Mijn eerste kennismaking met de buurtjes was leuk maar niet echt. Nu kan ik er om lachen, maar inmiddels ben ik ook gewend aan de buurtjes. Mijn eerste herfst in Zwolle was onvergetelijk. Niet alleen dat ik gelukkig in de liefde was, maar mijn hele leven stond toch al op de kop door al het nieuwe wat op mijn pad kwam. Ik had er ineens een schoonfamilie bij, die totaal niet wisten wat ze met die Amsterdamse knol aanmoesten. Kwestie van wennen, toch.? Maar de limit was dat ik op een mooie ruige herfstdag lekker de boel aan het doen was in huis, mijn toenmalige vriendin ( nu mijn vrouw) was naar haar werk. Ging de voordeurbel, staat daar de oude dame van hiernaast. Mijn vrouw komt daar meer dan regelmatig op de koffie, zodat ik vriendelijk vroeg wat er was. Of ik effe een plastic vuilniszak wilde pakken.

Ja, dat wilde ik wel, liep naar de keuken pakte een vuilniszak, sjeesde weer naar de voordeur, alwaar buurvrouws zuster er inmiddels met bezem bij was komen staan . Voordat ik het in de gaten had trokken zij mij beiden naar buiten.

“Hou die zak es open as je wil.”! Het was niet echt een vraag maar een opdracht. Maar oke, liep mee naar de stoeprand . Het waaide als een tierelier, en die lieve oude dametjes stonden gewoon de stoeprand te ontbladeren, en ik hielp mee de stad schoon te houden door de zak zo wijd mogelijk voor mij te houden, terwijl Johanna de bladeren in de zak gooide.

Terwijl ze dat deed, volgde er weer een nieuwe windvlaag met bladeren en ik vroeg mij twee dingen af: Stond ik niet een beetje voor lala, en waarom die bladeren in een vuilniszak, terwijl de volgende lading al weer onderweg was richting stoeprand. Zak eindelijk vol, dametjes tevreden, bedankten mij vriendelijk, en op gebiedende toon zei oma van hiernaast dat ik die volle zak wel in de vuilnisbak moest gooien.

Ja, wat had ze dan gewild, dat ik het in de voorkamer zou leegschudden?? Ik leek wel een tornado, zo vlug als ik weer naar binnenging, mijn veilige stulpje , mijn huis en haard. Maar met een volle zak bladeren van de straat. Knalde de deur dicht, gooide de zak in de klieko. En net op tijd was ik binnen.

Want met een grote knal barstte het onweer boven Zwolle los. Net op tijd was onze stoep en stoeprand bevrijd van de bladeren. Ik had mij vanaf die tijd voorgenomen om eerst te kijken voor het raam wie er aan de bel jengelde. Een ding weet ik nu wel, ik doe dus niet meer open voor oudjes , want een half uur later had de herfst zijn werk weer grondig gedaan. De straat lag bezaaid met natte, donkere bladeren van allerlei bomen. Mooi dat ik in de herfst geen voordeur meer opendoe.


klapdoos

Gewoon een Amsterdamse vrouw die met een vrouw getrouwd is, ziek is, zodanig dat de neerwaartse spiraal steeds verder zakt. maar een kniesoor die daarop let. Ik lach graag, heb genoeg traantjes gelaten om mijn ziekte en nu is het tijd om via mijn nieuwe boek eens door te gaan met uit het leven te halen wat er te halen valt, zeker in een crisistijd is het de kunst om toch vrolijk te blijven. Mijn motto is dan ook: Een dag niet gelachen is zeker een dag niet geleefd.

10 reacties

Dees · 24 augustus 2006 op 17:32

Geinig, zowel de Zwolse hotemetoten als de Amsterdamse hotemetoot 😉

Mosje · 24 augustus 2006 op 17:45

Ik wist helemaal niet dat Zwolle bomen had. Er gaat een wereld voor me open.

melady · 24 augustus 2006 op 21:07

Natuurlijk zijn er ook bomen in Zwolle Mosje. Amsterdamse knollen zijn daar dun gezaaid blijkbaar.
[quote].
Mooi dat ik in de herfst geen voordeur meer opendoe.[/quote]
Hoeveel voordeuren heb je en ga je dan door de achterdeuren?

Een dagboekfragmentje Klapdoos, wat wil je nu precies zeggen?

Naomi · 24 augustus 2006 op 21:09

Haha! Leuk! Ik snap het ook niet zo goed, die bladvrees

klapdoos · 24 augustus 2006 op 21:31

Melady, daarom ben ik in Zwolle komen wonen, ze hadden hier te weinig amsterdamse knollen….Nooit van ironie gehoord?? En wat denk je zelf, hoeveel deuren heeft een gewoon benedenhuis met een tuin? En een dagboekfragment? Nee hoor, dat laat ik over aan de echte schrijvers onder ons……
En wat ik wil zeggen? Ik wil gewoon een ongedwongen verhaaltje vertellen, maar ik vraag me zo langzamerhand af, of jij dit allemaal niet een beetje te klinisch benaderd……. 😮 😮 😀 😀

Trukie · 24 augustus 2006 op 22:31

Als geboren provinciaal met 25 Wilde-Westen-jaren lig ik dubbel bij dit verhaal.
Als kinderen bezemden we in de herfst de straat bladerschoon en voor de volle meelzakken, dozen of ander voorradig spul, kregen we een zakcentje. Met de bladeren werd weer iets nuttigs gedaan op de akkers.
Nu ik terug ben, worden de bladeren met die blaaskanonnen van de straat gelawaaid.
Doe mij maar die oude vrouwtjes die met oude tradities aan inburgeringscursussen doen. :laugh:

Ma3anne · 25 augustus 2006 op 06:36

Hier staan in de herfst altijd door de hele stad ijzeren kooien waar we geacht worden de zelf bijeengeharkte bladeren in te gooien. Ik draag er ook jaarlijks mijn zelf opgeraapte blaadje aan bij.

Ja fijn hè, die [url=http://www.examedia.nl/columnx/modules/news/article.php?storyid=1718]burenbemoeizorg[/url]. 😀

pally · 25 augustus 2006 op 14:34

een volgende herfst kun je de bladeren ook in je klapdoos bewaren om te drogen.
Grappig stukje..

KawaSutra · 25 augustus 2006 op 23:23

Ik vind het wel een prachtige methode van die buurtjes van je. Daar zijn ze natuurlijk nog gewend dat iedereen zijn eigen straatje schoon veegt. En de sociale achterban staat wel klaar om je daaraan te herinneren. 🙂

Prlwytskovsky · 27 augustus 2006 op 01:18

Wat mij nu opvalt he, even los van het verhaal van Klapdoos, maar wat mij nu opvalt is dat mij nu iets opvalt. Niet dat ik mij als Neerlandicus wil profileren maar toch lees ik hier en daar een foutje. Wat mij nu opvalt is dat er niemand, maar dan ook helemaal hartstikke niemand aanmerkingen maakt op deze afwijkingen. Bij andere columnisten barsten jullie genadeloos los en terecht, maar waarom hier dan niet?

@Klapdoos: ik zie het voor me, leuk beschreven.

Geef een reactie

Avatar plaatshouder