“Wil je een boekje of een banaan?” Je kan er niet vroeg genoeg mee beginnen. De grote blauwe ogen van de kleine dreumes staren me aan. Hij lacht en grijpt wat lucht met de beide handjes. “Nee, een boekje, of een banaan?” Ik spreek elk woord langzaam en goed gearticuleerd uit, terwijl ik de twee favoriete opties voorhoud. Het kleine mormel begrijpt het nog niet en begint op een rammelaar te sabbelen. Nou ja, dat is ook een keus. Diezelfde middag sta ik voor een drie havo klas. Ik geef ze voorlichting over verschillende opleidingen, want binnenkort moeten zij hun profielkeuze maken. Dit is belangrijk en bijzonder. Dit is het eerste ingrijpende keuzemoment in hun leven, dat een langere tijd invloed heeft op hun toekomst. Daarom zitten twee jongens achterstevoren, een meisje wroet lustig in haar neus en de gothic achterin staart naar het grotere goed buiten.

Maar wat moet je nou kiezen, als je 15 jaar bent en je hele toekomst er vanaf kan hangen? Gelukkig hangt een aantal pubers gretig aan mijn lippen en kan ik zelfs de ongeïnteresseerden bij de groep betrekken. Vol overgave overval ik hen met mijn overlevingsverhalen in de jungle van het studentenleven. Als een ervaren gids loods ik hen rustig langs de route van huis naar school, om aan te geven hoeveel zij te maken hebben met mijn vakgebied communicatie. En langzaam begint de mist iets op te trekken en zijn de bomen in het bos een beetje zichtbaarder. Ze zijn ook zo heerlijk makkelijk om de vingers te winden.

Het is me ook wel bijzonder makkelijk gemaakt. De crèche, peuterspeelzaal en de basisschool hebben hun ouders al voor ze uitgezocht. Ze hebben een Cito-toets afgelegd en de docent vertelde hen welk niveau ze moesten doen. De middelbare school uitzoeken kan nog enigszins in de stad, maar in deze landelijke omgeving is dat een uitgemaakte zaak. En al die tijd vertelt de docent en de leerling neemt het voor waar aan. Gezag is hetgeen dat telt tot je vijftiende, daarna komt het grotere eigenbelang pas. En dan moet er een profielkeuze gemaakt worden, terwijl de guppies hun weg nog niet zonder kaart kunnen vinden tussen alle mooie promotiepraatjes.

Gelukkig zijn er nog meer inspiratiemomenten voor een opleiding. In het begin van het schooljaar zijn alle grote studiebeurzen. De kwaliteit van de voorlichters varieert van “kan jij morgen?” tot een serieuze screening en training. InHolland probeert de visjes te vangen met sexy glamoureuze magazines. De chemische opleidingen hengelen met handige telefoonladers, voor de laatste vijf minuten als je accu leeg is. En wie een beurs bezoekt, hoeft de komende twee jaar geen pen meer te kopen.

Als ik een zoekende en zwaar verdwaalde scholier vraag wat hij leuk vindt, kijkt hij zijn moeder aan. Ze knikt hem bemoedigend toe. Hij kijkt naar de vloer. Zijn gymschoenen met zwarte vegen staren me vragend aan. Uiteindelijk hoor ik een vaag gemompel dat klinkt als “iets met economie.” Aan de bellende man en de reactie van de vluchtig bewegende veters op hem, zie ik waar zijn inspiratiebron voor die keuze ligt. Vriendelijk verwijs ik hem door naar een collega die er meer over kan vertellen.

Ondanks alle voorlichtingen weten nog veel aanstaande studenten niet wat ze willen. Rechten en psychologie hebben daar hun handen vol aan. Bij hulpverlenende opleidingen stroomt het vol probleemkinderen die met zichzelf in de knoop zitten en de hoop op zelfgenezing door kennis nog niet hebben verloren. Over kwakzalverij gesproken.

Alsof het nog niet moeilijk genoeg is, zijn de eerste eindexamens in januari al afgelegd. De slimste kinderen die er nu al aan toe zijn, hebben zelfs hun diploma al binnen, zodat zij al snel door kunnen gaan met de februari-instroom van hun favoriete opleiding. Beetje jammer dat de hogescholen er nog niet allemaal klaar voor zijn. Hoewel de leerling bij sommige opleidingen inderdaad bij nul begint, is de februari-instroom bij andere opleidingen een prachtig marketinginstrument. Daar begint de student namelijk wel in februari, maar moet de eerste helft van het jaar alsnog in september ingehaald worden. Zo blijft de leergierige leerling steeds een halfjaar achterlopen in steeds een nieuwe klas. Maar dat geeft niet, want het collegegeld is binnen!

De slimme snelle scholier begint daarom pas in september. Acht maanden vakantie. Het perfecte moment om te reizen, een halfjaar highschool te doen of vrijwilligerswerk in een Ver Buitenland. In de praktijk werkt een bijbaantje, veel lol en vrije tijd ook prima. Beetje jammer dat het daardoor weer moeilijker wordt om een studie op te pakken en de discipline weer te vinden.

Maar laat de overheid vooral experimenteren met onze toekomst. Creatief omgaan met lerarentekorten, zorgen dat de kwaliteit van het middelbaar onderwijs beter aansluit op de vervolgopleidingen zonder er moeite in te steken en veel zoete koek aan de bevolking voeren, dan slikken we het wel. Dan hoeven we ook niet meer zoveel moeite doen om te kiezen. De pubers van nu hebben de structuur van het kiezen pas door zodra ze zelf student zijn. Maar protesteren doen studenten toch niet.


12 reacties

Dees · 17 februari 2008 op 11:07

Het is ook veel te vroeg om te kiezen, 15! Erg leuk stukje trouwens, je schrijft zo lekker, betrokken, informatief. Alleen sleep je ineens de overheid erbij in je laatste alinea, terwijl de rest meer gaat over de moeilijkheden van het kiezen, na een periode van weinig keuze. Je had zelf misschien ook het een, dan wel het andere moeten kiezen.

Anne · 17 februari 2008 op 11:48

Heel goed geschreven, met veel vaart, en erg boeiend onderwerp! Akelig inderdaad, dat vroeg kiezen. Zelf heb ik maar doorgebuffeld op middelbare school; mavodiploma, geen idee, dan maar naar de havo, nog geen idee, dan maar atheneum, nog geen idee, was inmiddels twintig toen ik eraf kwam en maakte vervolgens twee keuzes achter mekaar voordat ik eindelijk durfde te kiezen voor wat ik echt wilde doen. Als ik dat niet had gedurfd was ik waarschijnlijk in de fuik van andermans verwachtingen gezwommen, en had een studie afgemaakt waar mijn hart niet lag. Zo zullen er velen zijn. Maar het is een probleem van overal schat ik. Echte interesse is een zeldzaam goed in een wereld van overvloed en gemakkelijkheid, om over passie nog maar te zwijgen…

Mosje · 17 februari 2008 op 12:00

Prima stukje, waarvan we er hier eigenlijk te weinig lezen. Informatief, een beetje zakelijk zelfs, haast essay-achtig, maar toch ook persoonlijk.
Helemaal goed, hoewel ik me afvraag hoe je drie havo klas moet schrijven.
drie havo klas
3-havoklas
driehavoklas
driehavo-klas
3-havo-klas
Verdomd, ik kan niet kiezen
😉

pally · 17 februari 2008 op 14:14

Goed geschreven stuk , prima opgebouwd. Ook de inhoud spreekt me(als oud-docent)aan. Alleen had ik een beetje moeite met het schuivende perspectief. Eerst vanuit jezelf over de leerlingen en later aan het eind opeens over ‘onze’ toekomst,

maar :wave:

groet van Pally

Grumpy-old · 17 februari 2008 op 14:53

Prettig stuk. Perfect geschreven . Boeiend onderwerp . Kortom goed.

Greetz
Grumpy

Neuskleuter · 18 februari 2008 op 00:40

Bedankt voor de reacties! Ik kan me er in vinden. Ik zat zelf ook al te klooien met het einde, maar wilde het toen toch even kwijt. Achteraf gezien had ik het beter bij de rest aan kunnen laten sluiten.

Ik weet eigenlijk ook niet goed wat ik nou aanmoet met het schrijven van een drie havo klas. 3HA, 3HB, dat is nog eens makkelijk 😉 Maar 3havo vind ik weer wat klungelig in een tekst.

Wel prettig in ieder geval dat het herkenbaar is! De frustratie kwam er ook makkelijk uit bij het schrijven!

SIMBA · 18 februari 2008 op 08:24

HAVO-drie klas?
Of gewoon: HAVO-drie?

arta · 18 februari 2008 op 09:10

Derde klas HAVO klinkt wel lekker in een tekst 😀
Lekker geschreven, NK!

Mosje · 18 februari 2008 op 10:03

Het is “3-havoklas”.
Havo moet klein geschreven, en hoewel sommige geleerden beweren dat in een samenstelling met een onderwijsvorm erin een tussenstreepje hoort, laat Van Dale die weg. Havoklas dus. Als je er een 3 aan wilt toevoegen, dan hoort er een tussenstreepje bij. 3-havoklas.
Tja, en nu zullen sommigen hier wel beweren dat je getallen tot twintig voluit schrijft, maar ja…..
Dat geldt voor aantallen, en niet zo zeer voor cijfers en nummers.
Dus toen ik een 7 voor wiskunde kreeg, liep ik niet in zeven sloten tegelijk.
Ook bij tijd- en leeftijdaanduiding kun je een cijfer gebruiken: Het was 7 uur toen de 13-jarige naar bed ging. Zij had er een wandeling van zeven uur opzitten.

Groet,
Mosje (die deze dingen niet op de havo heeft geleerd)

Neuskleuter · 18 februari 2008 op 18:52

Haha, ik was zo te zien niet de enige die ermee zat! Bedankt Mosje en bedankt meneer Van Dale!

Siebe · 18 februari 2008 op 22:02

(Leerzaam rondje Mosje en nee: ik ga niet over getallen beginnen…)

Nadeel van later reageren is dat je meestal niet erg veel meer toe te voegen hebt. Met Dees eens kortom. Had misschien ook iets korter gemogen maar dat zal een kwestie van smaak zijn. Valt je niet ‘aan te rekenen’ en hoef je je dus ook in het geheel niets van aan te trekken. Wel is het over het algemeen zo dat teksten op beeldscherm sneller als ’te lang’ ervaren worden dan teksten op papier. Gewoon, voor in je achterhoofd. En het mijne trouwens.

Gr.
S

DriekOplopers · 19 februari 2008 op 11:22

Ben benieuwd hoeveel kinderen hun hele leven last hebben van een foute keuze op 15-jarige leeftijd…

Een goed opgeschreven betoog, Neus!

Veel groeten,

Driek

Geef een reactie

Avatar plaatshouder