Het is afnemende maan. Een beetje jaloers werp ik een blik naar buiten. Kijk haar daar eens stralen, hoog in de strakzwarte hemel, vergezeld door tientallen glimmende sterrenvriendinnetjes. Vrijheid ten top. Hoewel, op sommige dagen wordt vrouwke Maan verdrongen door haar grotere broer Aarde om zodoende een aantal dagen in stilte en schaduw door te brengen. Een soort natuurlijke retraite. Lichtelijk ontnuchterd sluit ik de jaloezieën, ontsteek wat kaarsjes en verlies mezelf in de rest van de televisie-avond.
Wanneer ik enkele uren later het raam en het rolgordijn wil sluiten in mijn slaapkamer, valt het me op. Er piept een smal reepje wit over mijn bed. Nieuwsgierig geworden kijk ik in de richting van waaruit het komt. Het licht wordt weerkaatst vanuit mijn slaapkamerraam, dat uitkijkt op de steeg tussen het huis van de buren en ons eigen huis. Verbaasd zie ik hoe het licht van de maan vanuit een bijna onmogelijke hoek is binnengedrongen. Ze lijkt te glimlachen in mijn gezicht.
In de zomer komt haar vriendinnetje Zon vaak even buurten. Meestal al vroeg hoor, zo om een uur of vijf. Zo’n gouden belofte wordt in de loop van de dag beloond met een prachtige warme zomerdag. Maar nu is het november, van zomer is geen sprake meer.
Langzaam verdwijnt het streepje maanlicht langs de muur omhoog en kruipt terug in de richting van het raam. Alleen omdat ik het weet, lijk ik het licht nog te kunnen waarnemen. Wanneer ik door het raam naar buiten kijk, vang ik een klein stukje maan op, tussen de bomen. Onder de indruk van deze gratis natuurvoorstelling blijf ik even zitten en geniet. Omdat het maar zo zelden voorkomt, hier in Amsterdam.
Hoewel ik van mijn stad hou, worden dit soort sterrenavonden vaak verpest door teveel namaaklicht in de vorm van schreeuwerige neonreclames, verkeerslichten en straatlantaarns. Hoewel ik niet graag in het donker zou lopen, dat dan weer niet. Maar de verlichtingsmaffia rukt op, zelfs de ringweg lijkt wel een alternatieve kerstlichtjestoer geworden. Er zijn maar weinig avonden, waarop ik kan genieten van een sterrenhemel.
Ooit zag ik honderden, misschien wel duizenden sterren, gevangen in een gitzwarte hemel boven de contreien van een stil dorp, ergens in het Zuiden van het land. De intermenselijke relatie met de mensen die daar, op dat plekje wonen, heb ik een aantal jaren geleden verbroken. Een van de gevolgen van die beslissing is, dat die sterrenavonden niet meer in mijn leven voorkomen.
Vanavond is de helderheid in de hemel uitzonderlijk te noemen. Ik loop onze tuin in, scherm mijn handen voor onze tuinverlichting, in de hoop het felle licht te kunnen filteren. Achterin de tuin, onder aan de moerascipres bij de sloot, is het goed toeven. Van daaruit tel ik tientallen sterren. Als cadeautje worden ze gespiegeld in het water.
Een sinterklaasgevoel bespringt me. Zo’n gevoel waarin alles kan, alles mogelijk is en ik vleugels op mijn rug voel groeien. Een gevoel dat alles open ligt, met een veelkleurig palet aan keuzes.
Niet alles is definitief beslist, of vastgelegd. Alles is nog mogelijk.
7 reacties
arta · 27 november 2010 op 11:43
Heel mooi, Wikkie!! Je had hem ‘helderziend’ kunnen noemen!!
pally · 27 november 2010 op 13:56
Mooi geschreven overpeinzing vlak rond je huis en jezelf, Ont!
groet van Pally
LouisP · 28 november 2010 op 10:03
Ontwikkeling,
mooi beschreven, mooie lichtinval en een écht goeie uitsmijter…
louis
Harrie · 29 november 2010 op 10:16
Licht, sterretjes en elektriek daar gaat het allemaal om.
Ontwikkeling · 29 november 2010 op 11:24
Louike bedankt!
(en de rest ook, overigens) 😉
Avalanche · 29 november 2010 op 12:28
Lichtvervuiling; zelfs hier, ver van de Randstad, hebben we er last van. Schitterend verlicht stukje, dit!
Mien · 29 november 2010 op 19:54
About the moon and stars … werkt altijd.
Bijzonder verwoord.
Mien (heeft ook wel eens last van lunatik)