Na het late zaterdagontbijt, het spellen van de krant en veel sterke koffie, moet ik eraan geloven. Nog wat laatste boodschappen halen voor het komende weekend, met eters op zondag. Het naburige stadje is maar een paar kilometer verder op. Dus zo’n ramp is dat niet. Eerst maar naar de Turkse winkel. In elk geval het leukste om te doen. Uitnodigend staan buiten de groente- en fruitbakken uit te puilen op het hoekje van de sjofele winkel. Binnen komt het aroma van net te rijpe uien, tomaten en meloenen gemengd met versgebakken brood me tegemoet. Uit de tamelijk verdroogde citroenen kies ik de beste exemplaren door er flink in te knijpen. Ik proef van de platte peterselie en steek mijn neus in een bosje dille. De meeste paprika’s krijgen al een beetje plekjes, maar glimmen nog mooi. De Aubergines zijn zó fraai en zijdezacht, dat ik het zonde vind om ze op te eten. Ik leg er twee in mijn mandje.

Bij de kassa staat een grote kerel met een gouden brilletje op. Hij bestaat uit veel volume aan alle kanten. Zijn zwarte T-shirt met gouden ketting wijst schuin vooruit naar de spullen op de toonbank, neergelegd om af te rekenen: een stapel ronde broden, groenten, fruit en een enorme Turkse knoflookworst. ‘Ik moet ook nog olijven hebben, maar zonder pit, mevrouw, absoluut zonder pit, wil ik ze’. De winkelvrouw wijst glimlachend van onder haar hoofddoek naar een bak olijven en schept flink wat op. ‘ Deze geen pit in, buurman, zegt ze, basjka yok?’ Anders niets?’ ‘Nee, dit is het vandaag’.

‘Ik kom net van een begrafenis’, zegt de rood aangelopen man plotseling. ‘Maar ik ben niet treurig, hoor! Het hoort bij mijn werk’. ‘Ik zorg voor muziek tussen de toespraken en ik neem het ook allemaal op. Ja, de mensen willen dat tegenwoordig, als aandenken’.
Het blijft even stil. Zijn woorden vallen tussen de etenswaren.
‘Ik word er echt niet droevig van of zo. Ik doe dit minstens een paar keer per week’, voegt hij er nog breed glimlachend aan toe. Alsof hij ongerust is, dat de winkelmevrouw, haar dochter, die totaal ongeïnteresseerd kijkt en ik, toch nog bezorgd zouden kunnen zijn over zijn gemoedstoestand.

De dochter komt mij helpen terwijl de man afrekent. Ze is jong en modieus en ziet eruit of ze liever niet in de winkel staat. Ze telt de gekochte spullen op en doet ze in een grote zak. ‘Mag ik ook nog tien broodjes?’, vraag ik in het Turks, want dat oefen ik hier altijd met haar moeder, die dat heel leuk vindt. Maar zij ontdooit niet, knikt en loopt naar het vak met brood. Het tiende broodje – ik tel automatisch mee – valt op de grond. Ze pakt een nieuwe voor mij uit het vak. Daarna raapt ze het op de grond gevallen broodje op. Dat gooit ze gewoon weer terug bij de rest. De moeder geeft mij bij het weggaan vriendelijk haar Turkse afscheidsgroet mee, die ik als gebruikelijk beantwoord.

De begafenis-muziekman en ik lopen tegelijk naar buiten. Hij wenst mij een fijn weekend en even voel ik me met hem verbonden in ons gezamenlijk genieten van dit eventjes buitenlands winkelen, dat zo anders is dan in een gewone supermarkt.

Categorieën: Diversen

pally

Genieten van leven en mensen en natuur om mij heen. Schrijven als belangrijke drijfveer om te ordenen, te relativeren en te communiceren.

14 reacties

SIMBA · 20 september 2011 op 08:28

Ongelooflijk hoe goed jij een omgeving kunt beschrijven, ik rook en zag het echt voor me!

Bitchy · 20 september 2011 op 09:16

Ik had eigenlijk een ander einde verwacht, iets met die pit en de dochter.

Maar jij omschrijft de omgeving zo echt en zo realistisch dat ik net als Simba achter je op mijn beurt stond te wachten.

lisa-marie · 20 september 2011 op 09:38

eerst liep het water in mijn mond van de levendige beschrijving, heb er maar een koekje tegenaan gegooid.
Maar dan komt het, je schrijft zo levendig en beeldend dat je dan ook echt achter jullie in de rij staat.
Dat je die woorden hoort vallen tussen de etenswaren (mooie zin trouwens).

Zo’n gesprek dat komt en weer rustig gaat en de alledaagse dingen die gaan gewoon doorgaan, zoals je dat hier neer zet daar geniet ik van !

Libelle · 20 september 2011 op 10:03

Ik vind de commentaren van mijn voorgangers wat al te positief.
Je bent niet al te complimenteus over de waren in de winkel. Natuurlijk krijgen die paprika’s plekjes. Al die knijpende vrouwen!
Kom je alleen in de Turkse winkel om de taal te leren?
En ik zou dolgraag de zondagseter van die begrafenis-muziekman willen zijn. Hmm, knoflookworst!
Al te veel jalousie moet ik niet laten doorklinken; de beschrijving van de dochter vind ik subliem. Da’s genieten.

Mien · 20 september 2011 op 11:19

Een kijkje in de Turkse keuken op z’n Pally’s.
Mooi en lieflijk.
Voor mij mag ie wel iets pittiger.
Doe mij dus maar met pit.

Mien

arta · 20 september 2011 op 14:24

Een mooie, kabbelend sfeerplaatje, heel mooi neergezet!

trawant · 20 september 2011 op 21:44

Mievrouw Pally, niet knijpie doen in
citroenen, anders beurs hoor!

Mooi sfeerstukje knap geschetst, ik was in ver
wachting van een pittige uitsmijter..
Het slot had van mij dus iets meer pit mogen hebben..
Bijvoorbeeld dat je thuis alsnog de pitten uit de olijven..
maar ja een kniesoor ben ik met hoge verwachtingen als ik je aanklik.

sylvia1 · 21 september 2011 op 07:59

Hoge verwachtingen, dat klopt denk ik wel, en deze [i]ís[/i] ook weer heel erg goed geschreven, vooral het winkelstuk in het midden. De dochter intrigeerde mij bij het lezen het meest, misschien had die een wat grotere rol mogen spelen in deze column.

lisa-marie · 21 september 2011 op 08:55

het ontbreken van iets pittig op het einde vind ik juist zo mooi want vaak gaat het ook zo. Er gebeurd ” iets pittigs” en daarna gaat alles gewoon zijn gangetje weer.

pally · 21 september 2011 op 15:15

Bedankt voor de commentaren!

Grappig, de mensen die graag meer pit hadden gezien, vooral aan het eind van de column. Wat verwachten jullie dan eigenlijk van een stukje met als titel ‘Zonder pit’ 😀
Ja, en als er wel pit in zit, dan zit die meestal in het midden en daar waren de meesten juist lovend over.
Alle gekheid op een stokje. Op deze column was niet lang doorgewerkt vanwege de ultrakorte wachtrij. Na het boodschappen doen geschreven en pardoes ingestuurd. Een beetje een bab-column ( bij gebrek aan beter) 😆
Dus ik begrijp de kritiek…

groet van Pally

Mien · 21 september 2011 op 19:04

De bab levert wel mooie nieuwe woorden op Pally.
Zoals begafenis.
Daar krijg ik gelijk gedachten bij.
Een begafenis kun je hebben als je in het bezit bent van bijzondere gaven.

Mien (zo maar ingetikt)

pally · 21 september 2011 op 21:43

Ha, ha, Mien, ik had die versch(r)ijving nog niet eens gezien…
Komt ervan als je supersnel wilt zijn om een site van de ondergang te redden. Nou ja, het is misschien toch een begafenis om dat zo snel te kunnen, al blijkt het resultaat dan bepaald niet vlekkeloos 😆

Meralixe · 25 september 2011 op 15:34

Graag gelezen. Ik ben waarschijnlijk in mijn schrijven te afhankelijk van tot de verbeelding sprekende gebeurtenissen.
Het dagdagelijks voorkomende aanschuiven in een winkel tot aangenaam leesvoer ombuigen is mooi.

embee · 4 oktober 2011 op 20:48

Geweldig sfeertje geschetst, die broodjes heel goed.
De volgende keer ga ik er dadels kopen met!

late groet van embee 😎

Geef een reactie

Avatar plaatshouder