Liefde
Uit het oog, uit het huis
Hij was in stilte gekomen. Het huis in een zijstraat verderop dat maanden leegstond, was van de een op de andere dag plots weer bewoond. Af en toe zag ik hem wandelen met zijn zwart-wit gevlekte hond. Rondjes rondom de vijver vlakbij mijn huis. Hij glimlachte verlegen als ik voorbij fietste. Dat zag ik altijd te laat, dus lachte ik zelden terug. Als veertienjarig pubermeisje vond ik hem leuk, al had ik nooit een woord met hem gewisseld.