“Pap, gaan we langs het water?”
Dit is een veel gehoorde kreet vanaf de achterbank van de auto als we weer eens naar mijn moeder gaan in Empel. Het dorp waar ik geboren en getogen ben is nu onderdeel van Den Bosch Noord. Dankzij dit dorp is de hoofdstad van Noord-Brabant nu ‘stad aan de Maas’. De gretige klauwen van de stad begonnen zo rond 1970 om zich heen te grijpen. Vele dorpen in de omgeving werden zo, vrijwillig of niet, ingelijfd bij het Hart van Brabant. Jarenlang hield Den Bosch de identiteit van de dorpen redelijk in stand. Maar toch op een stiekeme manier stormde de behuizing dichterbij, wijk voor wijk. En nu is Empel aan de beurt.
Ongeveer 2000 huizen moeten verschijnen in de polder achter het dorp. Tussen het dorp en de Maasdijk dus.
Even voor de duidelijkheid: Empel is van origine een dijkdorp. Na de verwoesting in de Tweede Wereldoorlog werd er in de polder een nieuw dorp gebouwd. Aan de dijk resteren nog enkele huizen, Oud Empel genaamd. Vroeger was het dorp klein en de grote stad ver weg.
Ik had een liefde voor de dijk, de uiterwaarden en de Maas. Op mijn fiets trok ik er op uit, en beleefde daar vele avonturen. Vanaf de dijk keek je over de polderlanderijen heen naar het dorp en naar de andere kant over de uiterwaarden met zijn wielen en de Maas. Ik heb het niet veel meegemaakt, maar soms overstroomde de rivier de zomerdijk om je daarna te ontmoeten aan de winterdijk. De knotwilgen stonden dan met hun voeten in het water, terwijl de wielen vers water kregen, en de vissen de mogelijkheid hadden om de vrijheid tegemoet te zwemmen. Maar meestal kabbelt het water in de Maas rustig naar de zee om daar verder te gaan naar onbekende bestemmingen.
Tegenwoordig vetrekken we vanuit Alphen naar Empel. Via Utrecht en dan de A2 naar het zuiden. Om het “water” tegen te komen neem je daarna de afslag Hedel. Volg de provinciale weg en steek de Maas over bij de Hedelse Brug. En dan de rotonde voor driekwart nemen, langs café Treurenburg, links aan houden, spoorbrug onderdoor en je rijdt de Maasdijk op. Of zoals mijn kinderen zeggen, “langs het water”.
Wanneer ik door het smalle spoortunneltje ben valt mijn blik direct op de uitgestrekte uiterwaarden, de knotwilgen en in de verte de Maas. Aan de andere kant van de dijk verdringen de huizen zich voor een mooi plekje. De meeste zijn in de hoogte gebouwd en verheffen zich boven de dijk uit alsof ze niets van het uitzicht willen missen. Huizen zover je ogen kunnen zien. Heel toepasselijk heet deze Bossche wijk, ‘Maaspoort’. Vroeger was dit weiland gesierd met roodbonte koeien en een enkele boerderij. Nu wonen en werken er duizenden mensen op de vruchtbare grond.
Maar de uiterwaarden zijn nog zoals ze zijn. De eeuwenoude knotwilgen, de slootjes waar in de winter snel ijs lag, de wielen gevuld met oud Maaswater, de oude Maas afgesneden door een dijk van de echte Maas. Eigelijk alles is nog zoals ik mij herinner. Of toch niet?
Al rijdend valt mijn oog op paars gele bordjes, welke her en der op palen en hekken gespijkerd zijn. Ik ken die bordjes met die kleuren. Mijn oude speelterrein wordt tegenwoordig beschermd door Natuurmonumenten. Bijna te gek voor woorden, maar aan de andere kant wel goed. Het is de enige manier om de vreselijke expansiedrift van steden in de hand te houden. Aan natuurgebieden kunnen de huizenbouwers gelukkig niet komen. Want als het aan Den Bosch zou liggen zouden ze doorbouwen tot aan de watergrens. Dan kun je pas echt zeggen: “Ik woon aan het water”. De oude knotwilgen zouden dan omgehakt worden en met al hun herinneringen verdwijnen in de open haard.
Binnenkort ga ik weer naar mijn moeder, en inderdaad “langs het water”.

Categorieën: Verhalen

5 reacties

Ma3anne · 19 november 2004 op 08:58

Hier in het rivierengebied (ik woon omringd door IJssel, Rijn en Waal) rukt de ‘beschaving’ ook steeds meer op, maar gelukkig zijn er nog honderden mooie plassen, wielen en oude Rijnstrangen. De uiterwaarden veranderen langzamerhand in schitterende wilde nieuwe natuur. Ik heb zelf mogen meewerken aan het nieuwe natuurbeleid langs de rivieren hier, door lesmaterialen te ontwikkelen voor het Wereld Natuur Fonds. De natuur is juist geopend voor iedereen (MIllingerwaard bij Nijmegen of Meinerswijk bij Arnhem bijvoorbeeld). En dan heb ik het nog niet over de schitterende Veluwe of de fabelachtig mooie plekjes in de Achterhoek.

Als ik niet zo kon opgaan in de natuur hier in de omgeving en niet bij zou kunnen tanken op zijn tijd in de heuvels en bossen en aan het water hier in de buurt, dan hadden ze me al op kunnen bergen, ben ik bang. Ik snap dan ook absoluut niet, dat mensen in de Randstad kunnen (over)leven.

Ik voel helemaal met je mee, zoals je met weemoed het rivierenlandschap beschrijft.
Erg mooi beschreven.

Raindog · 19 november 2004 op 11:38

Erg mooi verhaal Fred. Van vandaag, naar gisteren, eerder en weer terug. Uit je verhaal spreekt heel duidelijk wat dat met je doet en wat ik nog het alleraardigste vind is dit: kennelijk draag je dat over op je kinderen, hetzij bewust of onbewust maar het gebeurt. Het is een aardige gedachte om even vooruit te lopen hoe zij dit gebied later zullen bezoeken met hun kinderen. Ik geloof namelijk wel dat dit soort dingen juist op dit soort manieren overgedragen worden.

pepe · 19 november 2004 op 19:15

Met genoegen gelezen, heerlijk dat zwerven langs binnendoorweggetjes. Veel leuker dan de snelle snelwegen, die tegenwoordig ook niet meer zo snel zijn.

Ik ben meer bekend bij een andere Maasdijk, ook erg mooi en leuk.

Li · 19 november 2004 op 21:10

😉

Mup · 19 november 2004 op 21:43

[quote]‘Maaspoort’.[/quote]

Ja, met die akelige kubuswoningen, gatver. Warm beschreven,

Houdoe, Mup.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder