Murphy’s law

“Ach,” suste mijn vriendin. “Soms heb je van die dagen.”
Jahaa. Ik weet dat veel mensen dat hebben. Maar niet ik. Ik heb van die wéken. Een van mijn langste relaties is namelijk die met Murphy. Dikke maatjes, is hij met mij. Ik kan hem alweer een stuk minder waarderen. Maar ja, zijn wil is nou eenmaal wet. Doe je niks aan. Dus probeer ik dat ook niet eens. Ik zie wel wat er op me af komt.

Men will be men

Vandaag had ik een vergadering met allemaal bobo’s in Amsterdam. Hele serieuze bedoening. Ik zag ’t al toen ik aan kwam rijden. Naast me parkeerde een dikke BMW met een al even dikke meneer erin en verderop kwamen twee strakgestreken heren uit een soortgelijke bolide stappen. Ik liet me niet kennen. Met mijn neus in de lucht en een quasi-nonchalante stuurbeweging manoeuvreerde ik mijn gehavende karretje tussen al die paardenkrachten. Drie keer. Toen heb ik ‘m maar zo laten staan.

Op visite

Ik was altijd onder de indruk dat ik best een heel tolerant en ruimdenkend persoontje was. Niets blijkt minder waar. Toen het rustige Marokkaanse stelletje van hiernaast namelijk besloot hun woning te ruilen met een Marokkaans gezín, stak mijn ware aard de kop op. Quasi vriendelijk ging ik me voorstellen aan mijn gloednieuwe buurtjes.

Jonge blom

Zo af en toe slaat de angst me om ’t hart. Vorig jaar bijvoorbeeld, toen ik na een grondige inspectie en verschillende huidkuurtjes, crèmepjes en vochtregulerende maskers moest constateren dat ik toch echt een rimpel had. Een ouderdomsrimpel.