Zijn voetstappen komen steeds dichterbij. Hij holt. Omkijken durft ze niet. Ze trapt de pedalen van haar fiets rond alsof haar leven er van afhangt. En als haar leven er nu eens van afhangt? Haar hart bonkt tegen haar ribben. Ze voelt kille klamme zweetdruppels op haar voorhoofd. Had ze maar een andere weg genomen. Was ze maar niet langs hem gefietst. Intuïtief voelde ze dat het niet pluis was. Zijn zware hijgende ademhaling lijkt haar in te halen. Opeens voelt ze een ruk aan haar bagagedrager. Hij heeft haar te pakken. Ze valt. Zijn lichaam is zwaar en overal zijn handen. Op haar rug, rond haar armen, op haar borsten en tussen haar benen. Ze gilt zoals ze nog nooit heeft gegild. Ze vecht. Ze bijt. Ondertussen zoeken haar ogen naar hulp. Auto’s flitsen voorbij. Een bestuurster remt af, kijkt en geeft weer gas. Weg is ze. Daar komen twee meisjes aangefietst. Haar verzet verzwakt. De nachtmerrie is voorbij. Godzijdank, eindelijk komen ze haar helpen.

Maar de meisjes stoten elkaar aan en slaan verschrikt de hoek om. Verder lijkt het fietspad verlaten. ‘Help me dan’ maar haar schreeuw wordt gesmoord door het voorbijrazende verkeer. Ze worstelt verder. Haar belager lijkt onder de indruk van haar vechtlust, laat haar los en verdwijnt in het niets. Er is niemand die hem tegenhoudt. Ze raapt zichzelf en haar fiets op en slingert dwars over de weg naar de overkant. Weg van het park. Weg van het gras. Nu zien ze haar wel. Er wordt geclaxonneerd. Iemand tikt op zijn voorhoofd. Op het trottoir zakt ze op de ijskoude tegels. Bevend zoekt ze in haar broekzak naar haar mobieltje. Die heeft hij gelukkig niet gepikt. Met trillende vingers drukt ze de toetsen in. Als ze de stem van haar moeder hoort, snikt ze in onsamenhangende zinnen wat haar is overkomen. Vijf minuten later zijn haar ouders er al. Ze hebben alle snelheidsgeboden overtreden om haar te halen. Al die tijd is er niemand geweest die zich om haar bekommerde.

Vanaf die dag zal haar leven nooit meer hetzelfde zijn. Haar belager heeft niet alleen haar onbezorgdheid afgenomen maar ook haar vertrouwen in de mensheid. Door haar vechtlust, moed en gegil, heeft ze misschien wel een stille tocht voorkomen. Die blauwe plekken en krabbels genezen wel weer, maar dat niemand reageerde op haar hulpgeroep blijft een lelijk litteken. Iedereen keek de andere kant uit toen haar dit overkwam op een drukke zaterdagochtend. En dat vindt ze eigenlijk het aller allerergste.

Categorieën: VC-Li

Li

Liever gek dan 'grijs'. (O)mama Li doet maar wat. Schrijft voor een scholengroep, een ouderenblad en voor schrijfgroep Undercover. Is na 10 jaar weggereorganiseerd bij het Alphens Nieuwsblad. Werkte 30 uur per week als bovenschoolse coördinator TSO bij SCOPE Scholengroep. Sindskort gepensioneerd.

16 reacties

SIMBA · 1 december 2006 op 08:16

Wat een column! De nachtmerrie van elke vrouw.

Estrella · 1 december 2006 op 10:46

Brrr Li, wat ongelofelijk realistisch beschreven…
Het had waarschijnlijk pas in het nieuws gekomen als ze zichzelf niet had weten te bevrijden ja, de zoveelste stille tocht inderdaad.
Doen alsof je niets ziet, je kunt je het je bijna niet voorstellen maar je wéét dat het gebeurt.

KingArthur · 1 december 2006 op 11:43

Inderdaad levensecht geschreven, ik zag het zo gebeuren. En ja ik geloof ook nog dat het gros van passanten werkelijk doorgaat om er vooral maar niets mee te maken te hebben.

Angst lijkt steeds vaker de drijfveer van deze maatschappij. Laten we dat eens met zijn allen stoppen!

pally · 1 december 2006 op 12:07

Li, je laat hier geweldig goed voelen, hoe eenzaam je in de massa kunt zijn!

Ooit maakte ik daar een haiku over:

samen alleen is
meestal veel allener dan
alleen alleen is

Groet , Pally

Dees · 1 december 2006 op 13:00

Gek genoeg heb ik moeite met het levensechte van de beschrijving, daar heb ik wel vaker last van als iets zo expliciet, recht toe recht aan afschuwelijk loopt te zijn.

Ws heeft dit een echte grond in je omgeving. Hoe dan ook, je hebt het goed beschreven en ik hoop dat het meisje er weer een beetje bovenop komt / gekomen is.

arta · 1 december 2006 op 13:37

Hele mooie column!
Als ik dit soort dingen lees, krijg ik het koud. Het lijkt zo ver weg, maar binnen een paar seconden kan het heel dichtbij zijn. De dader gaat rustig verder met zijn leven, het slachtoffer zal er minimaal maanden over doen, om weer een beetje vertrouwen in mensen en zichzelf te krijgen!

Prlwytskovsky · 1 december 2006 op 19:28

Dit is toch Godgeklaagt Li, dat mensen liever de andere kant opkijken dan een handje toe te steken. Maar wel de spijker op z’n kop.

Bitchy · 2 december 2006 op 06:29

Nachtmerrie van ieder meisje/vrouw. Enorm goed geschreven.
Je vraagt in de titel wat zou jij doen. Door mijn ervaring van verleden week weet ik dat je niet reageert zoals je hoopt te reageren maar ga er vanuit dat de verbijstering niet lang genoeg aan houdt om zijn ballen onder zijn kont vandaan te schoppen.

Eddy Kielema · 2 december 2006 op 10:31

Een bijzonder akelige column, maar daarom juist zo bijzonder goed geschreven.

pepe · 2 december 2006 op 22:37

Pfff zwetend heb ik dit gelezen.
Het is verschrikkelijk zoiets, Li, jij beschrijft het weer prachtig en met veel gevoel.

Trukie · 3 december 2006 op 00:47

Rillend indringend.
Jammergenoeg is er steeds meer stof voor columns over dit onderwerp.

Kees Schilder · 3 december 2006 op 10:25

Indringende column.Erg goed geschreven

klapdoos · 3 december 2006 op 13:43

Indringend geschreven, maar helaas kijken mensen toch liever de andere kant op. Ik kom uit een generatie die heeft geleerd, knal er maar gelijk op los, want klappen krijg je dan toch wel terug. Met andere woorden, je MOET gewoon helpen, en niet als een laffe tomat daar weg van lopen, dan loop je weg voor de angst van jezelf en een ander, en dan wel meelopen met een (weer) stille tocht…..Ik ga voor nummer een, afstappen en de dame helepn, met alletwee die knakker zijn ballen achter in zijn strot duwen, kan ie lekker uit zijn nek lullen voortaan…
groetjes van leny

DriekOplopers · 3 december 2006 op 13:45

Verbijsterend! Ik snap mensen wel die niet dapper willen doen of de held uithangen. Maar even 112 bellen, dat moet toch te doen zijn…

Kippenvel…

Bah.

Driek

KawaSutra · 3 december 2006 op 14:33

Ik denk dat we in ons zelf een veel romantischer beeld van de mens en de wereld geschapen hebben dan het in werkelijkheid is. En regelmatig wordt die ballon met een knal doorgeprikt. Iedereen, of bijna iedereen, is veel te veel met zichzelf bezig. Alleen is er niemand die dat toe wil geven.

Mup · 6 december 2006 op 15:25

Het gebeurd idd echt, en hoe meer mensen wat zouden kunnen doen, hoe meer ze af gaan staan wachten tot iemand anders ingrijpt, zo steken de mensen in elkaar, brrr

Groet Mup.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder