen met 1800 kinderen weggevoerd naar vernietigingskampen.[/i]

Plots wordt mijn blikveld zwart/wit. De bank zakt onder mijn billen vandaan tot ik uiteindelijk op de grond zit. Het is koud. Harde kale houten planken in een donkere lege wagon. De geur van zweet en ontlasting penetreert mijn neus genadeloos. Mijn handen zoeken langs de wanden naar houvast om op te kunnen staan. Pijn dringt vanuit spieren door mijn hele lichaam als ik overeind probeer te komen.

Door een kier wordt het station weer zichtbaar. Het is vaal lichtgrijs. Ondanks de vele mensen op het perron is het niet rumoerig. Eén stem overheerst. Zwaar, kil, zonder een spoor van emotie. “Rein!” is het enige wat hij roept. Na dat woord beginnen de als soldaten uitziende mannen te duwen en te slaan. Het perron wordt leger. De trein vult zich. Nu mijn ogen wat aan het licht gewend zijn, schrik ik.

Het zijn kinderen. Allemaal kinderen. Alleen bij de allerkleinsten staat een ouder. Sommigen staan opgewonden te fluisteren, wat meteen afgestraft wordt met de klap van een vuurwapen. Sommigen huilen, roepen om hun moeder, hun vader. Ook zij worden hardhandig aangepakt. Het overgrote deel van hen is echter stil. Eng stil. Langzaam dringt tot me door wat hier gebeurt: een rij soldaten met daarvoor een grote groep kinderen wachtend op een trein. “Néé!” Mijn stem klinkt vreemd schril. De leider van de gewerendragende mannen kijkt op, maar schudt al snel zijn hoofd.

Angstig laat ik mijzelf weer op de grond zakken. De deur van mijn wagon gaat piepend open. “Rein! Rein!” De eerste kinderen vallen binnen. Ze kruipen in de hoeken om niet bedolven te worden onder hun medelotgenoten. Er lijkt geen einde aan te komen. Ik kijk rond. Kindergezichten met een volwassen uitdrukking. Een enkele volwassene met een kinderlijk hoopvolle blik. Ik wil ze omarmen, maar grijp dwars door ze heen. “Vlucht kinderen. Vlucht!” Niemand hoort me.

De hele wagon is volgepropt. Iedereen staat tegen elkaar gedrukt. Zitten is onmogelijk. Liggen een droom. “Mama, ik wil mijn mama. Waar gaan we heen?” Een puberjongen slaat zijn arm om het huilende meisje heen. “We gaan op vakantie. Heel ver weg is een speciaal kinderkamp en wij mogen er naartoe. Je moet juist blij zijn.” Tussen alle benen door komt een vrouw gekropen. “Marie!” Blij kijkt het kleine meisje op. Met veel moeite komt de moeder omhoog en neemt het kleintje in haar armen. Staand valt ze tegen haar ouder in slaap.

‘Marie’. Het horen van die naam doet mij huiveren. Is dit een droom? Is dit echt ooit gebeurd of gebeurt het nu? Waarom weet ik niet wat hier aan de hand is?

Om mij heen krijgt de wereld weer kleur. De bank groeit weer onder mijn lichaam, en de kale houten wanden veranderen weer in een moderne trein. In mijn hoofd klinkt de stem van de man door. “Rein!”
Kippenvel.

Thuisgekomen ga ik zoeken op internet.

[i]Op vijf en zes juni 1943 hebben er kinderdeportaties plaatsgevonden vanuit kamp Vught. Met de belofte van een kinderkamp werden ze meegenomen, maar in werkelijkheid werden ze via Westerbork naar Sobibor gebracht, waar de 1269 kinderen vrijwel direct na aankomst om het leven werden gebracht.[/i]

[img align=left]http://pelgrimspad.punt.nl/upload/DSCN5756.jpg[/img]


Arta

Zijn. bewonderen, verwonderen, notuleren, opwaarderen; Het zijn zomaar wat steekwoorden, die voor mij onlosmakelijk zijn verbonden aan 'Schrijven'. *Overigens schrijf en reageer ik als arta natuurlijk op persoonlijke titel

9 reacties

pepe · 4 mei 2008 op 09:47

… om even stil van te worden.

Fem · 4 mei 2008 op 10:22

erg beeldend en ontroerend… :wave:

Neuskleuter · 4 mei 2008 op 12:32

Wat een mooie overgang van heden naar verleden en weer terug. En kippenvel. Ook hier.

Mosje · 4 mei 2008 op 19:18

Mooi stukje, past goed bij vandaag.
Zo direct twee minuten stilte…

WritersBlocq · 4 mei 2008 op 20:27

Door jouw stille stukje galmt de stilte door. En zo hoort het ook!

lisa-marie · 4 mei 2008 op 21:18

Ook hier kippenvel en ontroering na het lezen.
Om stil van te worden en om bij stil te blijven staan.

SIMBA · 5 mei 2008 op 09:58

Een gedenkwaardige tussenstop!

Mup · 5 mei 2008 op 17:08

Zag gisteren een reportage van mensen die de hongertocht nog eens gelopen hebben. Wat me vooral bij bleef was de vraag van een meisje aan een moeder; ‘Mama, mag ik nu weer alles zeggen?’ dat mocht, laten we het zo houden….

Groet mup.

arta · 5 mei 2008 op 18:30

Heel erg bedankt weer voor de reacties.

Deze column heb ik een aantal weken geleden geschreven, maar hem voor 4 mei bewaard!
Tnx redactie, zo lief dat jullie hem tot deze datum hebben ‘vastgehouden’.:-)

Geef een reactie

Avatar plaatshouder