Ault is een plaatsje net voor Le Trèport, aan de “Côte d’Opale.”
Een kleine wandeling brengt ons tot boven de huizen van het kleine stadje.
Met een woeste zee die er in een eeuwig durend ritme van eb en vloed aan Frankrijk peuzelt, en een door wolken en seizoenen beïnvloede lichtinval is het er mooi vertoeven. Hoog boven, van op de 100 meter hoge krijtrotsen kan men er de kustlijn, de nietige tegen de golven vechtende vissersbootjes, de wandelaar met hond en de plukkers van wilde mosselen gadeslaan. Vlug profiteren mensen er van om bij eb de zee van haar vruchten te beroven. Het terugtrekkende water, het te keer gaan van een en mopperende zee die met opspattend schuim tegen de op het strand achtergebleven rotsblokken beukt, op die manier haar ongenoegen uitend voor de gedwongen aftocht… Kortom, een schouwspel vol beweging en actie wordt er aan de attent observerende wandelaar gratis aangeboden.

De wind, steeds voelbaar op deze hoogte is de drager van uiteenlopende geluiden. Deels autoverkeer uit de verte maar voornamelijk joelende kinderen die op het kleine zandstrandje niet weten dat hun schrille stemmetjes zo ver kunnen dragen, mengen zich met het gekrijs van de meeuwen.
Deze grote en kleine beheersers van het luchtruim profiteren van de wind om zich schijnbaar zonder slag of stoot kilometers ver te laten meedragen naar hun doel. Hun doel?
“Kan een meeuw van uit een eigen denken beslissingen nemen” vraag ik me af, een bewijs dat al deze taferelen me in de ban houden, me meenemen in hun schoonheid.
Met stijgende bewondering zie ik hoe meeuwen, ook tegen de wind in, al even moeiteloos hun vliegkunst demonstreren. Ik probeer door intens observeren te ontdekken hoe ze het doen. Ik slaag er niet in tot een steekhoudende conclusie te komen. Eentje ziet me, haar gekrijs klinkt spottend in de zin van”gigigi…kint…nie…vliegn, gigigi…kint … nie…vliegn.”

Hier heeft Neil Diamond de muziek geschreven voor de film”Jonathan Livingston Seagull,” zoveel is zeker.

De verdedigingspunten uit wereldoorlog 2 die we van op ons bankje kunnen waarnemen zijn lelijke storende elementen langs een kustlijn die nu overwegend vrede uitstraalt. In gedachten zie ik enorme kanonnen met hun lange lopen wijzen naar de vijand, schepen die van uit Engeland geschiedenis willen schrijven,” De Langste Dag” in wording.

Een rood vrachtschip heeft de haven van Le Trèport verlaten om zich even later, al na enkele mijlen vast te ankeren, dit om tonnen afval uit een chemisch fabriekje weg te kieperen, hopelijk met voldoende controle en toelating van de overheid. Ik twijfel.
Een vliegtuigje rukt luid grommend aan de touwen van een veel te groot spandoek met reclametekst voor spullen die we nodig zouden hebben om heelhuids deze wereld aan te kunnen. Hoor ik nu ”consumeer!!!consumeer!!! consumeer!!!!”Nee, het is het vliegtuigmotortje maar.

De kinderen spelen nog in het zand maar de wandelaar met hond is ook met de verrekijker niet meer te bespeuren. De groene boei, deinend op het water geeft aan waarom. De zee heeft haar 47821 miljoenste aanval op Frankrijk ingezet, de rotsblokken op het strand verdwijnen één voor één in een grijs schuim, nu als teken van overwinning. Van uit een smaragdgroene strook diep water starten er met de regelmaat van een klok metershoge golven richting het door de zon al of niet belichte bruinrood of goudgele strand. En alweer…. en alweer….. en alweer, ik hoor en zie het ritme van de zee als een hartslag van moeder Aarde.

Tijd om terug te keren, weg van dit dromenplekje naar de bewoonde wereld, naar het stadsgewoel van Le Trèport, naar de geur van rubber en hete auto’s naar de sfeer van commerce, de trukendoos van handelaars die, desnoods met opdringerig aanklampen, willen verkopen,.
Terwijl we onze spullen in de rugzak stoppen horen we twee meeuwen met paniekerige kreten tegen elkaar te keer gaan.”Weeet…weeet….weeet…”en de andere “Eeeew… eeeew…”
Vrij vertaald;” de mens helpt de natuur om zeep ” en de andere” spijtig, spijtig.”

Spijtig.

Categorieën: Reisverhalen

Meralixe

Er is een smaak, gewoon, een manier van het door het leven gaan, die zo verschillend is van mens tot mens, dat we mogen besluiten dat het eigen gelijk niet bestaat en dat respect voor de andere mening belangrijker is...

6 reacties

LouisP · 3 juni 2011 op 11:09

Tweede alinea is erg mooi, Meralixe. De beschrijving van de marine is ronduit schilderachtig.

“.”Weeet…weeet….weeet…”en de andere “Eeeew… eeeew…”
Vrij vertaald;” de mens helpt de natuur om zeep ” en de andere” spijtig, spijtig.””

Ik heb ’t voor marines én voor meeuwen, dus.
Heel erg mooi

DACS1973 · 3 juni 2011 op 12:19

Je hebt de sfeer en de situatie mooi beschreven.
Uit de beschrijving blijkt ook hoe de mens al dat moois aan het bederven is. Dat contrast tussen natuur en commercie.
Wat mij betreft waren het ‘consumeer!’-roepende vliegtuigmotortje en de vermanend krijsende zeemeeuw daarom niet nodig. Daarmee leg je het er wat betreft de moraal van het verhaal net iets te dik bovenop. Maar nogmaals: mooi geschreven stuk met een prijzenswaardige boodschap.

Mup · 3 juni 2011 op 14:25

Spijtig ook toen ik klaar was met lezen, mooi!

Groet Mup

arta · 3 juni 2011 op 20:34

Goed doordacht, gestyleerd geschreven!

Ferrara · 3 juni 2011 op 21:56

Pachtig stuk Frankrijk, mooi beschreven. Ik stond bijna naast je.

Nana · 25 juni 2011 op 11:29

Lang niet gekeken op columnx zag een reactie van jou en ben je columns gaan lezen. Deze is het allermooste. Bijzonder en doet denken aan kommil foo qua tekst en of ritme (misschien hou je daar helemaal niet van maar ik vond het vaaak bijzonder mooi).groetjes nana

Geef een reactie

Avatar plaatshouder