De manier hoe ramptoerisme ontstaat is gewoonweg een dijk van een ongeluk bezichtigen, fotootje met je mobiel maken, en dan misselijk weglopen.
Tijdens onze vakantie touren wij gaarne rondom Zuidwolde, je komt in dorpjes die onuitspreekbaar zijn, te klein voor een kaart, maar de meeste dorpjes hebben een kruidentuin die dan weer wel op de VVV kaart te vinden zijn. Dat touren bracht ons eerst naar Slagharen, alwaar wij in een restaurant een kopje koffie namen, het was gelukkig niet zo koud en het was eindelijk een dagje droog. Horen wij buiten een gepiep van remmen, doch een gil daarbovenuit die je door merg en been ging. De eigenaar van het restaurant rende naar buiten, en kwam na 3 minuten spierwit weer binnen.

Wij hadden ondertussen wel allerlei auto’s zien stoppen midden op de weg, en mensen één kant uit zien rennen, de kant van de stoplichten maar ik ben niet zo’n sensatiedoos dat ik direct meesjees met de meute, en Claudy mijn vrouw keek dat alles zo eens aan en bromde “Zal er iets gebeurt zijn”?
“Nou aan die gil te horen, ik denk van wel. Maar er lopen al genoeg mensen heen, dus hulp zal er wel genoeg zijn”.

Mis Leen, helemaal mis, totaly wrong. De eigenaar kon het leed van die oude dame niet aanzien. Ik vroeg wat er dan aan de hand was. Er was een oude dame van haar fiets gevallen en met haar achterkant van de fiets met een been onder de achterkant van die vrachtwagen gekomen. Zij was geslipt. Maar een ieder die dichterbij kwam rende vervolgens weer snel weg van de schrik en de aanblik van het leed van het vrouwtje.
Ik zei tegen Claudy “Ik ga erheen, pak even mijn EHBO kist uit de auto, je ziet me wel”, en de daad bij het woord voegend, zie ik buitenkomend voor mij uit een meute met mensen, en daar ligt een grijs koppie op een grote fietstas.

Toen ik erheen rende zat er een jongedame naast haar op de hurken, ze kon niet anders, want overal lag de inhoud van het been. Al wat ik zag was één teen aan een klein bloedvaatje, voor de rest lag alles ernaast, erachter, ervoor, maar zeker niets meer in het been zelf.
Dat was gewoon vel. Zij riep naar haar kok om een schoon rood laken van een tafel, want op de hoek waar het gebeurt was is ook een restaurant, en daar hadden wij toevallig verleden jaar gegeten.

Ik nam het hurken even van haar over en begon gelijk te tokkelen, wie ik was, en dat ik uit Amsterdam kwam, en ondertussen verwisselde ik de fietstas voor mijn EHBO zak die iets comfortabeler lag. Iemand schreeuwde naar mij “Dokter u moet het afbinden”. Er was niets af te binden, en ik ben geen dokter, maar mijn kordate optreden ( dat is een sterk punt van de klapdoos, meer niet hoor) gaf hem zeker de indruk dat ik arts was. “Ik ben niet steriel man, dus met al dat straatvuil kan het alleen maar erger worden”, brulde ik boos. Die mensen weten alles dan beter, maar maken ineens dat ze wegkomen.

Of de politie al gebeld was, of de GGD, of de brandweer, en de huisarts. Ja was allang gebeurd.
Verdorie dacht ik ineens, zit je midden in het hoogseizoen, marktdag, kermisdag, stikt van de toeristen hier in Slagharen, en we moesten nog 20 minuten wachten op allerlei hulptroepen. Er kwam wel heel snel een huisarts, die in dezelfde straat woonde, maar ook zijn telefoontje leverde weinig op.

Ondertussen wisselden de jongedame van het restaurant “de kamer’ en ik elkaar af om de oude dame wakker te houden, en in hemelsnaam bij te blijven, want als ze in shock zou komen was het over en uit met de geit. Soms gilde ze van de pijn, en dan gingen wij als op afspraak ook ineens harder praten tegen haar.
Daar lag een lieve oude dame op haar zijde en greep steeds naar haar tenen die zo’n pijn deden, maar die tenen lagen overal, dus ik duwde steeds mijn hand tegen de hare alsof zij haar tenen nog had allemaal. “Voel maar vrouwtje, u heeft ze allemaal nog, en ook nog op een rijtje, kan u nog tellen dan”?

“U maakt mij aan het lachen, en dat doet mij zo een pijn”, sprak ze zacht met een glimlach. Ik beloofde dat ik het niet meer zou doen. De jongedame die mij hielp met het beurtelings aflossen op de hurken ( je kon niet op de knietjes zonder onder de resten van het been te knielen) werd steeds witter onder haar lange blonde lokken, en sprak dat ze niet meer wist wat ze nu weer moest vragen.
“We beginnen gewoon opnieuw, over de kinderen, de kleinkinderen”, ondertussen aan de toegesnelde huisarts vragend wat hij ervan dacht. Hij had het gezien en sprak triest van een afzettertje.

“Mag ik mijn zuster even bellen, of mijn dochter die gaan zaterdag op vakantie”, vroeg de oude dame. Ik pakte direct mijn mobiel en de blonde medehurkster belde direct haar zuster, vertelde voorzichtig het verhaal en ik bracht ondertussen de fietstas in het restaurant, want ze had verteld dat ze net gepind had en al haar geld en sleutels zaten erin.

Ik vertrouw geen massa mensen meer, excuses, vandaar mijn reactie om die tas veilig te stellen. Lijkt CSI wel.
Pas na 20 minuten kwam de ziekenauto, gelijk met de politie, die het verhoor overnam van een stadswacht die de vrachtwagenchauffeur rechtop bleef lullen, want die man stond ook op instorten, het was zijn schuld niet, maar hij durfde niet in de auto, die moest toch even verplaatst worden omdat de GGD broeders de dame moesten verdoven en op de brancard moesten leggen.

Ja, kijk nou eens daar kwam de brandweer met de vraag :”Is hier nog iets te doen”, Ik gelijk tegen die boerenkinkel “Wat dacht je van schoonspuiten als mevrouw weg is hier”. Ik kon mijn kanis weer eens niet houden, overal lag bloed en vet en rommel klaar, dat moesten ze opruimen, daar zijn ze ook voor.

Het lieve 84 jarige vrouwtje kreeg een verdoving, wij hadden geen benen meer over van het op en neer hurken ( ben gelijk gaan trimmen die dag) het blonde vrouwtje liep huilend haar restaurant binnen, ik zag hoe de oude dame door de morfine wegviel, en de GGD arts die erbij was belde met Zwolle, zij zou daarheen vervoerd worden. Hij bedankte ons nog voor onze inzet om bij de dame te blijven, en ik liep naar de blonde jongedame die huilend in mijn armen viel en mij weer bedankte.

Nee hier hoort geen dank je wel te zijn, hier horen mensen elkaar te helpen, die vrouw was in nood, zij had vreselijke pijnen. En ik heb later nog veel met haar zuster gebeld, het nummer stond in mijn mobiel, het laatste bericht dat ik hoorde was dat haar been en voet bespaard gebleven waren, maar omdat ze zoveel straatvuil op had gevangen kwamen er steeds ontstekingen, dus weer naar de operatiekamer. Ze gaat in ieder geval revalideren in Zwolle..

En ik ga haar zeker opzoeken, zodat ze weet welke gekke doos haar wakker hield, want ze wilde maar slapen, ze wilde haar ogen maar sluiten. Nou niet zolang Leen rondloopt en gelooft in het leven zelf, dat zomaar ineens je dag kan veranderen in een hel. Zij heeft diverse operaties ondergaan, en ze leeft nog. Het was haar tijd nog niet. Zij was nog zo fit en fier midden in het leven te genieten van haar kinderen en kleinkinderen, zo’n oma laat je niet los. Mij niet althans.
Toen ik later in de auto terug naar het chalet alles van mij af tokkelde naar Claudy voelde ik pas mijn tranen voor die lieve dame.

Ik weet één ding. Als mensen bij zoveel leed gewoon foto’s nemen met hun mobieltje, wat voor verhaal vertel je er dan bij? Dat jij getuige was van een drama?
Dan ben je in mijn ogen een groot stuk vuil dat verdiend dat je zit te bellen, als de bliksem in je oor slaat. Ik was en ben nog woest toen ik het hoorde van omstanders, die niet dichterbij durfde te komen.
Maar als ik naar Slagharen een bakkie ga doen bij de blonde jonge dame ( had ik beloofd) weet ik zeker dat dit kruispunt voor mij een kruispunt in mijn leven was.

Leven en dood, een seconde, wát één tel, het ligt zo naast elkaar.


klapdoos

Gewoon een Amsterdamse vrouw die met een vrouw getrouwd is, ziek is, zodanig dat de neerwaartse spiraal steeds verder zakt. maar een kniesoor die daarop let. Ik lach graag, heb genoeg traantjes gelaten om mijn ziekte en nu is het tijd om via mijn nieuwe boek eens door te gaan met uit het leven te halen wat er te halen valt, zeker in een crisistijd is het de kunst om toch vrolijk te blijven. Mijn motto is dan ook: Een dag niet gelachen is zeker een dag niet geleefd.

6 reacties

arta · 13 augustus 2007 op 08:03

[quote] wij hadden geen benen meer over van het op en neer hurken [/quote]
Deze woordspeling, daar moest ik even om lachen, omdart je dat er waarschijnlijk onbedoeld zo hebt neergezet!
Wat een dag, en wat fijn dat juist jij in de buurt was!

SIMBA · 13 augustus 2007 op 08:26

Dokter Klapdoos 😀
Die tranen achteraf, dát heb ik nou ook altijd. Tijdens de calamiteit ben ik de nuchtere, handelende Sim…maar als alles achter de rug is…pffffff!
Maar goed, we doen in elk geval iets!

klapdoos · 13 augustus 2007 op 08:58

Arta, dat was eigenlijk een beetje cynische bedoelt, want met zoveel mensen om je heen, en ze staat er met 2 man maar voor is het van de schunnige dat niemand anders van de volwassenen ( zelfs de meeste kerels) die niet eens de moeite namen om te “vragen ” of wij hulp nodig hadden. Nee, die kloteklappers namen liever foo’s met hun moble..Wordt er nog knalkwaad over als ik daar aan terug denk. Maar inderdaad in deze context komt het wel een beetje komisch over, maar zo is het zeker niet bedoelt hoor…
groet van leny

lagarto · 13 augustus 2007 op 09:33

Prachtig Klappie. Misschien was ik wel zo’n lul die zich verschuilt achter zijn camera. Als er toch al twee super-wijven bezig zijn die wel weten wat ze moeten doen!
Groeten Lagarto

pally · 13 augustus 2007 op 09:48

Jouw vakantieleed is geen grappig stukje, wat ik bij de titel verwachtte, maar een column over maatschappelijke opvoeding.
Ik vind het geweldig hoe je hebt gereageerd en gehandeld. Als ik ooit een ongeluk krijg, hoop ik dat er een ‘Leen’ in de buurt is! :wave:

groet van Pally

schoevers · 13 augustus 2007 op 10:38

Wat een schokkend verhaal en hulde voor jouw optreden. En dat van die bliksem: Laten we allemaal een verzoek naar ‘hierboven’sms-en.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder