Its fine to write
A phrase to hide
Twenty pages of his sudden hiding spot
Plenty ages, words, meanings
It’s where he found himself
It’s where his feet got hot Twintig pagina’s wil hij schrijven. Tien dagen zal ze nog bij hem blijven.
Ze is er even, ze is er lang, hoe zacht kleeft de liefde en houd ze haar in bedwang.
Vijfentwintig jaren leven. Zeven jaar werk. Een jaar gratis. Voor niets. Schrijf dat maar op mijn zerk.
Nog geen twintig jaren. De volle zekere donkere haren. Nog compleet licht. De twee briljante ogen in haar zachte gezicht.
Nog even geven. Nog even zeven. Wat vindt hij in zijn waterbak? De stemming zakt door hem heen als siroop in water. Langzaam, mengend. Hij is misschien bang voor wat hij schrijven zal. Bang dat hij het schrijven zal. Zal ze blijven. Zal ze vallen voor vreemde lijven. Ze ziet zijn ziel. Bang dat hij gezien is. Bang. Omdat hij veilig dacht. Omdat hij dacht, nu is hij veilig opgeborgen. Ze biedt hem een huis aan. Twee warme armen zo nu en dan ineens.
Twintig pagina’s. Hij heeft ze in hem, naast zijn vrees.
Feilloos doorgaan, vreselijk angstloos. Loslippig drukt hij de letters in, de digitale klankdoos. Zijn schrijfblok: de laptop van haar moeder. Waarom vroeg hij zich net af; waarom schrijf ik nu wel. Tien verdiepingen over (een) nacht.
(Frank Boeien- Licht uit)
Hij is niet thuis, maar comfortabel. Zittend met de polsen op het leer van de perenhouten tafel. Waarom hij niet thuis schrijft bij zichzelf. Twaalf maanden dwalen door de tijd. Hij was geschrokken na tien maanden. Bijna zesentwintig jaar in dit lijf.
Pas geboren
Voelde hij
In haar lichaam
Met hem erbij.
In haar jeugd.
In haar behoefte
In dit leven
Hij voelde
Nog nooit zo nieuw
Met lichaam gaf hij zijn ziel.
“Kom ik in je”
“neem je mij”
Je krijgt mijn bloed, sex, vertrouwen er zomaar bij.
Zoveel woorden, zoveel liefde, zoveel lust, waarmee hij haar kust
——-Mag het licht uit——-
Ze is boven zoekend naar papier. Voor zijn twintig pagina’s. Voor zijn jaar. Nog tien dagen, de siroop lijkt hem door midden te zagen. Zo fragiel breekbaar als water. Een jaar geleden, op het strand, het lijkt verder verleden, toen daar voelde hij de laatste keer haar hand. Ze was zo breekbaar en toch kon de tederheid of breekbaarheid hem zo hard slaan.
Hij zou niet terug gaan. Zo zeker als nu. Zo zeker als ze nu is, papier zoekend, en hij woorden vindend.
8 reacties
Li · 29 augustus 2004 op 12:26
Ik stop met lezen. Ik zet wel een cd op. 😮
Dees · 29 augustus 2004 op 14:48
Mooi. Lastig te ontrafelen, maar zeker mooi.
Mosje · 29 augustus 2004 op 15:08
Eens met Desa, lastig te lezen. Omdat het eigenlijk meer een gedicht is dan een column of een verhaal.
Helemaal in lijn overigens met de teksten van Frank Boeyen. Mooi, maar onbegrijpelijk soms.
rrobin · 29 augustus 2004 op 19:22
te veel zinnen
te veel woorden
voor een mens alleen
Prozaisch dromerig stuk, mijn complimenten. Het moet een speciale nacht geweest zijn met zulke woorden.. Geniet van je 10 dagen 😉
Nothere · 29 augustus 2004 op 20:25
Dank voor de reacties tot nu toe. Het is logisch dat het nog moeilijk te volgen is. Dit stuk is namelijk deel van een verhaal wat inmiddels 30 pagina’s telt. Deze tekst slaat ook terug op andere gedichten uit dit “verhaal”. Dit is mijn eerste, weliswaar gedeeltelijke, publicatie. Dus alle reacties zijn enorm welkom.
Het is vanzelf gegaan dat er zoveel in rijmt en uiteindelijk leek het mij leuk dit zo te behouden.
Ps. Kleine rectificatie: Mag het licht uit is van De Dijk!
ignatius · 29 augustus 2004 op 23:48
Mooi. Je verhaal heeft tevens voor mij iets ongrijpbaars, ontastbaars. Kan er helaas geen woorden voor vinden.
Anima · 30 augustus 2004 op 00:04
Een intigerend stukje, vooral de volgende woorden:
“Ze ziet zijn ziel. Bang dat hij gezien is. Bang. Omdat hij veilig dacht. ”
In elk geval benieuwd naar meer.
Met vriendelijke groeten,
Anima.
Shitonya · 16 november 2004 op 12:56
Een ware chaos, helemaal mijn smaak 😉