Zwijgend houd ik haar hand vast. Ik kan enkel naar haar kijken. Ze slaapt. Al dagen. Van de vrouw die ze ooit was, is weinig meer over. Haar gezicht is ingevallen en om de pols die zij gebroken heeft zit een wit verband. Haar armen en gezicht vertonen blauw met paarse plekken van de val die ze ruim een week geleden maakte. Haar ademhaling is zwaar. Ze ligt in haar eigen bed op haar eigen kamertje. Vanaf de vensterbank kijken zilver omlijste familieleden de kamer in. Af en toe voel ik hoe ze zachtjes in mijn hand knijpt. Al dagen is ze niet aanspreekbaar. Ik huil veel als ik naast haar zit en haal herinneringen op. Met mezelf. En misschien ook een beetje met haar.

Voor de langdurige ziekteperiode die ze doormaakte was ze fit. Zij was er een uit duizenden, misschien wel tienduizenden. Behulpzaam, betrokken, liefhebbend. Een stevige vrouw met haar grijze haren keurig in de krul. Zorgvuldig uitgekozen kleding. Altijd netjes en verzorgd. De bezoeken aan haar waren feestelijk. Haar voorraadkast puilde uit met diverse lekkernijen. Wij mochten niets tekort komen.

Ze was een slimme vrouw, ik leerde veel van haar. Lezen, schrijven. Links en rechts. Goed en fout. Eén plus één. Ze was dol op haar familie. Vaak vroeg ze mij of ik al een vriendje had. Leeftijd speelde voor die vraag geen rol. We konden samen lachen en hadden plannen voor een reis naar Amerika. Ze gaf mij advies als ik daarom vroeg, en stelde mij gerust als ik angstig was.

Ruim tien jaar later zit ik aan haar sterfbed. Ze is verward en kan de beestjes niet meer bij de naam noemen. Lange tijd ging het redelijk, met goede en slechte momenten. Van de goede genoot ze, de slechte kwam ze altijd te boven. Nu is het enkel een kwestie van tijd. De wekker op haar nachtkastje tikt richting het hele uur. Hij kan ieder moment afgaan.

Ze wordt onrustig en begint te woelen. Ze is angstig, bang voor de dood. Ik ook, maar ik zal haar niets laten merken. Ik geef haar de steun die ze zo verdient. Ze knijpt stevig in mijn hand alsof ze niet wil dat ik de hare loslaat. Ik aai over haar wang en praat tegen haar. Ze hoeft niet bang te zijn. Langzaam wordt ze rustiger, haar hand ontspant. Zestien jaar ben ik als de rollen zijn omgedraaid. Op mijn beurt stel ik haar gerust. Zoals zij tien jaar geleden bij mij deed.

Categorieën: Liefde

17 reacties

Mien · 31 maart 2009 op 07:11

Met oog voor detail en ingetogen schrijfstijl geef je een warm afscheid integer en liefdevol weer.

Mooie column.

Mien

SIMBA · 31 maart 2009 op 07:58

Prachtig!

LouisP · 31 maart 2009 op 10:25

D.
De eerste zinnen, de details, zeggen mij dat het echt gebeurd is. Iets verder zitten er een paar minder mooie zinnen in. ‘Eigen bed, eigen kamer.’
‘Ik geef haar de steun die ze zo verdient.’ ‘Lange tijd ging het redelijk, met goede en slechte momenten.”Ik aai over haar wang en praat tegen haar.’
Het vernoemen van aantal jaren en leeftijden maakt dat je gaat uitzoeken hoe en wie maar zonder echte spanning.
De laatste zin doet wel weer veel goed, of niet.
Doe, je andere stukken vallen op door mooie gevleugelde originele zinnen en die mis ik nu.
Wellicht omdat dit stuk meer drama beschrijft.

groet,

Louis

doemaar88 · 31 maart 2009 op 10:30

@ Louis; Dit stuk gaat over mijn oma – eigenlijk overgrootmoeder. Om naast haar sterfbed te zitten heeft veel indruk op mij gemaakt, ik was zestien. Vier jaar geleden is ze overleden, en nu kan ik het verdriet dat ik had pas echt verwoorden. Voor mij ontbreekt er geen enkel woordje meer. Ik denk dat dit het verschil maakt. Bedankt voor je reactie 🙂

LouisP · 31 maart 2009 op 10:42

Doe,
de laatste weken zijn er best hele triestige en nare verhalen gepubliceerd. Over ziektes, overlijdens, ongelukken en meer. Daardoor wordt ik misschien wat harder en probeer al dat verdriet te verdringen en gewoon de tekst als tekst te zien. Mijn fout.
Ik vind het wel fijn dat jij je beter voelt en dat je jouw gevoel hebt kunnen verwoorden.

groet,
Louis

Nana · 31 maart 2009 op 10:45

Het is heel lief beschreven en ontroerend! Je voelt het meisjesachtige, maar dat past mooi. Sommige stukken moet je gewoon zo laten. Niets aan veranderen dus !

Mosje · 31 maart 2009 op 10:54

Elke keer weer een heel ander verhaaltje van jou. Leuk, je blijft niet bij één onderwerp steken.
De zinnen zijn “verhalend” naar mijn idee, en passen daarom wel mooi bij het onderwerp.

Garuda · 31 maart 2009 op 14:25

Heel mooi Doemaar!

De gevoelens en emtoies goed weergegeven, ze raakten mij…

Mien · 31 maart 2009 op 15:16

Ik vind een trio-column toch ook wel leuk! :hammer:

pally · 31 maart 2009 op 16:41

Een column die gevoelsmatig doet schrijven en dat is je goed gelukt, Doemaar. Sommige onderwerpen zijn zo dichtbij dat vorm ondergeschikt is aan inhoud. Helemaal in orde hier. :wave:

groet van pally

arta · 31 maart 2009 op 20:01

Mooi, aangrijpend…

Ma3anne · 31 maart 2009 op 21:58

Die tien jaar worden me niet duidelijk. Had je haar tien jaar niet meer gezien?
Zoiets ingrijpends als aan het bed zitten van een stervende is moeilijk onder woorden te brengen. Toch is het je gelukt, al bespeur ik iets afstandelijks in je woorden. Misschien omdat het al vier jaar geleden is?

KawaSutra · 1 april 2009 op 00:55

Heel mooi beschouwend beschreven. Er straalt rust van uit, berusting. Die angst voor de dood heeft me gegrepen. Heb je dat echt zo ervaren? Ik heb altijd gedacht dat er een moment komt dat de dood welkom is, als het echt niet meer gaat.
Mooi dat je haar hebt kunnen steunen, die laatste momenten.

anneda · 1 april 2009 op 02:31

Wauw, mooi geschreven!

lisa-marie · 1 april 2009 op 19:55

Zo teder en sterk tegelijkertijd vind ik dit geschreven.
Brok in mijn keel…

maurick · 2 april 2009 op 09:05

Ontroerend stukje, waarbij de uitsmijter echt het hoogtepunt qua ontroering is. Mooi eerbetoon…

Neuskleuter · 3 april 2009 op 19:19

Een wat latere reactie, maar het is heel mooi, lief geschreven. Het raakt zeker. En dat vind ik knap van je stukje. Mooi!

Geef een reactie

Avatar plaatshouder