Wiensland 3 – slot

“Ik ben de juf hier.” zeg ik. “Ik geef Nederlandse les aan een paar Bosnische mensen op de ambassade.”
Er gaan twee wenkbrauwen omhoog. Een verhaal wordt geroken. De man merkt goed dat míjn ijs wél gebroken is en vraagt snel verder, voordat ik misschien weer bevries. Zijn toon is vleiend nu.
“Enne, gaat dat een beetje?”

Wiensland 2

Uit mijn ene ooghoek heb ik het kommetje met dropjes zien staan, op het aanrecht. En aan de andere kant zie ik de man zitten die net een kaaspasteitje eet, typisch Bosnisch voedsel. Had ie nou maar gewoon een bróódje kaas in zijn knuisten, met een glas ijskoude melk erbij. Maar nu is de inschatting van zijn nationaliteit niet vanzelfsprekend, hoewel ik het Nederlanderschap eigenlijk al aan zijn neus denk af te kunnen zien.

Wiensland 1

De geüniformeerde jongeman bij de deur van de Nederlandse ambassade begroet me even hartelijk als altijd. Dan belt hij vanuit de wachtruimte, bij een van de loketten waar een knopje zit dat binnen rinkelt, om mijn komst bij een van de dames daar aan te melden. Geeft niet wie, als ze maar open doet. “Ana je došla.” zegt hij. Ana is gekomen. Juffrouw hoeft er tegenwoordig niet meer bij. Ik ben een vertrouwd gezicht inmiddels.

Rollen

De glazen grens tussen Mediha en de nieuwe cursiste laat geluid door, via uitsparingen onderaan. Eigenlijk zijn die halve manen voor handen. De jonge vrouw vraagt waar ze moet zijn. Mediha informeert. “Engels? Hoogste niveau? Dat is in lokaal zes.” Hé, dat ben ik. Ik spits mijn oren. Het meisje knikt, bukt lichtjes, en voegt er dan, vragend, een onbekende naam aan toe. Ik wacht tot Mediha haar netjes verbetert. Dat doet ze dus niet, pragmatisme is een koppige ziekte. “Bij Enna.” bevestigt ze.

Verzet

In de namiddagzon waait het flink. De strandjes meteen onder de camping, een stukje verder weg van het dorp, zijn ruwer. De wind blaast hier vrij vanuit de zee. Het haventje dat als een buffer voor het dorpsstrand ligt en daar voor luwte zorgt, ontbreekt hier. Het water is wild.